- 24
Nu zijn er adviezen van commissies die op generlei wijze hebben aangegeven
dat die f. 7000,- onverantwoord was,nu maakt eén raadslid, die overigens -
dat is terecht - ook in de commissie daar een opmerking over gemaakt heeft
wat verder niet tot gevolg had dat er geen positief advies naar de raad
gmg, een opmerking en krijg ik de indruk dat de hele raad praktisch begint
te twijfelen aan wat er hier op papier is gezet.
Dat vind ik hoogst merkwaardig, maar van mij mag het aangehouden worden. Ik
zou wel het desbetreffende raadslid willen adviseren samen met mij aan de
dienst gemeentewerken aan te geven waar het dan fout zou kunnen gaan.
De heer VAN DE WATER: Ik wil het hier in de raad zelfs doen maar ik geloof
niet dat dat een goede zaak is.
De heer DE JONGH: Ik heb al enige tijd geprobeerd de aandacht te trekken om
ook het woord te mogen voeren want ik was toch voornemens om een wat af
wijkend geluid te laten horen. Ik denk dat de heer Dekkers het met name in
zijn laatste betoog niet beter had kunnen verwoorden, maar de fractie van
de Partij van de Arbeid vindt dat deze zaak correct behandeld is en voelt
er weinig voor om tot een uitstel over te gaan.
De VOORZITTER: Mag ik even Uw vingers zien wie voor aanhouden is, dus voor
het voorstel van de heer Van de Water. Ik heb toch de indruk dat dat een
meerderheid is.
Het voorstel wordt één maand aangehouden.
25.
De heer VAN DER KALLEN: Misschien ben ik een cultuurbarbaar en mis ik de ver-
eeldmgskracht en de juiste smaak om deze kunstvormen te mogen beoordelen
desondanks meen ik iets te moeten zeggen ten aanzien van deze begrotingswij
ziging. Fl. 70.000,- Bergs gemeenschapsgeld is niet gering, terwijl ook de
hogere overheden een niet geringe bijdrage leveren. Ik weet het, velen zijn
vanmening dat de politiek zich niet met de inhoud van kunst moet bemoeien.
Ik deel die mening voorzover die kunst de gemeenschap ook geen geld kost
en die kunst geen deel uitmaakt van het aanzicht van de stad. Tot nu toe
zijn de m onze stad buiten opgestelde beelden en kunstwerken realistisch
en voor vrijwel iedere Bergenaar in één oogopslag te begrijpen. Ik mis deze
toegankelijkheid bij deze drie kunstwerken. Indien ze dan ook geplaatst
worden verzoek ik U er een bordje bij te plaatsen met de navolgende woorden!
Waarschuwing, het publiek wordt verzocht de tentoongestelde werken alleen
maar de bekijken en niet te begrijpen.» Ik vind deze kunstwerken niet passen
in het beeld van onze stad. Ik verzoek U dan ook mij de aantekening te ver
lenen tegen deze begrotingswijziging te zijn. Ik verzoek de raad om verge
ving voor mijn mogelijk tentoongesteld cultuurbarbarisme, maar ik heb de
mogelijk bekrompen mening dat kunst ontstaat door samenwerking van de natuur
en een kunstenaar en ik vind dat hoe minder de kunstenaar erbij doet hoe beter,
ning C 6enS gezegd "kunst is geconcentreerde natuur". Ik deel die me-
De VOORZITTER: Ik dank U zeer voor deze fraaie ontboezeming die wellicht ge-
zoals ruiiflOOlermdrvidueeiste expressie van de allerindividueelste emotie,
zoais ruim 100 jaar geleden kunst werd omschreven.
Mevrouw V.D.PUTTE: Ik begrijp dat ik tussen twee cultuurbarbaren inzit,
ik vind juist het onbegrijpelijke in de kunst zo boeiend. We mogen ons
hier geen oordeel over de kunst zelf aanmatigen.
Safefon d?ÏTd fflet ditDvoorstel- Ik vind het zelfs een uitstekende zaak
prhfp„ d terrein m Bergen op Zoom enige actie is ondernomen. Ik wil
Sn-n T 'kSning Plaatsen. De procedure rond deze beschikbaar-
fif f n 70*000'- 13 ^voldoende onderwerp van discussie vooraf ge
weest. De wijze waarop dit is gegaan kan leiden tot precedentwerking. Ik
vind dat deze procedure toch maar eens een keer in. de commissie Financiën
besproken moet worden.
25 -
Mevrouw AMBAGTS: Onze fractie is voor beschikbaarstelling van het krediet
van f. 70.000,- Ik zou de heer Van der Kallen het volgende willen vragen.
De gemeente stelt gelden beschikbaar voor sportciuos. Moeten wij als
gemeenteraad ons vervolgens gaan bezighouden met de inhoud van de wedstrijden
De heer VAN DER KALLEN: Gelukkig niet. Sport acht ik heel iets anders dan kunst.
Bij sport is het ook nog zo in tegenstelling tot een beeld dat je de keus
hebt of je er naar wilt kijken en een beeld staat meestal op een in het oog
vallende plaats zodat je er wel naar moet kijken.
Mevrouw AMBAGTS: Dus als we de beelden achter bosjes plaatsen mag het.
De heer VAN DER KALLEN: Nee, maar dan heb ik bezwaar tegen die f. 70.000,-
Het is mijn persoonlijke mening en daar blijf ik bij.
De VOORZITTER: Er'is geloof ik in dit land wel eens meer over dit onderwerp ge
sproken.
Het woord is aan wethouder Dekkers over het kunstzinnige onderdeel en de heer
Stuart over het procedurele deel?
De heer DEKKERS, wethouder: Ik neem kennis van hetgeen de heer Van der Kallen
heeft gezegd. Er is geen kredietvoorstel om er plaatjes bij te zetten met
een beschrijving, dus ik denk dat dat niet gerealiseerd zal kunnen worden,
daarvoor ontbreken dan denk ik de middelen.
De procedure is naar mijn mening correct verlopen. Er is op een gegeven moment
een vraag gesteld ten aanzien van een activiteit die plaats zou vinden in
het kader van 700-jaar Heerlijkheid Bergen op Zoom,namelijk te komen tot het
realiseren van een kunstroute. Het college heeft laten weten dat het voor
nemens was een voorstel in de richting van de gemeenteraad te sturen maar
heeft vooraf nog de nodige informatie gevraagd.
Op het moment dat die nodige informatie binnen was is het voorstel via behande
ling in de commissie aan de raad voorgelegd. Ik denk dat dat de normale pro
cedure is. Daarbij kon gezegd worden of men het wel of niet met het voornemen
van het college eens was en is het vanavond hier op de juiste wijze, naar mijn
mening, aan de orde.
De heer STUART, wethouder: In de commissie Financiën heeft men zich afgevraagd
en zo hoort het denk ik, of er in het betreffende fonds voldoende middelen
aanwezig waren en het antwoord daarop was ja.
De heer VAN DER STOEL: Zo functioneert de commissie Financiën.
De heer BOLSIUS: In de tweede termijn is het mij vergund om namens D'66 hier
ook nog iets over te mogen zeggen, omdat mevrouw v.d. Putte enige vergelijking
tussen het standpunt van de heer Van der Kallen en het mijne meende te moeten
bespeuren waar ze eigenlijk ook wel gelijk in heeft.
Wat ik zou willen vragen is het volgende.
Als een verzoek het college bereikt, zou het dan niet mogelijk zijn om de brief
van het college even op te houden, de vraagstelling in de commissie te bespreken
Wellicht dat goede suggesties van procedurele aard, bijv. om ook nog andere
mensen in de commissie die moet oordelen over het voorstel naar de raad, te doen
plaatsnemen. Ik denk dat dat ook ten opzichte van ons beter was geweest. Nu is
er in feite sprake van een fait accompli, waar een aantal mensen terecht zeer
gelukkig mee is, maar waarvan ik mag zeggen dat ik uitsluitend en alleen over
tuigd ben door het feit dat men gezegd heeft dat als ik in leven zou kunnen
blijven tot het 750-jarig bestaan, ik dan misschien datgene mooi zal vinden
wat ik nu niet mooi vind.
De VOORZITTER: De vraag is natuurlijk of Uw procedurele opmerkingen ingegeven
worden door Uw oordeel over de kunst als zodanig of dat het op zichzelf staande
oordelen zijn. Wij willen in het college nog wel eens kijken of als er ander
maal dit soort verzoeken komen of we ten aanzien van de vraagstelling omtrent
de inhoud ons tevens realiserend alsdan op glad ijs te kunnen worden aangetrof
fen, een zekere mate van vraagstelling ook via de commissie te laten verlopen.
De frequentie van dit soort voorstellen is wellicht ook helaas niet al te
groot.