- 48 - II b. op biz. 496 dient achter Sociaal Kultureel Werk te worden ingevoegd de woorden De heer VAN DER STOEL: En e. geschrapt. De VOORZITTER: Ik denk niet dat u kunt zeggen dat e. geschrapt is. Er is aan datgene wat gesteld is nauwelijks, enig rechtsvervolg te vinden. De heer VAN DER STOEL: Het feit dat we tegen e. hebben gestemd houdt in dat we dat deel van het bezwaarschrift waar het betrekking op heeft niet ongegrond verklaren. U hebt gekozen voor een splitsing en dan is dit daar de consequentie van. De VOORZITTER: Dan denk'ik dat II b. moet worden gelezen "Het bezwaarschrift van de stichting Sociaal Kultureel Wëhk, daaronder begrepen de werkeenheden Kastanje en Spuihuis met inachtneming van het onder I sub. a en b. gestelde gegrond te verklaren." De heer VAN DE WATER: Daar is de fractie Stadspartij/Gemeentebelangen tegen. De VOORZITTER: Tegen deze besluitvorming zijn de fractie van de Partij van de Arbeid, D'66, Gemeentebelangen/Stadspartij. Andere leden van uw raad zijn voor zodat het dan zo is aangenomen. Dan dames en heren krijgen wij 2 c. Ten gevolge van het bepaalde onder b. zouden de laatste drie regels, dus dat deel wat begint met mevrouw C. van de Water kunnen komen te vervallen. Zijn er behalve de fracties van de P.v.d.A. en D'66 andere leden onder u die daartegen zijn Dan is dat zo aangenomen. d. Wie van u is er, behoudens de fracties van de P.v.d.A. en D'66 tegen d. Geen uwer, dan is dat zo aangenomen. e. Mevrouw V.D. PUTTE: Daar wil ik hoofdelijke stemming over, voorzitter. De VOORZITTER: Ik ben niet altijd zeker waar u voor of tegen bent, dat is vanavond voldoende gebleken geloof ik. Ik begrijp dat hoofdelijke stemming gevraagd wordt over II e. De heer DE JONGH: Ik zou graag een korte stemverklaring afleggen. Ik heb toch behoefte om mede namens mijn fractie enig ongenoegen over de gang van zaken tot uiting te brengen. Daar zijn wij uiteraard mede schuldig aan, dat realiseer ik mij erg goed. Wij willen onze consequente lijn bij dit punt ook dqorzetten, wij zullen tegen stemmen, maar ik wens wel aangetekend te heb ben dat het ingegeven is vanuit datgene wat de heer Ronnes in de eerste ter mijn van zijn betoog heeft aangegeven en dat dat de basis is waarom wij tegen het hele voorstel zijn zoals het hier voorligt. De VOORZITTER: Dan vraag ik u stemming over II e, zoals het voorkomt op blz 497. Voor stemmen: de heren Van Wijk, P.M.L. Franken, mevrouw Van Dort, de heren A.J. Franken, Cats, Westerhof, Stuart, Dekkers, Van der Velden, Bakx, van Kemenade, mevrouw Krijger, de heren Van der Stoel, Smits, mevrouw Noorman, de heren Nijpels, van der Kallen, mevrouw v.d. Putte, de heren Bolsius van Rs en van de Water. Tegen stemmen: de heren Muller, de Jongh, mevrouw Ambagts, de heer Boogaart, mevrouw Dirkerde heer Aertssen, mevrouw Veraart, de heer Ronnes. Voor het gestelde onder e. op pag. 497 hebben gestemd 21 leden van uw raad, 8 daartegen, zodat het is aangenomen. Wij zijn hiermee gekomen aan het einde van de vaststelling van de nota Welziin 1987 - 1990. - 49 - 20. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage in de renovatie van huize Lievens- berg door de Stichting Aktie Breek. (Verzameling 1987, nr. AZ/123) De heer VAN ES: Bij dit voorstel spelen voor ons een aantal factoren mee. Ten eerste de aktiviteiten van de Stichting Breek op deze lokatie hebben zoals be kend niet onze instemming. Naar onze mening hebben zij bovendien een streekge- westelijk karakter. De erfpachtovereenkomst met de stichting bevat een clausule waarin wordt vermeld dat bij het ingaan van de pachtovereenkomst het pand wordt aanvaard in de toestand waarin het zich op dat ogenblik be vindt. Ten derde bestaat er een risico dat een gemeentelijk eigendom bij niet ingrijpen belangrijke schade zal oplopen. Ten vierde.Doordat de verhoogde erfpachtcanon via een verhoging van de sub sidie zal worden genivelleerd, kost deze reparatie de gemeente f. 15.000,- per jaar. Deze feiten tegen elkaar afwegend komen wij tot de conclusie dat we teneinde een gemeentelijk eigendom in stand te houden bereid zijn in te stemmen met een kredietverlening maar de verhoogde erfpachtcanon niet door verhoogde ge meentelijke subsidie wensen te nivelleren. De oorspronkelijke erfpachtcanon is gebaseerd op de waarde van het pand op het ogenblik van afsluiten van de overeenkomst. Zou het dak voordien door de gemeente zijn gerepareerd, dan zou de canon ook hoger zijn uitgevallen. Wij zijn dus tegen het onderdeel III van voorstel AZ/123. De heer DEKKERS, wethouder: Om met het laatste te beginnen. Als de heer Van Es zegt als het dak zou zijn gerepareerd alvorens de pachtovereenkomst zou zijn aangegaan, dan had dat wellicht geleid en of we dan precies aan dit bedrag zouden zijn gekomen of tot een ander bedrag, tot een verhoogde waarde roet derhalve als gevolg daarvan een hogere erfpachtcanon. We zouden dan hebben kunnen discussiëren met het ministerie om daarin een bijdrage te krijgen en dan gaat het om de rijksbijdrageregeling die voor de-Sosjale Joenit geldt. Het laat zich betwijfelen^of dat positief zou zijn uitgevallen. We hebben als gevolg van deze operatie enige bijstelling van de huisvestingskosten ge kregen voor de Sosjale Joenit.Dat zou het effect wellicht, maar het is een beetje een theoretische benadering, hetzelfde hebben kunnen zijn als uit het voorstel voortvloeit. Niettemin kan ik u zeggen dat wij ook niet hebben staan juichen dat we hebben moeten vaststellen dat er f.1 50.000,- uit de gemeente kas bij zou moeten, maar alles afwegende ook wat u aanstipt, het gaat om een gemeentepand, hebben we medewerking gegeven om daar huisvesting en de activiteiten van de Sosjale Joenit te laten plaatsvinden, dat deze mede betaling van de zijde van de gemeente toch verantwoord moet worden geacht. Wij doen het middels bij subsidiëring via verhoging van de erfpachtcanon om de doodeenvoudige reden dat er anders naar onze mening problemen-ontstaan voor de Sosjale Joenit en we doen het op deze wijze om duidelijk te houden, wanneer er eventueel een andere financieringswijze zou kunnen komen rondom de Sosjale Joenit een en ander in ieder geval duidelijk blijft voor de toe komst. De VOORZITTER: Dat heeft u kunnen overtuigen, mijnheer van Es. De heer VAN ES: Dat heeft het niet.De wethouder heeft wel aangegeven dat er ook van gemeentewege problemen mee waren omdat men natuurlijk ook wel ziet dat dit geld gaat kosten. Wij blijven gewoon bij ons standpunt. Er zijn ook nog een paar andere punten die meespelen en dat doet ons overwegen bij ons standpunt te blijven. De VOORZITTER: Mogen wij volstaan met u aantekening te verlenen daar tegen te zijn Wenst een van de andere leden van de raad stemming. Zoniet dan is onder aantekening dat de fractie Gemeentebelangen/stadspartij tegen het onderdeel III van het besluit is de zaak aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 188