- 44 -
Als dat een bedrag op een gegeven moment of enig onderdeel van dat bedrag
niet toevloeit of onderdeel uit gaat maken meer in de toekomst van de
f. 255.000,- die wij dachten in deze sector te moeten bezuinigen, krijgen
we natuurlijk een probleem erbij. Daar kunnen we wellicht op een.ander moment
nog eens met elkaar over discussiëren wanneer het bestuur van de stichting
Buffetten zich over die materie heeft gebogen.
De heer VAN DER STOEL: Als ik uit deze woorden mag begrijpen dat de wethouder
de motie overneemt omdat die op grote steun berust, dan zou ik toch niet graag
willen roeemaken en hoop ik dat ik namens meer mensen spreek, dat vanaf volgen
de maand allerlei kosten aan de stichting Buffetten worden toegerekend zodat
er van geen enkele uitkering sprake is. Als de motie wordt aangenomen is dit
een overduidelijke strekking en ik zou tegen de stichting Buffetten toch in
dringend kunnen mededelen maar ook het college van B W want dat schijnt er
over te beraadslagen er stukken over te schrijven dat de bedoeling is dat
mensen die uren achter die bar staan om hun vereniging te laten functioneren
er voor hun vereniging iets van terugzien en er is geen enkele boekhoudkundige
regel die dat kan ontkrachten, anders zitten we hier natuurlijk een uur lang
ongeveer voor niets te praten om het netjes uit te drukken.
De heer DEKKERS, wethouder: Mijnheer van der Stoel, ik denk dat het ook zo ge
zien zou kunnen worden dat van die verenigingen die thans een uitkering van
de stichting Buffetten krijgen, een bijdrage gevraagd wordt in het sluitend
maken middels deze operatie van de gemeentebegroting, en dat als gevolg daar
van wij een discussiepunt minder hebben nl. om nog eens f. 30.000,- op de re
guliere subsidie zoals die in de lijst voorkomen te bezuinigen. Ik denk dat
het college en ik als voorzitter van de stichting Buffetten optimaal kennis
hebben genomen van hetgeen hier vanavond naar voren is gebracht. Hoe de uit
werking daarvan precies in de praktijk zal lopen kan ik op dit moment zonder
nadere onderlinge beraadslaging denk ik zowel binnen het college als binnen
de stichting Buffetten uiteraard niet invullen, maar wij zullen u daarvan op
de hoogte houden.
Wat stellen we nu vast, voörzitter, en waar discussiëren we over. Ik denk dat
wij vaststellen voor de volgende jaren het toekomstperspectief, het raamwerk.
Dat betekent dat we daarin in grote lijnen aangeven wat ons beleid is, ook
de financiële ondersteuning naar instellingen toe. Ik heb in eerst termijn
aangegeven dat het uiteraard de raad vrijstaat om bij het programma daarover
opnieuw te discussiëren, maar evenals in de voorgaande periode denk ik dat
het niet zo kan zijn dat vandaag gezegd wordt a la, 1987 doen we dan maar
1988 laten we in het ongewisse of we dat misschien helemaal overhoop halen.
Ik denk dat dat ook niet de goede situatie is. We krijgen uiteraard begro
tingen ingediend voor de daarop volgende jaren, die kunnen aanleiding geven
evenals de aanzet die het college in deze notitie heeft aangegeven, om te
zeggen wij willen op voorhand dat aan die of die aandachtsvelden aandacht
wordt besteed, beoordelingsmomenten kunnen zijn om uiteindelijk het bedrag
in het jaarprogramma nader te bepalen. Dat nader bepalen is dan in ieder ge
val begrensd door het totaalbedrag, een totaalbedrag waarvan het oöllege
heeft gezegd dat wij dat toekomstperspectief, daar past het totaalbedrag
ook in, zullen trachten zoveel mogelijk overeind te houden.
De motie van D'66 ondersteund door anderen. Het neigt ernaar dat vastgesteld
moet worden dat het college niet in staat is en de raad niet in staat is,
zonder instellen van een afzonderlijke werkgroep te beoordelen of het wel
zijnswerk door de instellingen en/of de verenigingen gestalte wordt gegeven
op de wijze zoals wij dat wensen. Als die motie zo moet worden uitgelegd,
dan heb ik de indruk dat die naar mijn stellige overtuiging geen aanvaarding
verdient. Sterker gezegd heb ik de indruk dat D'66 middels die motie de raad
wil laten uitspreken dat ze ten aanzien van deze portefeuillehouder weinig
vertrouwen meer heeft. Daar zou ik het bij willen laten.
- 45 -
De VOORZITTER: Dames en heren ik denk dat wij de twee termijnen inmiddels'
achter de rug hebben. Misschien mag ik nog een moment uw aandacht.
Ten aanzien van de orde stel ik u voor om het gewijzigd exemplaar van de
verzameling aan de raad blz. 496 voor u te nemen.
Ten aanzien van de motie Van der Stoel stel ik u voor die te behandelen
vóór punt f. onder I, echter als eerste stel ik U voor de motie van de
leden Van der Kalle, v.d. Putte en Bolsius aan de orde te stellen omdat
die verdergaand is in die zin dat de periode waarvoor de besluiten genomen
worden beperkt zijn tot één jaar, tot 1988, en hoe we dan verder moeten
wordt een voorstel gedaan om een werkgroep te vormen. U kent allen de motie
in voldoende mate om dat te begrijpen.
Kunt u zichmet deze orde verenigen Kent u allen voldoende de inhoud van
de motie of wilt u dat ik die nog een keer voorlees Nee, bekend
Dames en heren dan moet ik de indieners vragen of zij de motie in stemming
gebracht willen zien. Dat is het geval. Dan dames en heren is aan de orde
de stemming over de motie van de leden van uw raad, Van der Kallen, v.d.
Putte en Bolsius die als inhoud heeft:
1in de commissie Welzijn en Emancipatie de raad te laten adviseren
over de samenstelling en taak van een werkgroep die voor 1 juli 1988
moet komen tot een inhoudelijke inventarisatie van voorzieningen,
plus de behorende prijskaartjes en kostensoorten;
2. uw raad besluit de besluitvorming van heden te beperken tot dat deel dat
betrekking heeft op 1988.
Ik heb als voorstemmer getrokken, nr. 21, U herinnert zich dat, de heer Van Wijk.
Mag ik u vragen door middel van het uitspreken van voor of tegen uw mening over
deze motie te laten blijken.
Voor de motie stemmen: de heer Van Kemenade, mevrouw Krijger, de heren
Van der Stoel, Smits, mevrouw Noorman, de heer Van der Kallen, mevrouw
v.d. Putte en de heer Bolsius.
Tegen de motie stemmen: de heren Van Wijk, Muller, P.M.L. Franken, mevrouw
van Dort, de heren A.J. Franken, Cats, Westerhof, Stuart, Dekkers, van der
Velden, Bakx, Nijpels, de Jongh, mevrouw Ambagts, de heer Boogaart, mevrouw
Dirker, de heer Aertssen, mevrouw Veraart, de heren Ronnes, van Es en van
de Water.
Voor de motie hebben gestemd 8 leden van uw raad, daartegen 21 zodat deze
is verworpen.
Mag ik u dan verzoeken om pag. 496 voor u te nemen. Is er een uwer die over
ieder onderdeel apart uwmening wil laten blijken. Zal ik ze dan zo aflopen
dat ik met I a begin
De Partij van de Arbeid is eigenlijk tegen het hele besluit. Als wij dat dan
vast vastleggen, dan behoef ik u dat niet telkenmale te vragen.
Zijn er anderen die aantekening willen dat zij tegen het onderdeel I a zijn
Mevrouw V.D. PUTTE: Voorzitter, ik wou eerst nog een stemverklaring afleggen
voordat het geheel in stemming werd gebracht.
De VOORZITTER: U krijgt de gelegenheid natuurlijk om een stemverklaring af te
leggen. De heer Van de Water noteer ik daar ook voor.
Mevrouw V.D.PUTTE: Ik heb in de eerste termijn heel duidelijk gezegd dat ik
mee kon gaan met het plan van de wethouder mits er een inhoudelijke discussie
zou plaatsvinden en daartoe heb ik een voorstel ingediend, heeft de D'66-
fractie een voorstel ingediend. Dit voorstel over een inhoudelijke discussie
is niet aangenomen, de D'66 fractie zal dan ook niet accoord gaan met het
voorliggende voorstel voor welzijn.
De heer VAN DE WATER: Ik heb hoofdelijke stemming gevraagd met betrekking
tot voorstel e.