- 28 -
gestemd en voor de rest kan ik mij aansluiten bij de opmerking van de heer
Van Es in eerste termijn dat ik op dit moment toch wel de indruk krijg dat
een deel als restauratiekosten wordt opgevoerd wat eigenlijk op een andere
post thuis zou kunnen horen.
De heer VAN ES: Als wij voor dit voorstel zouden mogen zijn, dan hoop ik niet
dat u daar de konsekwentie aan verbindt dat wij ook akkoord zullen gaan met
het herinrichten van de Maagdkerk als een toneelzaal.
De VOORZITTER: Dank u zeer, ook dat schot voor de boeg zij u gegund en gegeven
Dames en heren, het is natuurlijk niet.allemaal nr. 11 wat de klok slaat,
maar ik begrijp dat de heer Van de Water nog een opmerking wilde maken
De heer VAN DE WATER: Ik had het aande fractievoorzitter gevraagd om te doen.
Ik ben tegen punt 11 omdat ik de restauratie zie in een heel ander daglicht
dan u schetste met betrekking tot de Markiezenhof en de Grote Kerk. Ik ben
tegen 11
De VOORZITTER:ik meen dat ik slechts ten aanzien van de financiering enige
samenhang had genoemd. Ik wil u er overigens wel op wijzen dat natuurlijk
in de restauratiebedragen ten aanzien van de bruikbaarheid van de voormalige
kazerne ook bedragen genoemd zijn en ik kan u natuurlijk bij lange na niet
zeggen dat dat ongeveer fifty-fifty geweest is.
Dames en heren, is zoiets zonder konsekwenties Neen. Maar de weigering van
de minister om dit gebouw op de lijst te-handhaven-kan evenmin zonder konse
kwenties zijn en in dat spel moet u natuurlijk participeren. Als u daarin
niet thuis geeft, niet tot participatie geniegd bent, dan zult u op een gege
ven moment hier een ineengevallen rijksmonument tegenkomen waar niemand zich
kennelijk iets aantrekt, maar waarvan u wel eigenaar bent, waardoor het door
velen geprezen gebouw natuurlijk ook niet de nodige aandacht krijgt die het
verdient.
Belangrijkste konsekwentie van dit besluit is om de omvang van het probleem
ook bij de rijksoverheid bekend te maken en niet meer en niet minder dan dat.
De heer Van der Kallen wel aantekening dat hij tegen is, de heer Van de Water
evenzeer. Hen zij die aantekening vergund. Ik merk andermaal op dat u zich daar
mee buiten de discussie wenst te stellen en ik vind dat niet verstandig.
Dan dames en heren, als geen van de anderen daarover nog het woord wenst te
voeren en u wenst geen aantekening voor het overige, is aldus besloten.
Voorstel tot het verlenen van een krediet ad. f. 33.900,- (excl. b.t.w.)
ten behoeve van het opstellen van een bestemmingsplan "De Schil" door een
extern bureau.
(Verzameling 1987, nr. RO/142)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan
genomen.
Voorstel tot het toekennen van schadevergoeding ex artikel 49 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening.
(Verzameling 1987, nr. RO/141)
De heer WETSERHOF: Onze fractie is niet tegen dit voorstel, dat zullen we ook
moeilijk kunnen want wijhebben als raad ermee ingestemd dat het verzoek om
schadevergoeding ontvankelijk was en de commissie ingesteld. Nu komt die
commissie met een uitslag en ik denk dat wij ons daar bij neer moeten leggen.
Ik denk wel dat wij daar een beetje leergeld mee betaald hebben. Daar be
doel ik mee dat we in de toekomst toch misschien nog iets zorgvuldiger moeten
optreden met plannen in de binnenstadn, dat wij ook voordat wij een projekt
aanpakken duidelijk moeten maken wie betaalt bij eventuele schadeclaims.
Ik denk dat dat van geval tot geval bekeken zal moeten worden. Ik maak ook
de opmerking dat dat dus niet wil zeggen, ondanks die twee voorwaarden, dat
wij dus maar moeten afzien van inbreiplannen. Ik denk dat dat niet de bedoeling
- 29 -
Toch krijg in bij deze hele gang van zaken een beetje een rare smaak in de
mond als ik nu merk dat de schadecommissie als op 20 maart een uitspraak ge
daan heeft, terwijl er natuurlijk nog niets gebeurd was. Ik vraag me af of
er geen mogelijkheid is dat wij wachten. De betrokkenen lijden niet op korte
termijn schade, maar op langere termijn. Ik denk dat zelfs experts die hier
benoemd zijn en die ik aanneem wel goed bouwplannen kunnen vertalen in de wer
kelijkheid toch niet helemaal kunnen beoordelen hoe de situatie wordt, temeer
daar behalve de negatieve effecten ook positieve effecten aanwezig zijn. Iemand
heeft bijv. een achteringang gekregen die hij tot nog toe niet had. Ik denk
dat dat ook waardeverhogend werkt. Kortom ik vraag me af of we in de toekomst
in dit soort gevallen ook niet kunnen wachten met de schade vast te stellen tot
het moment dat bouwplannen helemaal gerealiseerd zijn. Ik denk dat je dan een
wat zuiverder beeld krijgt.
De heer VAN KEMENADE: In de commissie financiën hebben wij uitvoerig over dit
onderwerp gesproken. Onze fractie is van mening dat als een overheid, ook een
lokale overheid, een handeling pleegt die aantoonbaar schade oplevert voor inge
zetenen, het wel degelijk noodzakelijk zou kunnen zijn om daarvoor een ver
goeding te betalen. Principieel zijn wij zeker niet tegen dit voorstel, ook te
gen voorstellen van dit strekking niet. Wel en dat was mijn conclusie in ieder
geval in de commissie financiën geeft dat toch een extra verantwoordelijkheid
en ik benhet daar helemaal eens met de heer Westerhof, voor een gemeentebestuur
en ook de ambtenaren die voorbereidend bezig zijn om nog nauwkeuriger in de
toekomst te werk te gaan, want deze uitslag betekent gewoon dat je bij elke
handeling die je verricht binnen je gemeente dat je daar dat risico loopt.
Ik ben het tevens eens met de uitspraak van de heer Westerhof dat we ook eens
een studie, maar dan tussen aanhalingstekens want het zal misschien niet zo
ingewikkeld zijn, maar eens wat onderzoek zouden moeten doen of we niet een
beleid uit kunnen stippelen dat je vooraf vaststelt als er schade ontstaat waar
die dan terechtkomt. Ik denk dat dat voor de toekomst ook een heel belangrijk
punt zal kunnen worden dat het niet altijd de overheid is of dat je van tevoren
daarover afspraken maakt.
Wij zijn overigens voor het voorstel
De VOORZITTER: Mag ik u dan een voorstel doen om de discussie in twee delen te
splitsen, dat is eigenlij,k de zaak zelve en de procedure die we gevolgd hebben,
zoals die in uw eigen verordening overigens is vastgelegd ten behoeve van de
heer en mevrouw De Valk en de heer Van de Ven van de Noordsingel.
Daarnaast is bij sommigen de vraag waar te nemen moeten wij naar een andere pro
cedure toe Ik denk dat het beter is die vraagop zichzelfstaand met deze kennis
en wetenschap eens in enigerlei commissie aan de orde te stellen, dan die hier
mee annex te maken en ons uitspraken te ontlokken van dit of dat zou wel kunnen.
Natuurlijk kunnen wij van tevoren afspraken erover maken. De haalbaarheid daar
van zouden we toch ook eens even moeten checken. Artikel 49 van de wet op de
ruimtelijke ordening bepaalt dat de raad tot besluitvorming komt. Hoe je nu
precies de konsekwenties van een besluit dat u neemt eventueel op het bord
van een ander zou kunnen leggen, daarover wil ik geen verwachtingen wekken.
Ik wil slechts zeggen daar moeten we eens heel goed en zorgvuldig naar kijken.
Ik weet niet of de heer Van der Velden omtrent de zaak zelve nog behoefte
heeft
De heer NIJPELS: Mag ik nog even een vraag stellen, dan kan die gelijk be
antwoord worden. Zijn er nog meer aanvragen gekomen na deze voor schade
vergoeding
De VOORZITTER: Verschillende ja, nou verschillende tenminste één.
De heer NIJPELS: Daar duidt nu de heer Westerhof ook op, op het gevaar wat
er ru komt, maar daar weten wij dan niets van.
De VOORZITTER: U neemt thans een besluit gelet op de procedure, gezien de
adviezen op ditterrein. Ik denk dat het verstandig is om u daartoe te beperken.
Het vraagstuk of u de procedure zou moeten veranderen staat daar eigenlijk
min of meer los van. Je merkt landelijk op dat de kroon ook in het algemeen