- 12 -
De heer RONNES: Het voorstel inzake de opvang van asielzoekers i een kon-
sekwente voortzetting van het beleid zoals dat gestalte krijgt met betrek
king tot andere vluchtelingen. Het betreft weliswaar de uitvoering van cen
traal vastgesteld beleid, maar toch kunnen wij als gemeente een eigen ka
rakter geven aan de verschillende aspecten diemet de opvang samenhangen.
De P.v.d.A.-fractie wil dat daaraan de nodige aandacht wordt besteed in het
in het voorstel genoemde draaiboek. Met name de aspecten opvang en begeleiding
en huisvesting nemen een belangrijke plaats in. De eerste kontakten in hun
nieuwe woon- en leefomgeving zijn immers zowel voor de asielzoekers als de
Bergse buren van kardinaal belang om een goede verstandhouding te kunnen op
bouwen. Dit dringt des te meer, ik bedoel die begeleiding, omdat wij weten
dat niet alle stadgenoten, mijnheer Van Wijk, de medewerking aande opvang
ten volle waarderen. Voor ons betreft de begeleiding dus vanzelfsprekend ook
de buurt en niet alleen de asielzoekers.
De P.v.d.A-fractie vindt het belangrijk en doet daarom het voorstel dat deze
raad het draaiboek vaststelt nadat het in de beide funktionele commissies is
besproken. Het punt van de parttime kracht waar zojuist over gesproken is
daarvan vinden wij dat we daar echt niet nu over moeten beslissen maar dat
dat inderdaad in de commissies binnen het draaiboek aan de orde moet komen.
Wij vinden op voorhand dat misschien zelfs een landelijke organisatie voor
vluchtelingenhulp daartoe zou kunnen worden aangesproken. Dat is dan in de
commissie, vinden wij, ter discussie.
Na de commissiebehandeling zouden we in de raad deze belangrijke zaak kunnen
vaststellen. Wij realiseren ons dat ons voorstel iets verder gaat dan wij in
de commissie naar voren hebben gebracht en hetgeen door de voorzitter daar
is toegezegd. Ik hoop dat ons gewijzigd standpunt hiermee voldoende is toege
licht.
De VOORZITTER: Mijnheer Ronnes, betekent dat ook een feitelijke wijziging
van het besluitenpakket zoals u dat op blz. 587 vindt.
De heer RONNES: In onze gedachte kunt u punt VI de begeleidende kracht
van D'66 schrappen en daarvoor in de plaats zetten bespreking in de funktio
nele commissies en vaststelling door de gemeenteraad.
De VOORZITTER: Bespreking in de funktionele commissies is vaststellen dat
water nat is. Funktionele commissies zijn een vast onderdeel van de besluit
vorming en om die telkenmale in besluiten van de raad op te nemen is wat over
bodig. Dat de toegezegde evaluatie na enige .tijd, het draaiboek zoals u dat
noemt, in de funktionele commissies komt ligt eveneens vast. Zodoende stel ik
vast dat er één amendement .is om eraan toe te voegen en dat u geen feitelijke
wijziging voorstel en dat u zegt nee ik wil, maar dat inhoudelijk naar mevrouw
v.d. Putte, daar nu nog niet over beslissen. Ik denk dat ik het zo goed samen
gevat heb.
De heer NIJPELS: Ik ben het eigenlijk met geen van de sprekers eens, alleen
met de heer Van Wijk. Ik zou ook de huiskamers wel eens willen horen als zij
vanavond thuiskomen. Ja dat is wel prachtig een sociaal gezicht naar buiten
gebracht maar ik wil ze niet naast mijn deur hebben hoor. Daar begint het
al mee, binnenskamers. Voor de rest sta ik geheel achter het voorstel van
de heer Van Wijk. Wij hebben geoeg bijstandtrekkers, het gaat niet om die
bijstandstrekkers, het gaat niet om die mensen, maar het gaat erom kunnen
wij nog wat hebben. Wij nemen lasten op ons die wij ons niet kunnen veroor
loven. Ik vind de woorden van de heer Van Wijk, hoe de anderen ook gesproken
hebben, juist en eerlijk.
De heer BAKX, wethouder: Eerst wat in het algemeen. De ROA zoals we die op
dit moment kennen is nog niet officieel in werking. De datum 1 juli werd
niet haalbaar geacht. 1 oktober is nu als mogelijke volgende datum ge
noemd. Waar we eigenlijk in feite hier over spreken is de voorloper van
de ROA. Daarmee is meteen ook de angst weggenomen, zoals die bij deze en gene
ook bestaat dat dit een aparte regeling is die u denk ik niet mag vergelijken
met de bijstandtrekkers
- 13 -
Dan aan het adres van de heer Van Wijk wil ik zeggen dat hetgeen hij opmerkt
over spreiding en het grote aantal minderheden in onze stad, dit op zich
een juiste konstatering is. Ik denk ook dat je aan de andere kant het nadruk
kelijk beroep van een rijksoverheid om deze mensen te helpen niet naast je
neer kan leggen. Vandaar dat wij ook met name op humanitaire gronden hebben
gezegd we willen toch wat dat betreft een open huis vormen en we willen deze
mensen een kans geven. Het gaat in de praktijk zo werken dat deze mensen
tijdelijk gehuisvest worden tot bekend is geworden wat voor status zij heb
ben. De dreiging voor die mensen dat zij alsnog uitgezet kunnen worden blijft
altijd aanwezig. Dan snapt u ook wel dat ondanks dat men hier aandacht aan
besteed, de dreiging voor de mensen zelf altijd aanwezig blijft. Wij hebben
al enige ervaring op kunnen doen met andere gemeenten, o.a. Den Helder is
vorig jaar als eerste gestart roet de opvang van, in dit geval, Tamils. Daar
hebben wij wat ervaring mee uitgewisseld. Daar bleek in ieder geval duide
lijk uit dat je de begeleiding zeer zorgvuldig moet laten verlopen, juist
om die zaken zoals door de heer Van Wijk maar ook door de heer Nijpels aan
geroerd, te voorkomen. Je moet natuurlijk uitkijken dat wij hier in deze
raad geen stemming gaan maken om dat anders te doen zijn dan het dadelijk in
de praktijk zal moeten worden. Dan denk ik dat wat mevrouw v.d. Putte op
merkt ten aanzien van de parttime kracht het op dit moment nog geen uitge
maakte zaak is aan welke instelling we dat mogelijkerwijs zouden kunnen op
hangen. Er zijn wel wat gedachten naar voren gebracht, de heer Ronnes heeft
o.a. genoemd het vluchtelingenwerk Nederland. Eén punt is wel duidelijk dat
als je daar mensen voor aantrekt je toch kwalitatief goede mensen zult moeten
hebben die met de materie om kunnen gaan. Wat dat betreft is dat voor het
college op dit moment nog een open vraag. Daar zal het draaiboek te zijner
tijd uitkomst in moeten bieden. Ik doe nog geen voorstel in de richting van
we hangen het maar aan een of andere instelling op. Ik dacht dat we dat op dit
moment nog niet kunnen beslissen.
De heer Van der Stoel maakt ook ten aanzien van de integratie en de status
een opmerking. De status is duidelijk. Men zal zo'n lange periode nodig hebben
dat ze gehuisvest worden om die status te onderzoeken. Wat dat betreft zal
het in de praktijk toch best problemen.geven. Deze mensen worden gehuisvest,
mogen in feite niets doen. Ze mogen zelfs niet integreren want hun status
moet eerst vastgesteld worden. Daarna kan men pas zeggenof men al dan niet
vluchteling is.
De heer Van der Kallen maakt nog een opmerking over de begeleiding en de voor
lichting en dan gezien vanuit de rijksoverheid. Het zal duidelijk zijn dat de
rijksoverheid hier zeer nadrukkelijk bij betrokken is. Wij hebben een aantal
gesprekken gehad met WVC waarin alle medewerking ten aanzien van de voor
lichting wordt gegeven. Er zijn al een aantal bijeenkomsten geweest met met
name het vluchtelingenwerk Nederland, die dit soort projekten in het verleden
al eens opgepakt hebben. Daar zullen wij nadrukkelijk voeling mee houden
en daar waar nodig zullen wij zeker het ministerie wat dat betreft volgen.
De heer Ronnes vraagt nog specifiek naar de beleiding en de funktionele kracht
Ik ben het met hem eens dat het draaiboek in de onderscheiden commissies nader
kan worden ingevuld omdat op dit moment voor het college niet voor 100% zeker
is hoe we die begeleiding willen oppakken. Als de raad, dat proef ik ook uit
de woorden van mevrouw V.d.Putte, nadrukkelijk betrokken wil worden bij de
invulling van die begeleiding denk ik dat het college er geen enkele moeite
mee heeft om in de functionele commissies dit draaiboek vast te stellen en
te bespreken. We weten dan zeker dat we op de goede lijn zitten.
De heer Nijpels maakt nog een paar vergelijkingen met de bijstandstrekkers.
Ik denk dat we nadrukkelijk die categorie er niet bij moeten betrekken. Deze
mensen komen in een aparte regeling en wij kunnen dan inderdaad wel veel bij-