-34-
Ik denk dat daar ook uit voortvloeit dat de brief geschreven is door het
college zoals die is geschreven. Overigens is het Provinciaal Overlegorgaan
Gehandicapten medegesprekspartner in het Stedelijk Overleg Gehandicapten
als adviseur. Dus die weten precies hoe de gemeente Bergen op Zoom tegenover
een aantal zaken staat en kennen de problematiek op onderdelen waarmee de ge
meente Bergen op Zoom worstelt.
Wellicht kent de heer Aertssen niet een nota die - de heer van der Stoel zou
me denk ik wat gemakkelijker kunnen helpen t.a.v. de data- nog eens is ver
schenen en opgesteld ten aanzien van de knelpunten met allerlei gebouwen in
Bergen op Zoom. Destijds gemaakt door iemand die daarvoor speciaal werd aange
trokken bij de Dienst Gemeentewerken om de toegankelijkheid van de Bergse ge
bouwen te bekijken. Zoals het Stadhuis, de sporthallen alle sociaalculturele
accommodaties. Die nota is diverse keren binnen het Stedelijk Overleg Gehandi
capten in zijn oude samenstelling aan de orde geweest. Ik ben er ook van over
tuigd dat hij in het Stedelijk Overleg Gehandicapten voortdurend de aandacht
heeft. Naast deze brief kan ik mij herinneren dat er onlangs een vraag is
geweest aan het college om geïnformeerd te worden over verstrekte bouwvergun
ningen. Het Stedelijk Overleg Gehandicapten heeft toen bericht gekregen dat
over inzage van bouwvergunningen die op punt staan verstrekt te worden, te al
len tijde daar omtrent informatie kan worden verkregen bij de afd. Ruimtelijke
Ordening ter secretatie. Zodoende kan bekeken worden of bij openbare gebouwen
eventueel ook dienstverleningsgebouwen rekening gehouden is met de toeganke
lijkheid voor gehandicapten. Op deze wijze proberen wij daar toch de nodige
aandacht aan te besteden. Ik betwijfel even of wij in de onlangs vastgestelde
budgetprognose een bedrag hebben opgenomen. Dat durf ik op dit moment niet
met zekerheid te zeggen. Ik weet wel dat jaarlijks binnen het college dit on
derwerp ter discussie staat. We zijn er helaas nog niet in geslaagd daar daad
werkelijk middelen voor vrij te maken. Dat hebben we dat Overlegorgaan in de
voorafgaande jaren ook medegedeeld. Uw opmerking daaromtrent zullen we ons ze
ker ter harte nemen Bij de begrotingsbehandeling 1988 denk ik dat het u vrij
staat indien een en ander niet zou zijn verwerkt, daarop terug te komen en
daarvoor nog eens de aandacht te vragen. U hebt gelijk. In de beleidsuitgangs
punten van het college is daar eveneens e.e.a. over geschreven. Wij proberen
daar ook aandacht aan te besteden. Bij nieuwbouw vindt dat automatisch plaats.
Het Stedelijk Overleg Gehandicapten nogmaals met een adviseur van het Provin
ciaal Overleg Gehandicapten onderkent, zeker met een aantal situaties die aan
veranderingen onderhevig zijn, dat het dan niet gewenst is daar op dit moment
vele gelden voor uit te trekken. Dat is wel een probleem waardoor de toeganke
lijkheid niet is bevorderd maar wel een reële opstelling.
Mochten er zich voor zover het gemeentelijke diensten betreft problemen aandie
nen met de toegankelijkheid dan wordt intern altijd gezocht naar een oplossing
om iemand daar te ontvangen waar hij wel kan komen. Of men kan met de stükken
naar die betreffende plaats toegaan zodat de informatie optimaal kan plaats
vinden
De VOORZITTER: Meneer Aertssen tevreden?
De heer AERTSSEN: Niet helemaal voorzitter. Even nog een reactie. Mijn betoog
was ingegeven door de brief. Het ging om de inhoud van de brief, om het ant
woord zoals u dat hebt gegeven aan het Overleg Gehandicaptenbeleid.
Ik heb gesteld dat u dat best in meer positieve zin kunt aanscherpen.
Uw betoog horende is het ook heel erg gemakkelijk. U bent volop bezig, u heeft
het zelfs in het collegeprogramma opgenomen. Alleen de uitvoering stokt mis
schien hier en daar wat. U heeft voldoende motieven om het aan te scherpen in
de zin zoals ik het bedoeld heb. Zoals u het nu doet, het verwijzen naar die
bouwverordening, zegt in feite niets. Die bouwverordening is er wel maar dat
regelt verder niets. U zult moeten aangeven wat er moet gebeuren, u zult dus
moeten opleggen. U zult het moeten controleren als gemeente.
-35-
De heer DEKKERS, wethouder: Over de bestaande bouw heb ik u getracht uit te
leggen dat met het Stedelijk Overleg Gehandicapten in aanwezigheid van 'n ad
viseur van Provinciaal Overleg Gehandicapten de hele nota die daarover is ver
schenen t.a.v. aanpassing van gebouwen, regelmatig onderwerp van bespreking is
geweest en nog steeds is.
Er is zelfs ooit een prioriteitenlijst gemaakt. Maar door wisselingen van mis
schien gebruikstoelei denden in de nabije toekomst van sommige gebouwen, is
daarvan onderkend dat dat even op een laag pitje gezet zou kunnen worden.
Men wil de ontwikkelingen graag even afwachten om onnodige investeringen te
voorkomen.
Binnenkort is er een overleg met Stedelijk Overleg Gehandicapten. Ik wil u
graag daaromtrent nader informeren. De brief was aan het college gericht en
ter kennisname aan de gemeenteraad. Om nu nog een afzonderlijk briefje namens
de gemeente raad te maken met die aanscherping. Ik betwijfel of dat gezien de
relatie die er bestaat, strikt noodzakelijk is.
De heer AERTSSEN: De afrekening van de Stichting Halwana. Ik meen dat deze af
rekening niet in de commissie is geweest dus ik wil het toch hier wel even
aansnijden. Ik heb gezien dat er een exploitatieverlies is van ca. 22.000,-
en dat er een voorschot is betaald van een wat groter bedrag.
Je zou veronderstellen dat er dan het verschil zou moeten worden terugbetaald.
Er is echter sprake van een kleiner bedrag dat zal worden terugbetaald. Het^
restant mag gestort worden in de onderhoudsreserve op verzoek van de Stichting
Halwana. Het bedrag van 5.031,- wat niet terugbetaald moet worden, wekt de
indruk een verhoging van de subsidie te zijn.
Het is onze fraktie niet duidelijk op welke gronden het verzoek van de Stich
ting Halwana om tot een verhoging van de subsidie te komen, is gehonoreerd.
Wij vinden het eigenlijk onjuist. In deze tijd van beperkte middelen in de
Welzijnsector dient naar onze mening een zorgvuldige afweging plaats te vinden.
Voor alle duidelijkheid. Het gaat ons niet om de gesubsidieerde instelling
in deze dus de Stichting Halwana, maar om de methodiek die wordt toegepast.
Op grond van de aangetroffen stukken keuren wij dus deze methodiek af.
Onze fraktie dringt er bij u op aan om in de toekomst wellicht wat zorgvuldi
ger met het vaststellen van deze subsidies om te gaan.
De heer MULLER: Met de steilingname van de PvdA ben ik het volstrekt oneens.
Wij hebben hier te maken met een Stichting Halwana die zeer zuinig met zijn
centjes omgaat. Zij heeft vele gebouwen onder haar beheer. Ik vind het juist
dat wij een reservefonds kweken. Als ik alleen al kijk naar het dak op de Haven
dan zal dat veel meer geld kosten dan die ca. f 5000,- die wij nu extra geven.
De heer V.D.WATER: Toch een reactie als we het hebben over "overhebben".
Vorig jaar had Welzijn 100.000,- over die zijn op de bankrekening gestort.
Ik heb toen geen enkele opmerking gehoord van de PvdA dat er iets teruggestort
zou moeten worden. Ik vind dat als je dit beleid consequent terugvoert, je de
ze opmerking niet moet maken.
De heer DEKKERS, wethouder: Er is geen sprake van extra subsidie voor de Stich
ting Halwana. In de subsidieverordening en na uitvoerige discussies in het ka
der van de door te voeren bezuinigingen bij Welzijnsi'nstel 1 ingen, is op een ge
geven moment aan de orde geweest het punt van: Wij kennen een garantiesubsidie
toe tot een maximum van. Dat betekent, wanneer een instelling overhoudt, dan
kan - dat staat daar ook in geregeld- een instelling verzoeken - i.v.m. voor
ziene uitgaven in de toekomst en in de wetenschap dat subsidie de komende ja
ren niet zal kunnen worden verhoogd t.o.v. het niveau wat thans geldig is-
om voor zich aandienende calamiteiten een bedrag te reserveren van hetgeen
bereikt is door zuinig beleid in enig jaar. Dat is hier aan de orde.