-16- De heer A. FRANKEN: Mevrouw van Dort die heeft naar mijn oordeel op ui tsteken- de wijze de mening van heel onze CDA-fraktie vertolkt. Op één punt is er in onze fraktie een vrij inhoudelijke discussie ontstaan, namelijk over de vraag welke de randvoorwaarden en criteria zouden moeten zijn bij een eventuele op zet van een methadonprogramma. Als je aan een methadonprogramma begint dan ont kom je er niet aan, hoe en op welke wijze je dit gaat doen. Al of geen metha- donverstrekking is in het kader van een drugsbeleid zo'n moeilijke en zo'n tere zaak dat het nooit een zwart-wit situatie is. Uiterste zorgvuldigheid is naar mijn oordeel beslist geboden. Het verstrekken van methadon wordt door ve len gezien als een contactmiddel waardoor een mogelijk afkickproces op gang kan komen. Voor hen die echt willen, kan met een goede intramurale begeleiding het middel helpen om tot resultaat te komen. Het verstrekken van methadon geeft echter ook zeer ongewenste toestanden. Gaat men daartoe over dan heeft het een aanzuigende werking voor drugsverslaafden, terwijl het ook geleid heeft tot handel in methadon. Sommigen zien de gratis verstrekking graag aanvullend op de drugs welke men gebruikt. Diegenen, die het verstrekken zijn soms ook ge confronteerd met zeer agressief gedrag. In het voorstel voorzitter, staat naar mijn oordeel niet voor niets dat on danks een ingenomen positief standpunt van de gemeente Roosendaal, dat men niet tot op heden tot realisering is overgegaan van methadonverstrekking. Gezien ervaringen zijn zelfs sommige instellingen ermede gestopt. Ondanks dat enkele leden van onze fraktie voorstanders zijn van een ontmoedigingsbeleid, willen zij zich niet uitspreken tegen het verstrekken van methadon in het alge meen, maar willen zij dit beperkt zien in het kader van intramurale zorg met een goede begeleiding. En dat laatste is heel belangrijk. In het voorstel staat dat de discussie over het drugsbeleid voortgezet en bij gestuurd zal worden. Dan nu voorzitter, het helpen van drugsverslaafden is een goede zaak, dat moeten we doen. De manier waarop echter is in discussie. Wanneer het ooit tot een opzet van een methadonprogramma zou komen dan ben ik van mening dat dit terug moet komen aan de raad. Het bespreken in de raadscom missie is prima maar de besluitvorming dient hier te gebeuren. De heerVAN WIJK: Drugs een probleem, nu ook van een provinciestad, en dan met een de vraag hoe dat probleem aan te pakken en dat voorzitter lijkt me niet een voudig. Tal van instellingen hebben raakvlakken met de drugsproblematiek. Uw nota van december 1986 waarvoor waardering, geeft daar inzicht in. Toch is het dienstig beleidslijnen uit te zetten, daarvoor heeft u de nodige voornemens in bijgaand voorstel kenbaar gemaakt. Primair staat bij ons, het drugsbeleid onder te brengen bij het Streekgewest. De kleinere gemeenten zul len waarschijnlijk de schouders ophalen en verwijten naar de twee basisgemeen ten, Roosendaal en Bergen op Zoom dienen voor opvang en hulp te zorgen of de verslaafde nu uit plaats A of B komt. Beter is te spreken over een nationaal zelfs internationaal probleem want handel in en gebruiken van kennen geen gren zen. Het al of niet verstrekken van methadon wordt nader bekeken. Moeilijk te hanteren, de heer Franken heeft daar uitvoerig op gewezen. Over de voorwaarden waarop, komen nog nadere gegevens van uw kant. Wat me wel opvalt is dat G.G.D. en M.C.A.D. wat afwijkende standpunten hanteren. De manier van aanpak onder de huisartsen is ook niet eenlijnig. De ene huisarts weigert recepten af te geven, de ander doet dat onder dreigementen wél. Het zal mijns inziens dan ook moeilijk zijn te komen tot een alles overkoepelen de regeling. Dat het preventiebeleid gericht op risicogroepen, de nodige aandacht verdient, maakt onderdeel uit van het totale plan. Ook hier vervagen gemeentelijke gren zen en dat geldt tevens voor het opstarten van projecten van maatschappelijk herstel. Dat u dan ook op zoek gaat naar financiële middelen ook buiten het Streekgewest, Rijk, Provincie sluit daarop aan. Tot slot, onze wens dat Bergen op Zoom en Roosendaal nauwe contacten in deze blijven onderhouden, is u bekend. -17- De straathoekmedewerker tot slot. Ik lees dat Rotterdam-Zuid daar heel goede ervaringen in heeft en dat is toch ook niet zo'n makkelijke stad m.n. in de drugsproblematiek. De straathoekmedewerker en dan m.n. voor de minderheden zo als u schrijft, daarover hebben wij een vraag. U schrijft dat de straathoekme dewerker onder de hoede komt van M.C.A.D.. Uiteraard heeft u dan met dat orgaan overeenstemming bereikt. Betekent dat het prijskaartje, vermeld op pag. 33 van de nota bovenaan, meteen in beeld komt? De heer RONNES: De nota Drugs en Drugsbeleid is na langdurige besprekingen in de verschillende commissies in maart reeds, niet vastgesteld in deze raad omdat nog vele vragen beantwoord moesten worden. Op grond daarvan zou de ontwerpnota worden verbeterd. Die discussie van die commissies zal ik niet herhalen. In het voorliggende stuk van vanavond zijn een aantal zaken verduidelijkt maar allerminst volledig beantwoord. Dat willen we toch wel stellen want de antwoor den betreffende de mogelijk eigen taak van het Streekgewest inzake het beleid en die van de basis gezondheidsdienst m.b.t. uitvoeringsaspecten inzake drugs, hebben nog een open einde, evenals de plaats van het eigen beleid van onze ge meente, waarin de Sosjale Joenit een belangrijke functie vervult. Niettemin kan onze fraktie haar instemming betuigen met het voorstel om de voortgang niet te belemmeren. Maar op twee onderdelen van het voorstel hebben wij een opmerking. Ten eerste. In principe is onze fraktie op dit moment tegen methadongebruik Bij de aangekondigde bespreking in de raadscommissies over de randvoorwaarden en criteria in deze, zullen wij ons definitieve standpunt kenbaar maken. Ten tweede. De aanstelling van de straathoekwerker bij het M.C.A.D. heeft niet onze instemming. Volgens het voorstel zou het M.C.A.D. de werkgever zijn, de Sosjale Joenit de opdrachtgever en een gemeentelijk functionaris de begeleider van die werker. De PvdA-fraktie vindt dit een buitengewoon slecht compromis om dat de betreffende werker dan drie bazen heeft en hoe dat werkt weten we alle maal. Niet doen dus vinden wij. Er dient één werkgever tevens opdrachtgever aangewezen te worden. Onze keuze is de Sosjale Joenit. Maar als het college hier over eerst met betrokkenen opnieuw wil overleggen, achten wij dat zeer verstan dig en verzoeken wij dat het college zijn nieuwe standpunt meedeelt in de voor medio 1988 aangekondigde voortgangsrapportage. De heer VAN DER STOEL:' Ik had het woord niet gevraagd omdat ik vond dat we in de commissie in voldoende mate deze nota en de notitie hadden besproken. Ik heb even afgewacht wat door de anderen in eerste termijn werd ingebracht en daar zaten twee elementen bij waar ik graag kanttekeningen bij maak. Dat is de discussie in de commissie latend voor wat hij is, de methadonverstrek king waarvan de VVD van begin afaan heeft gezegd dat we daar tamelijk veel moei te mee hebben maar hem niet helemaal uit willen sluiten. Ik wil nu nog eens on derstrepen nu de heer Franken eigenlijk het verhaal van de VVD uit de commissie aan het herhalen is, dat de VVD-fraktie het op grote prijs zou stellen.-wat de notitie ook min of meer suggereert- dat er de criteria voor de verstrekking uitbundig in de commissie en eventueel in de raad aan de orde kunnen komen en ik wil dan nog eens zeggen dat die criteria naar onze mening zo moeten kunnen zijn, dat ook na een jaar of anderhalf jaar een evaluatie daarvan goed te doen is in deze moeilijke materie. Dat betekent dat de arts, die de verstrekking moet doen, beschermd moet zijn en dat er dermate duidelijke criteria zijn dat je na verloop van tijd - ik laat dus in het midden of dat een jaar of anderhalf jaar is- moet kunnen zien in hoeverre dat meetbare resultaten heeft opgeleverd. Dus wij wachten net als de PvdA eigenlijk de discussie af om definitief te kie zen wat we willen doen. De heer Franken maakte nog een opmerking over het ge bruik van tegelijkertijd meer middelen. Wel 1icht is het dan aanbevelenswaardig dat het college daar ook een standpunt over voorbereid bij die verstrekking, of het moet gaan om mensen die gezegd hebben te willen afkicken, "gezegd heb ben" dat is dan al vaag genoeg, dan zou er bijv. - maar dat zou u moeten overleggen met uw deskundige - een voorwaarde kunnen zijn dat er niet sprake

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 247