- 36 - De heer AERTSSEN: Voorzitter, mag ik dan de heer Van der Stoel even vragen welke mening hij dan precies niet deelt die ik net verkondigd zou hebben. Ik heb alleen aangegeven dat ik nu wel voor het voorstel ben. Ik heb dat verder niet genuanceerd. Ik denk dat ook onze fractie niet gelukkig is met de procedure zoals die is gevolgd. Ik denk dat daar geen misvesrtand over is. Alleen konstateren wij wel dat je iets moet doen op dit moment. Dan kan je wel huilen en zeggen het is allemaal jammer dat het zo gelopen is, maar wij zijn ervoor om dat krediet uit te trekken voor deze verbetering. De VOORZITTER: Akkoord. Ik kom straks op dat punt nog terug De heer BOLSIUS: Ook de fractie van D'66 heeft de grootste bezwaren tegen de financiële salamitactiek, zoals die ten aanzien van dit gebouw gevolgd is. Het antwoord van de wethouder zou ons bijna bewogen hebben om tegen deze be grotingswijziging te stemmen maar wij vinden dat wij het antwoord niet bepa lend mogen laten zijn voor ons standpunt waarmee wij de huidige gebruikers namelijk onevenredig zwaar zouden treffen. Dus nogmaals, de grootste bezwa ren tegen de wijze waarop dit gegaan is, vraag ik uitdrukkelijk de toezegging om nadat dit krediet is toegekend een overzicht te krijgen in de eerstvolgende commissie waarbij precies wordt aangegeven wat de redenen zijn voor welk bedrag wat er in de loop van de maanden uiteindelijk meer gevraagd wordt. Dat is de enige voorwaarde waarop wij akkoord gaan met deze begrotingswijziging. De heer VAN DER KALLEN: Ik ben toch wel een beetje verbaasd over het antwoord van de wethouder. Dat hij daar zelfs een ander gebouw bij sleept wat wel 2 miljoen heeft gekost vind ik wel een beetje een merkwaardige verdediging. Alsof wij tevreden zouden moeten zijn dat dit maar 1 miljoen zou kunnen blijven. Voorzitter, ik heb daar geen boodschap aan. Als ik in de commissies van de heer Dekkers hoorde dat hij niet met zijn hand op het hart zou durven beweren dat het hierbij bleef, dan zou ik zeggen vooruit nog maar of het voorstel van de heer Cats steunen, maar je moet ergens een lijn trekken. Je moet eens zeggen tot hier en niet verder. Ik sluit me dan helemaal aan bij het door de heer Van der Stoel verwoorde dat je inderdaad de kosten tegen de baten moet af wegen, de kosten tegen het toekomstig gebruik. Als dit van tevoren bekend was geweest denk ik niet dat we aan het gebouw waren begonnen. Ik denk ook dat je nu de moed moet kunnen opbrengen om ondanks de eventuele gevolgen voor die tafeltennisvereniging, ik denk dat we over die gevolgen nog maar eens moeten praten, te zeggen dat hier eerst een stuk degelijk huiswerk door het college moet gebeuren of door de dienst gemeentewerken, zodat iets gedetailleerder boven tafel komt wat zojuist door de heer Bolsius is verwoord voordat we hier verder over kunnen beslissen. De heer CATS: Het verheugt mij dat u aan het middel wat ik in de strijd heb geworpen een zware waarde toekent. Ik hoop dat u namens het. college spreekt. U kunt het me toch niet euvel duiden dat ik naar dit wapen grijp - wanneer wij drie keer met het college hebben afgesproken dat dergelijke zaken niet meer kunnen. Het lijkt me dan het eerstkomende middel wat je in de strijd kunt werpen om toch duidelijk een signaal op het college af te vuren dat de raad het meent. Ik handhaaf dus mijn voorstel. De VOORZITTER: Mijn opmerking in uw richting van het bedrag van f1,- was eerder om te zeggen wat daar in het algemeen in de politiek voor waarde aan toegekend wordt. Me dunkt nu het hier een voorstel betreft wat in het ver leden door wethouder Dekkers is behandeld wel heel groot geschut tevoorschijn haalt. Ik vind het op zichzelf terzijde. Het is maar helemaal de vraag of de normen ten aanzien van de 1 gulden kwestie zoals die in de twintiger jaren in het land gesteld zijn tot de onze moeten maken. Daar heb ik uw aandacht voor gevraagd. Het tweede punt dames en heren, is dat het maar helemaal de vraag is of het college u in het verleden dit voorstel zou hebben gedaan als wij ervan be wust waren geweest dat we naar het oordeel van sommigen uwer inderdaad een salami op de snijmachine aan het leggen waren. Dan zou er natuurlijk ook ruimte zijn voor de kritiek en de bezwaren die u naar voren brengt. - 37 - Bij het doen van het voorstel om u andermaal met een krediet lastig te vallen staan je globaal een tweetal middelen voorhanden. Je kunt de beschuldigende vinger uitstekennaar je ambtelijke dienst waar je dan tenslotte ook wel weer verantwoordelijk voor bent, maar je kunt ook zeggen onze taxatie is niet goed geweest in den beginne en dit zijn de resultaten waartoe dit heeft geleid en wij accepteren daar de verantwoordelijkheid voor. Dat is het geval bij deze zaak. Als wij aan het begin ook maar één moment hadden vermoed dat wij een koekoeksjong aan het uitbroeden waren en datzelfde geldt dunkt mij voor u, en wij zouden daarin hebben volhard zélfs als wijjhet koekoeskuiken hadden moeten herkennen, dan heeft u natuurlijk gelijk. Kun je dan nu, nu je de weg zo'n eind bewandeld hebt nog daar in alle redelijkheid een weg terug voor vinden. Die afweging hebben wij evenzeer gemaakt en wij menen dat er, mede gelet op het gebruik wat ervan gemaakt is, de markante verschijningsvorm van het gebouw aan de andere-kant, niet heel wel doenlijk een weg terug is. Dat zijn de konsekwenties van het een en van het ander. In alle eerlijkheid komen wij daarmee ook naar u toe. Ik denk dat als de heer Bolsius vraagt om nog eens precies aan het schrift toe te vertrouwen bij welke gelegenheid wij geconfronteerd worden met welke konsekwenties is hem dat gaarne gegeven, zij dat bij deze gaarne toegezegd. Voor het overige denk ik dat wij de materiële betekenis van de guldenkwestie van de heer Cats begrepen hebben, maar mag ik toch verder begrijpen dat hij niet het bedrag beperkt wil hebben tot f. 231.499,- Uw vingerwijzing, zij het naar de landelijke normen gemeten een heel grote vinger, hebben wij heel goed begrepen. De heer NIJPELS: Het is zwak wat de heer Cats naar voren brengt. Je bent er voor of je bent er tegen. De heer WESTERHOF: Om nu de zaak nog even op een rijtje te zetten het volgende. Er is duidelijk gesteld, u hebt dat niet ontkend, als we in het begin voor dit doel het totaal bedrag geweten hadden was het zeker niet doorgegaan. Ik denk dat dan met algemene stemmen dit voorstel niet doorgegaan zou zijn. De heer NIJPELS: Welk begin bedoel je nu. De heer WESTERHOF:Wij hebben inderdaad een salamipolitiek gevolgd en er is al een heel bedrag uitgegeven. We zitten nu voor de moeilijke beslissing of we hier'neen tegen zeggen. Als we dat doen is ook een belangrijk deel van het al uitgegeven geld in de sloot gegooid. Dat gaat ons te ver. Wij weten dat wij maar op één plaats ons ongenoegen kenbaar kunnen maken over de gang van zaken en dat is aan het college. Wij mogen niet oordelen over de adviseurs van dit college. Vandaar dat wij toch ons voorstel handhaven om met één gulden minder akkoord te gaan en het gaat inderdaad meer om het spel dan om de knikkers. Eén gulden dat is per colleglid ook maar 2 dubbeltjes van de maand september. Mijn voorstel is dus als u als college begrotings wijziging 153 in rekening brengt voor het bedrag wat hier staat, dan zal onze fractie tegenstemmen, als u daar dan vervolgens ter stemming voor dracht een bedrag van f. 231.499,- dan stemmen wij voor om duidelijk te ma ken, dat is dus een wenk naar het college en dan heeft het college aanleiding om deze wenk door te geven aan de adviseurs die het college geadviseerd heb ben. De VOORZITTER: Andere leden die thans nog het woord wensen te voeren De heer De Jongh, de heer Van der Kallen Nu dit woord er zo uitgekomen is wordt de vergadering geschorst. Aldus schorst de voorzitter om 18.45 uur de vergadering.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 225