-14-
De VOORZITTER: Dames en heren wenst u een tweede termijn? Dan wacht u na afloop
van de vergadering naar ik wel heb begrepen een lekker taartje i.p.v. een
vriendelijk woordje, wat u naar ik begrepen heb door spelers van Nieuw-Borg-
vliet wordt aanbevolen. Zij hebben mij gevraagd, nadat u het besluit had geno
men, dat bekend te maken.
De heer BOLSIUSMag ik dan vragen, gezien het feit dat wij dan tijdelijk in
de onmogelijkheid zijn om het woord te voeren om de vergadering te schorsen
tijdens de consumptie?
De VOORZITTER: Ik heb gezegd, na afloop van de vergadering. Eerst werken!
Nee, het lijkt mij dat we dat na afloop van de vergadering heel wel kunnen.
De hamer was inmiddels gevallen, u heeft dat wel 1icht gehoord. In ieder geval
hebben ze het op Nieuw-Borgvliet gehoord.
15. Voorstel inzake vaststelling van de nota Drugsbeleid.
(Verzameling 1987, nr. AZ/178).
Mevrouw VAN DORT De nota Drugsbeleid geeft een overzicht, een indruk van de
aard en de omvang van de problematiek, al is daarbij de alcoholverslaving wat
buiten beeld gebleven. Tevens geeft de nota duidelijk aan dat in ons gebied
sprake is van een onvoldoende samenhangende werkwijze op het terrein van de
hulpverlening en vooral de tekorten die er nog zijn. Het is goed dat dit eens
nadrukkelijk wordt vastgesteld. Daarom moet het voor ons allen het signaal zijn
om met vereende krachten aan de slag te gaan. Liefst op zo'n kort mogelijke
termijn, naar de mening van het CDA moeten wij het oog op de totale versla
vingsproblematiek houden, al vraagt de bestrijding van drugsverslaving specifie
ke aandacht.
Het zou onverantwoord zijn niet te letten op de alcoholverslaafden indien er in
onze regio werkelijk sprake is van 19.000 probleemdrinkers. De nota drugs en
beleid behandelt uiteraard de Bergse situatie. Maar bekend is dat in de gemeen
ten Roosendaal en Nispen een soortgelijke nota is behandeld en vastgesteld.
Ook beide nota's geven, voor zover bekend, knelpunten aan. Knelpunten die vaak
parallel lopen t.a.v. ontbrekende menskracht en financiën, om tot een zo ge
wenste adequate aanpak te komen. De CDA-fraktie meent dan ook dat de gemeenten
Roosendaal, Nispen en Bergen op Zoom bij voorkeur op het niveau van het streek-
gewest op korte termijn samen moeten nagaan, hoe ze deze problematiek kunnen en
willen aanpakken. Later zal dit, naar onze stellige overtuiging, uitgezonderd
het terrein van de openbare orde, een taak behoren te worden van het streekge-
west Westelijk Noord-Brabant omdat helaas ook in andere gemeenten van ons ge
west de verslaving herkenbaar aanwezig is.
Wanneer wij stellen dat de twee centrumgemeentes samen aan de slag moeten dan
wil dat niet zeggen dat anderen geen taak meer zouden hebben.
Wij denken dat de verslavingsproblematiek in eerste instantie een taak is voor
de Rijksoverheid en daarnaast ook de provincie een steentje bij dient te dra
gen, Overleg zal nodig zijn ten aanzien van het verkrijgen van de nodige finan
ciële middelen om het voorgestane beleid gestalte te kunnen geven. Voorafgaan
de aan dit overleg zal er vastgesteld moeten worden welke financiële middelen
thans voorhanden zijn. Tevens zal het uiteraard noodzakelijk zijn dat er een
zelfde aanpak wordt voorgestaan. De nota drugs en beleid kiest voor het zgn.
holistisch model een totale begeleidingsplan. Deze keuze kunnen wij onderschrij
ven. De nota spreekt over een straathoekwerker. In de Bergse nota is op dat
terrein nog geen keuze gemaakt. Kijken we naar de huidige hulpverleningssitua
tie in Bergen op Zoom dan constateren wij dat er sprake is van intramurale en
extramurale zorg. De Sosjale Joenit, gestart vanuit het straathoekwerk, heeft
deze functie niet kunnen volhouden vanwege onvoldoende menskracht.
De specifieke klinische detoxificatiemogelijkheden zijn ook beperkt om dezelfde
redenen. Daarom wordt wel min of meer vastgesteld dat er bij de Sosjale Joenit
-15-
sprake is van intramurale hulp. Het M.C.A.D. beweegt zich meer op de extra
murale zorg omdat ze meer is toegerust in de vorm van ambulante hulpverlening.
Op grond van deze gegevens pleiten wij ervoor dat de beide gemeenten er bij
de Rijksoverheid op aandringen dat in dit gebied zo spoedig^mogelijk middelen
beschikbaar komen voor het straathoekwerk. Wij denken aan twee personen aan te
haken bij het M.C.A.D. Sosjale Joenit zou dan in samenwerking met Jeugd- en
Jongerenservice Roosendaal de intramurale zorg op zich kunnen nemen.
Uiteraard is nauwe samenwerking in de hulpverlening noodzakelijk.
De nota spreekt ook over methadonverstrekking met het oog op doorbreking van
de verslaving en niet als onderhoudsvoorziening. Met deze keuze kunnen wij on
der stringente voorwaarde instemmen. Het daarvoor gebruikmaken van een mobile
post spreekt ons aan. Vanzelfsprekend zal verstrekking aan strenge controle
onderworpen moeten zijn. Een centraal registratiesysteem zal daarom een op
voorhand geaccepteerd punt moeten zijn. Tot nu toe spraken wij over de aanpak
van de situatie waarin mensen middels verslaving terecht zijn gekomen.
Belangrijker is echter te bereiken dat dit wordt voorkomen. Wij komen dan op
het terrein van de voorlichting. De nota geeft ons inziens op een uitstekende
wijze aan op wie de voorlichting gericht moet zijn. Uitgaande van dat de ver
slaving de gezondheid van de mens aantast, ligt hier naar de mening van het CDA
een duidelijke taak voor de Streekgewestelijke Gezondheidsdienst, die ook een
onderdeel gezondheidsvoorlichting en opvoeding in het geheel kent. Dit onder
deel moet dan ook snel op regionale schaal aangepakt kunnen worden is de me
ning van de CDA-fraktie.
Voor zover thans mogelijk vernemen wij daarover graag de mening van uw college.
De^nota voorziet dan ook graag tot nauwe samenwerking tussen personen, organi
saties, instellingen, mogelijk met enige uitbreiding van contacten met de huis
artsen.
Voor zover er van een regionale samenwerking nog geen sprake is, onderschrij
ven wij dit. Uiteindelijk zal er een streekgewestelijke begeleidingsgroep die
nen te komen om het te voeren beleid gestalte te geven. Het CDA onderschrijft
het gestelde inde nota betreffende herintreding van verslaafden. Ook daarvoor
zullen maatregelen ontwikkeld dienen te worden waarbij wij ook zeker denken
aan de scholingscomponent. Bergen op Zoom kent op dit terrein het "pep-project"
doch de continuering daarvan is een jaarlijks terugkerende zorg. Ook op dit on
derdeel zal samenwerking nader uitgewerkt moeten worden.
In een te voeren drugsbeleid kan en mag een project Nazorg en Maatschappelijk
Herstel niet ontbreken en vraagt het sociaal werkgelegenheidsbeleid de volle
aandacht. Samenvattend stemmen wij in met een nota en de verduidelijkingen en
aanvullingen in het nu voorliggende voorstel.
Tot slot voorzitter, verslaving is een zorg voor de gehele samenleving.
De heer VAN DER KALLEN: Een voorstel en een nota die getuigt van de zorg en de
inzet waarmee ze gemaakt is. Daarvoor mijn respect en waardering.
De BSD vindt echter de teneur van de nota eenzijdig gericht op de verslaafde.
Wij missen met name de openbare orde-inzet tegen het gebruik van alle drugs
die de wet verbiedt. Wij storen ons aan de zinsnede met betrekking tot het op
sporingsbeleid ten aanzien van soft-drugs. De BSD is van mening dat het opspo
ringsbeleid t.a.v. alle drugs een hoge prioriteit verdient. Hoe lovenswaardig
de BSD alle voornemens ook vindt, wij hebben de nodige scepsis ten aanzien van
de mogelijkheden van de regionalisering en de uitvoerbaarheid van een methadon
verstrekking als onderdeel van de afbouw van het hard-drugsgebruik
De BSD is bang dat van methadonverstrekking een zekere regionale aantrekkings
kracht kan uitgaan, die wij ten zeerste wensen te vermijden. Wij wijzen metha
donverstrekking dan ook af.
De BSD ondersteunt het aantrekken van een straathoekwerker tenvolle. De BSD
prefereert de middelen die in de eventuele methadonverstrekking gaan, te beste
den aan de opvang van verslaafden en aan de preventie-activiteiten.