- 40 - De heer VAN WIJK: De verschillende tussen de sprekers de heer Ronnes en wet houder Dekkers zijn dermate groot dat ik ook in twee maanden uitstel geen enkele waarde zie. Ik ben daar dus tegen. De heer CATS: Het komt ons voor dat het verzoek van de P.v.d.A. een beetje steunt op het gevoel dat haar eigen produkt niet voldoende tot zijn recht is gekomen en dat staat natuurlijk los van het feit, en dat lijkt een ob jectievere norm, of dat zo is. In ieder geval is dat naar het oordeel van onze fractie niet zo. Derhalve bestaat er geen behoefte aan uitstél. De VOORZITTER: Ik denk dat de heer Ronnes voldoende aan het woord is geweest? De heer RONNES: Nog even heel kort, voorzitter. Wij hebben goed nota genomen van de opmerking van de wethouder dat er in het programma in het najaar te schui ven is, daar houden wij hem ook aan. Gehoord hebben de de voorgangers nu wil ik ons voorstel terugtrekken. De VOORZITTER: Ik denk dat dat een aardige oplossing is, maar dat het voor stel ook niet echt voldoende gesteund werd om er iets anders mee te doen. De heer DEKKERS, wethouder: Toch nog even ten aanzien van het ordevoorstel. Ik heb alleen gezegd dat er jaarlijks bij de vaststelling van het programma de bedragen ter discussie staan en dat het dan opnieuw aan de raad is daar een oordeel over te vellen. Dat houdt staande dat het toekomstperspectief voor het college, zoals het in de nota is aangegeven, uitgangspunt blijft. De VOORZITTER: Dat is evident want daar heeft de raad althans op dat moment een besluit over genomen. Ik kan me ook niet voorstellen dat u zich kunt voor stellen dat daar dan ook weer een koerswijziging van 90° op plaatsvindt in de komende herfst. De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, dan blijft natuurlijk de vraag open wat voor discussies er exact mogelijk zijn en wat de zin daarvan is. Wat leggen we nu precies vandaag vast, een kader waarin en een plan waarin op dit moment wordt vastgesteld waarin bijv. voor het jaar 1988 heel duidelijk is gezegd wie wat moet bezuinigen en hoe dat zou kunnen. In het voorstel van het college staat dan ook die moet voor 1 september en die moet voor 1 januari zijn plannen ver tellen. Het lijkt me dat dat weinig meer te veranderen is in oktober of no vember. Dan zou ik toch wel graag een duidelijk antwoord van het college krij gen wat er nog wel in die drie jaar te veranderen is. Het lijkt mij niet dat enige instelling aanspraak kan maken op een plan wat in 1987 is vastgesteld om in 1989 op een bepaalde wijze gesubsidieerd te worden. Exact waar we ons nu aan binden daar wordt ik nu echt nieuwsgierig naar. Ik ga maar op een paar dingen in. In ieder geval waar de wethouder op een gegeven moment zei wij werden regelmatig bij zaken geroepen waar wij scheidsrechter moesten spelen. Daar heb ik alle begrip voor. Ik denk toch dat de situaties, ongeacht wie de beheerder is per definitie zullen voorkomen. Het is alleen de vraag op welke manier ze het minst zullen voorkomen. Ik wil ook uitdrukkelijk stellen dat als het collegevoorstel zoals het er nu ligt het vanavond haalt, de oude - of enige maanden oude - afspraak die er bestaat tussen de stichting SKW en raad dan tenminste kan worden uitgevoerd, zodat medegebruikers, ook in het westelijk stadsdeel, en SKW als beheerder kunnen zien wat er precies gebeurt en waarom iets gebeurt of niet gebeurt. Een zijdelings opmerking is toch wel dat waar nu vanavond de wethouder zegt er heeft toch iemand bestaan om de huur te vragen, de opmerking moet komen dat moeten zij van de gemeente. Toen de Infowinkel nog in het Spuihuis zat moest er huur betaald worden aan SKW dus uiteindelijk aan de gemeente. Ik vind dat die glasheldere afspraken dan maar zo duidelijk moeten worden dat er in staat wie danprecies huur zou moe ten betalen als je van zo'n pand gebruik maakt. Een onduidelijkheid die bij ons nog is blijven bestaan is de uitleg die de wethouder gevraagd heeft omtrent - 41 - punt f. van het voorstel, ook door de heer Cats gevraagd. Ik zou willen vragen wat bedoelt u nu precies en wat bedoelt u roet instandhouding functionering van sociaal-culturele accoroodatiesOm maar een duielijk voorbeeld te geven, u zult toch niet bedoelen als we nu f. 30.000. - bezuinigen kunnen we nu de dakgoten gaan vegen. Graag iets duidelijker wat u met die cryptische formulering bedoelt. Dat is natuurlijk ook van belang in verband met de motie die voorligt. Tot slot in de richting van de Partij van de Arbeid. Bij hun motivatie omtrent de motie waarvan men zegt het bestuur van de stichting zal die motie wel naast zich neerleggen, heb ik dat niet n1' t de woorden van de wethouder begrepen. Dat betekent dus dat het nog multi-interpretabel is.:jWie de motie leest ziet dat er ook niet staat dat de stichting Buffetten dat moet, er staat dat de stichting Buffetten wordt meegedeeld wat de uitslag is van de beraadslaging in de raad. Het zou mij hogelijk vehbazen indien degenen die in het stich tingsbestuur zitten een duidelijke uitspraak van de raad volstrekt zou negeren. Dat zou ik uiterst kwalijk vinden. De juridische verhoudingen liggen zo. De heer VAN WIJK: Ik kan kort zijn. Ik mag veronderstellen dat de voorstellen ten aanzien van de geldelijke bezuinigingen zeer duidelijk zijn zoals zij voor ons liggen. Ik wil toch nog even, zoals de heer Van der Stoel zegt, terug naar punt f. de winstuitkering.Ik ben me ervan bewust dat heel wat ver enigingen in de ontplooiing van hun acitiviteiten op een winstuitkering uit de buffetten rekenen, omdat dat immers al jaren zo het geval is. Nog even een vraag aan de heer Van der Stoel ten aanzien van de motie, waarin hij dus ook mede inbrengt de motivatie van de verenigingen. De heer Van der Stoel spreekt als zijn mening uit dat de raad van mening is dat een deel (dit woord heb ik onderstreept) van de buffetopbrengsten, ik weet niet of de heer Van der Stoel dat wil overlaten aan de stichting Buffetten want dat is maar de enige partner die in het geding is, en binnen een gesprek met de huurders dus. Dat hoor ik wel van u. Wat bedoelt u met een deel, kunt u dat niet nader omschrijven. Bedoelt u fifty-fifty of zo De heer VAN DER STOEL: Niet voor niets staat er een deel omdat het voor ons gaat om het principe. Het college stelt voor om elke winstuitkering nu uit te sluiten. Mijn fractie is van mening dat een deel van de winst toch op deze zelfde manier zal moeten wordeh uitbetaald. Het is expres zo geformuleerd om te voorkomen dat we ruzie gaan maken over 35% of 37%. Het gaat erom dat de raad de uitspraak zou doen, dat is de opzet van deze motie, dat een deel van die "winst" van de opbrengst toch ten goede komt aan al die verenigingen die er gebruik van maken. Als de raad dat vindt dan kan later gediscussieerd worden over het juistepercentagedaar kan je eindeloos over praten. Dat zou de prin cipe-uitspraak eigenlijk verhullen. Als u vraagt wat vindt u nu precies, dan zeg ik laten we daar maar eens later over praten. De heer VAN WIJK: Door de stichting Buffetten met de verenigingen. De heer VAN DER STOEL: Bijvoorbeeld. De heer CATS: De wethouder lijkt verheugd te zijn roet het feit dat de discussie zich vooral toch beperkt tot een financiële. Ik betreur dat temeer omdat het beleid 1987-1990 aan de orde is, het beleid en dat is meer dan financiën. Ik heb in mijn betoog armslag gehouden om in de komende tijd door te discus siëren over een aantal beleidszaken en ik hoop dat het college dat aldus wil opvatten dat dat met inbegrip is van het feit wanneer een eventuele beleids wijziging aan de orde dient te zijn. In het verlengde van mijn opmerking gaan we dan graag in op de uitnodiging van de wethouder om over de budgetsubsidiëring te discussiëren in een com missievergadering. Voor de duidelijkheid: het college moet goed begrijpen dat de discussie over welzijnsbeleid zich niet moet beperken tot alleen allerlei rekensystemen met als enige achtergrond waarmee een bezuiniging van f. 255.000, kan worden bereikt. Discussiëren over welzijnsbeleid betekent vooral ook dis cussiëren over het opnieuw bepalen en het op een nieuwe leest schoeien van verhouding tussen de gemeentelijke overheid en particuliere organisaties.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 184