42 -
Dat heeft ook alles te maken met budgetsubsidiëring en daarop zou ónze fractie
het accent willen leggen.
De motie van V.V.D./D'66 spreekt het C.D.A. zodanig aan dat wij die kunnen
steunen.Ten aanzien van de opmerking van de heer Ronnes. De P.v.d.A. vóelt
naar mijn mening nattigheid erimaakt de dan in eën benarde positie bekende
sprong en probeert zich te verdedigen. Kijk, wij waarderen het verenigings
leven in feite net zoveel als onze basisvoorzieningen En basisvoorzieningen
èn verenigingsleven, dan denk ik dat met néme de P.v.d.A. vanuit de huidige
financiële positie in een weelde denkt te leven, hetgeen niet is. Beperkte
financiële middelen nopen tot een prioriteit. In elk geval zijn wij duide
lijk, wij leggen die bij het verenigingsleven.
De reconstructie, voorzitter, daar he.b ik het over gehad. Daaronder versta
ik in elk geval datJhet onderwerp of vborwerp van reconstructie zodanig dient
te worden hersteld dat het weer goed functioneert. Ik heb daarbij drie zaken
benadrukt. De positie overheid - particuliere organisatie, de rol en betekenis
van de bestuurders, beroepskrachten en vrijwilligers en een herformulering
van het doel en de werkwijze van het welzijnswerk. Dat lijkt mij voldoende
duidelijk.
De heer BOLSIUS: Gehoord de vragen en opmerkingen in eerste termijn en de
antwoorden van de portefeuillehouder, maar vooral ook gehoord de laatste op
merkingen van de heer Cats, ik neem aan namens de gehele C.D.A.-fractie,
doet de D'66 fractie mede ondertekent door de heer Van der Kallen u het voor
stel om
1e. de commissie welzijn en emancipatie de raad te laten adviseren over de
samenstelling en taak van een werkgroep die voor 1 juli 1988 moet komen
tot een inhoudelijke inventarisatie van voorzieningen plus prijskaartje
plus kostensoorten die in welzijnsland momenteel plaatsvinden.
2e. de besluitvorming van vanavond te beperken tot dat deel dat betrekking heeft
op 1988, omdat alleen dan de voorwaarden gecreëerd worden om inhoudelijk
te kunnen praten over 1989 en later. Als wij ons nu vastleggen voor de
komende jaren, financieel, dan kunnen we daar in een latere termijn aan
gehouden worden en heeft iedere inhoudelijke discussie geen zin.
Dit voorstel is ook de enige manier om een inhoudelijke afweging te maken tus
sen gewenste activiteiten en beschikbare financiële middelen. Het is ook de
enige manier om te zien welke inhoudelijke effecten de doorberekening van de
hele rijkskorting op de werkvloer heeft.Ik mag verwijzen naar een voorbeeld
in een andere sector. Ik mag verwijzen naar het voorbeeld in de renovatie
sector, toen wij ooit een keer schitterende renovatieplannen voor wooncom
plexen hadden ingediend, het rijk toezeggingen alsnog niet gestand deed
hebben wij ook met zijn allen niet besloten om plastic daken op die huizen
te leggen maar hebben we uit andere sectoren van de begroting de dakpannen
betaald.
De heer VAN DER KALLEN: Ik wil nadrukkelijk, net als de heer Van der Stoel,
toch duidelijk maken dat indien er een duidelijke uitspraak van de raad
komt met betrekking tot de stichting Buffetten, ik ook van de wethouder ver
wacht dat hij als zitting hebbend in het bestuur van de stichting Buffetten
daar inhoud aan geeft. Voor de rest moet ik duidelijk maken dat ik de motie
van V.V.D. en D'66 met betrekking tot de Buffetten niet kan steunen omdat
de term een deel in wezen legitimeert het streven van het college met betrek
king tot die winstuitkering. Daar kan ik niet achter staan.
De VOORZITTER: Dames en heren, zijn er nog andere leden van uw raad voor de
tweede termijn
De heer VAN DE WATER: Op de eerste plaats een vraag aan de heer Van der Stoel
of men dan ook bereid is gebouwen die onder beheer zijn van SKW waar mede
gebruikers in zitten die activiteiten ontplooiien niet in het kader om
die dan ook mee te laten delen in de winst van de baropbrengsten. Dat zou
ik dan toch wel op prijs stellen want ik denk dat zij evenveel recht hebben.
- 43
In de eerste ontmoeting in de wijk ten opzichte van de heer Ronnes
heeft de heer Ronnes mij gezegd, omstreeks 1970, Jan je moet datgene zeggen
wat je voelt, als je dat nodig vindt en ik vind het nodig.
De heer RONNES: Zei ik dat toen al.
De heer VAN DE WATER: Ja, toen was je nog beroepskracht. Moet je nagaan hoe
ik toen luisterde.
De heer RONNES: Je bent zeer veranderd.
De heer VAN DE WATER: Mijnheer de voorzitter, ik heb toch wel problemen en ik
denk dat dat wederzijds is met het op deze manier gegrond verklaren van bezwaren
van SKW Spuihuis en Kastanje, alleen op grond van het niet eens zijn door de
gebruikers. De manier waarop dit nu gebeurt vind ik triest. Gezien de motivatie
van het ongegrond verklaren door het college in eerste instantie. Als men zo
met bezwaren omspringt en het op een zo simpele manier afdoet, dan heb ik daar
grote problemen mee. Verder kan de fractie van Gemeentebelangen/Stadspartij
in-stemmen met het voorstel AZ/124. We willen graag wel hoofdelijke stemming
over onderdeel i.
De VOORZITTER: Dank U zeer. Nu heb ik echt iedereen gehad en niemand vergeten.
Dat is het woord aan wethouder Dekkers.
De heer DEKKERS, wethouder: Ik zal proberen het kort te houden. Een en ander
maal is in de commissie Welzijnszaken aan de orde geweest een discussie over
welzijn en hoe dat zou moeten in deze zittingsperiode. Wij hebben getracht
daaromtrent een discussie op te starten. Van de zijde van het college heb ik
daarbij steeds aangegeven dat dat een discussie zou móeten zijn, geplaatst
binnen het financiële raamwerk en ik heb er onlangs op gewezen in de commissie
dat van de zijde van de commissieleden nadrukkelijk werd medegedeeld dat men
verwachtte dat het college het huiswerk zou doen en ik heb die constatering
herhaald en gezegd dat dat ook van het college verwacht mocht worden. Dat
huiswerk heeft het college geleverd. Dat huiswerk had op geen enkele manier
de bedoeling de discussie omtrent de aard en de invulling van het welzijnswerk
af te kappen of niet te voeren en ik was derhalve ook niet verheugd dat het
zich tot een financieel debat heeft verwerkt. Ik heb alleen gezegd dat men moet
constateren dat men in hoofdzaak bij de financiën is gebleven en niet is in
gegaan op een aantal inhoudelijke zaken.
De heer RONNES: U hebt daarvoor geen moeite gedaan.
De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat wij met zijn dertienen de commissie
welzijnszaken en emancipatiezaken vormen en dat iedereen voor zichzelf het
initiatief kan nemen als die dan bij iemand wordt gemist, om die discussie
aan te zwengelen.
Ten aanzien van de stichting Buffetten en de cryptische omschrijving het
volgende. Ik heb ik de commissie welzijnszaken aangegeven dat er thans een
systeem bestaat waarin vaste gebruikers meeprofiteren van "revenuen" uit
de buffetten maar dat tot nu toe aan die stichting Buffetten geen lasten
zijn opgelegd ten aanzien van de kosten die daar wellicht in personele zin
toch aan kunnen worden toegerekend. Als hier dan staat dat dat zou kunnen
bijdragen aan het laten functioneren en in stand houden van sociaal culturele
accomodatiesdan zou het doorberekenen of van de gemeente ontvangen van
het signaal wij vinden dat de stichting ook maar eens een stukje van dat
pakje moet dragen, toch een bijdrage leveren aan het in stand houden en
functioneren van die accomodaties. Ik denk dat dat toch een duidelijke situ
atie is.
Verder denk ik dat ik heel goed kennis heb genomen van het voornemen van de
raad heel voorzichtig om te springen met dat voornemen wat bij dat bestuur
bestaat. Uiteraard heb ik daarvan in de volle omvang kennis genomen en zal
dat binnen het bestuur onderwerp van beraadslaging uitmaken.
Maar zoals ik al in de commissie Welzijnszaken heb gezegd, hier is een be
paald bedrag ingecalculeerd, hoe dat dan ook in de praktijk wordt ingevuld.