8 - De VOORZITTER: Voor zover het dan te maken heeft met de erfpachtsuitgifte natuur lijk. We moeten ook de orde van de vergadering in de gaten houden. Ik wil de wethouder wel de gelegenheid geven daarover een enkele korte en duidelijke opmerking te maken. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: De planologische kanten van de zaak. Ik denk dat aan de orde is de gronduitgifte. Ik wil opmerken dat bij het bestemmings plan De Poort er een vrijstellingsmogelijkheid inzat om gedurende het winter seizoen de percelen geschikt te maken voor mogelijkheid tot bewoning. Dat is gecreëerd.Er is toendertijd tegen het bestemmingsplan De Poort een kroonberoep ingesteld. Dat heeft geleid tot gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan het plan met name wat betreft de afwijkende goothoogte etc. Daarna, laten we dat hier maar in alle openheid vermelden is niet meegenomen de vrijstellingsmogelijkheid bij de eerste herziening. Vandaar dat er wel bewoning mogelijk is bij de andere percelen, dat ook gewoon gerealiseerd is. Dat heeft correct plaatsgevonden. Dat is een vervelend element en ik denk dat we daar zorg aan moeten besteden. Dat is de planologische kant. Niettemin maakt de intentie van het bestemmingsplan De Poort het mogelijk dat er tijdelijke bewoning plaatsvindt. In die wijze is ook het bestemmingsplan tot stand gekomen. Daar heeft de raad in het verleden zijn goedkeuring aan ge geven. Mogelijkheden zijn er om de artikel 17-procedure toe te passen, maar dat geeft inderdaad problemen. Vandaar dat planologisch gekozen zal worden voor een voorbereidingsbesluit ter visie leggen bezwaarmogelijkheid. Dat is denk ik de toepassing van de Wet Ruimtelijke Ordening waar iedere burger kenbaar kan maken wat zij of hij vindt. Het zou volstrekt onjuist zijn om de gronduitgifte te koppelen aan het niet mogen bewonen. Ik denk dat dan de ware motieven om dat zo nadrukkelijk naar voren te brengen naar boven gebracht moeten worden in een open discussie. Het is zo dat in het bestemmingsplan De Poort de mogelijkheid is om tijdelijk te bewonen, met name voor kermisexploitanten. Door een omissie is denk ik verzuimd dat bij de eerste bijstelling mee te nemen. Dat is een ver velende zaak. Wij zullen de correctsplanologische procedure volgen en ik denk dat daar de bezwarenmakers aan kunnen geven wat hun bezwaren zijn en ip welke mate en dat zal dan zorgvuldig getoetst worden. Ik denk, collega Stuart heeft dat al gezegd, dat wij alle zorg hebben en alle intentie hebben om het hele correcte streven van de betrokken ondernemer op een goede wijze op te pakken. Daar is zorg voor. Dit is het verhaal van de planologische kant. Ik denk dat het goed is dat in deze openheid nog maar eens zo naar voren te brengen. Maar het laat onverlet dat de raad kan instemmen met de gronduitgifte natuurlijk. De VOORZITTER: Wel dames en heren, kunt u besluiten om dit perceel grond in erf pacht uit te geven. Accoord Dan is aldus, als u geen stemming of aantekening wilt, besloten. 9. Voorstel tot uitgifte in erfpacht van een perceel industriegrond, gelegen aan~dê Poortweg, aan S.C.A. Musters te JBergen op Zoom (Verzameling 1987, nr. RO/1,90) 10. Voorstel tot uitgifte in erfpacht van een perceel industriegrond, gelegen nabij de Van Konijnenburgweg, aan Coppens' Transportbedrijf B.V. te Bergen op Zoom. (Verzameling 1987, nr. RO/192) 11Twee voorstellen betreffende onderwijsaangelegenheden. (Verzameling 1987, nr. RO/196) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de punten 9 t/m 11 aangenomen - 9 - 12. Voorstel tot realisering van een theater in de H. Maagdkerk (Verzameling 1987, nr. AZ/Fin/180) De VOORZITTER: Ik stel 0 voor de beschouwingen die wellicht door alle partijen gehouden zullen worden over dit voorstel te doen in de volgorde waarmee we in het algemeen de algemene beschouwingen plegen te laten plaatsvinden. Ik noteer dus alle fractievoorzitters? Behalve bij de VVD-fractie, daar zal mevrouw Krijger het woord voeren. Bij de fractie Gemeentebelangen/Stadspartij voert ook de heer Van de Water het woord. Ik heb genoteerd de heer de Jongh, de heer Westerhof, mevrouw Krijger, de heren Van Es en Van de Water, de heer Bolsius, de heer Van der Kallen en de heer Nijpels. Kunt u zich daarmee verenigen, met deze volgorde De heer DE JONGH: Ik zou willen beginnen met een opmerking te maken dat het dan eindelijk zover is en dat we al maanden uitgekeken hebben naar een voor stel dat het zalenvraagstuk in Bergen op Zoom zou moeten oplossen. Een zalenvraagstuk dat reeds tientallen jaren in deze stad speelt. In de periode dat ik deel uitmaak van deze raad is al meerdere keren hierover gesproken. Echter tot oplossingen en besluitvorming is het nooit gekomen. Ook binnen de Partij van de Arbeid heeft deze materie veel aandacht gekregen. In de laatste tien jaar, die ik dan uit eigen ervaring kan overzien, heeft dat binnen onze partij vaak geleid tot bedenken en presenteren van alternatieven. Vaak is er dan ook over miljoenen guldens gesproken. Ook buiten de fractie van de Partij van de Arbeid doch binnen de partij is de discussie over de oplossing van het zalenvraagstuk stevig gevoerd. Een hoogtepunt heeft deze discussie be reikt in de vorige raadsperiode toen er gekozen moest worden tussen de Luxor- en Stoeleroatvariant. Onze partij heeft toen voor de Stoelemat gekozen. In ons verkiezingsprogramma voor deperiode 1986-1998' heeft de Partij van de Arbeid nog de voorkeur uit gesproken voor het realiseren van een schouwburg in de Stoelemat. Echter be dragen voor deze realisering hebben we in dat verkiezingsprogramma niet meer genoemd. In het collegeprogramma is opgenomen dat de oplossing van het zalen vraagstuk f. 5.000.000,- zou mogen kosten. De Partij van de Arbeid heeft het collegeprogramma geaccepteerd als de basis voor het bestuur van onze stad in deze periode. Sedert 1986,het aantreden van deze nieuwe raad, zijn er toch een paar dingen gewijzigd, nl. dat op dit moment de kerkvan de H.Maagd eigendom van de gemeente geworden is en dat de kerk niet gesloopt mag worden. In het af gelopen jaar hebben wij meerdere keren mogen kennisnemen van de in ontwikkeling zijnde plannen om van de H.Maagdkerk een schouwburg, een theater te maken. De fractie van de Partij van de Arbeid heeft steeds geaccepteerd dat de ont wikkeling van deze plannen verder zou gaan. Dat was een logischgevolg van het gestelde in ons verkiezingsprogramma dat zeer zorgvuldig moest worden omgegaan met vrijkomende grote gebouwen. Naar ons oordeel is die zorgvuldigheid in de "Maagdproblematiek" zeer zeker gevolgd. Misschien zelfs wel te voorzichtig. Immers, we hadden het voorstel zoals het nu voor ons ligt reeds een drie of vier maanden geleden verwacht. Ik denk dat deze raad vanavond geschiedenis kan schrijven door een reeds dertig jaar slepende zaak op te lossen. Naar de mening van de fractie van de Partij van de Arbeid gaat het dan om het tentoon spreiden van de politieke wil, de politieke moed en de politieke durf om van avond de knoop door te hakken. Vanuit ons realisme, politieke durf, creativi teit en redelijkheid, die immers de kenmerken zijn van ons politieke handelen dat heb ik vorig jaar bij de algemene beschouwingen gesteld, zullen wij van avond ons steentje aan de oplossing van het zalenvraagstuk ook bijdragen. Ik kan u nu reeds mededelen dat wij het voorstel, zoals dat voor ons ligt, zul len steunen. Daarvoor zijn een aantal argumenten. a. De politieke durf om de politieke kwestie op te lossen, maar dan is nog de vraag waarom juist kiezen voor deze locatie.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 270