- 28 - Gaandeweg de discussies rondom de begroting 1987,het subsidiepakket 1987 en de ontwerpnota welzijn 1987-1990 is ons nieuwe welzijnsconcept steeds verder op tafel komen te liggen. Bepaald nog niet compleet, maar al wel in zijn con touren, dat van een zorgzame samenleving met als karakteristieken accentuering van preventie en educatie opdat de burger meer mogelijkheden heeft zelf ver antwoordelijkheid te dragen, ook voor elkaar de bevordering van particulier initiatief en kleinschalige verbanden waarin mensen die maatschappelijk aan de zijlijn dreigen te komen kunnen worden opgevangen en waardoor structurele maat schappelijke achterstand tegengegaan wordt, sobere bestuurlijke pretenties van de overheid, bezuiniging op de collectieve uitgaven en ruimte scheppen ten gunste van de eigen verantwoordelijkheid vanpersonen en groepen ten koste van de ruimte die de overheid thans in beslag neemt. Tot slot veel aandacht voor doelmatigheid en kwaliteit. Het is vanuit deze contouren, die nog hun nadere invulling -uilen: krijgen dat we een lokaal welzijnsbeleid in deze gemeente wensen te voeren. De volgende instrumenten staan ons hierbij ten dienste. 1de subsidiemethodiek 2. de invloed op de verhouding beroepskrachten - vrijwilligers 3. het accomodatiebeleid en accomodatiebeheer Onze fractie streeft ernaar om toch op.niet al te lange termijn te komen tot een volwassen systeem van budgetsubsidiëring. Deze methode van subsidiering past het best bij ons streven voor particulier initiatief meer ruimte te schep pen ten koste van de bemoei-intensiteit die de overheid heden ten dage aan de dag legt. Door middel van budgetsubsidie kan de gemeentelijke overheid de fi nanciële middelen aan een welzijnsinstelling beschikbaar stellen, waarbij het risico voor de onderneming weer bij de welzijnsinstelling zelf komt te liggen. De instelling komt meer vrijheid toe omtrent de wijze waarop de voorziening ge realiseerd moet worden. Tevens draagt zij een zwaardere verantwoordelijkheid voor haar financiële positie. Nadat de subsidiërende overheid heeft afgevraagd waarom zij een voorziening wenst te subsidiëren, voor welke groep de voorzie ning bestemd dient te zijn, wat de aard van de voorziening moet zijn en wat het mag kosten, kan een budgetsubsidie aan een welzijnsinstelling beschikbaar worden gesteld met het verzoek die voorziening voor die doe1groep met dat budget te realiseren. In de ontwerpverordening, regelende de subsidiëring van het welzijnswerk is het instrument van projectsubsidies opgenomen. Projectsubsidies kunnen een nuttig instrument vormen voor de financiering van plotseling opkomende activiteiten van een kleinschalige aard en een eenmalig karakter, die ondersteuning in fi nanciële zin van overheidswege verdienen. Voor dit soort gevallen die een soepele gang naar en binnen de subsidiërende overheid verlangen, vinden wij een project subsidie op zijn plaats. De invoering van het projectsubsidiesysteem op omvang rijke schaal en als volwassen reguliere subsidievorm wijzen wij om twee redenen af. 1. de noodzaak om per project of activiteit bij de overheid aan te kloppen werkt detaillistische overheidsbemoeizucht in de hand. 2. het opklimmen tegen een bureaucratische helling die inherent lijkt te zijn aan het verkrijgen van overheidssubsidies, smoort op zich waardevolle initi atieven reeds vroegtijdig in de kiem omdat vrijwilligers, terecht, teveel tegen die helling opzien. Een vergaande bemoeing van de overheid met het p.i. en het afremmen van de in zet van vrijwilligers die verstrikt raken in het bureaucratische web vormen twee elementen die haaks staan op de uitgangspunten van het door ons voorgestane systeem van budgetsubsidiëring. Dit leidt tot de conclusie dat wij ons geen voorstander tonen van een tè ruimte toepassing van de projectsubsidies. Even tuele uitbouw van het systeem van projectsubsidies zoals nu in de ontwerp- subsidieverordening is neergelegd en die vinden wij beperkt maar tevens toe reikend van opzet, zal bij onze fractie op weerstand stuiten. - 29 - Budgetsubisies - ja, projectsubsidies dus - neen. De wijze waarop, bij wijze van illustratie te noemen, SKW de afgelopen tijd inhoud heeft gegeven aan haar verantwoordelijkheid voor de financiële gang van zaken binnen haar organisatie en zelfstandigheid van haar huishouding heeft ons vertrouwen in een vrijer particulier initiatief versterkt en. daar mee ons vertrouwen in de budgetfinanciering. Hoe wij denken over de verhouding beroepskrachten - vrijwilligers achtte ik tot 10 minuten geleden - genoegzaam bekend. Voor alle duidelijkheid, naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Stoel citeer ik een klein stukje uit mijn betoog namens de fractie in de raadsvergadering van 27 november 1986 ten aanzien van dit punt. Ten aanzien van de inzet van beroepskrachten zijn wij van oordeel dat de beroeps matige zorgverlening beschikbaar moet zijn en blijven voor mensen die deze zorg het hardst nodig hebben. Maar daarmeë mag niet de zorg worden'overgenomen die mensen zelf en met de inzet van vrijwilligers kunnen uitoefenen. Voor de goede orde - ik citeer nog steeds - beroepskrachten laten zich niet in alle gevallen vervangen door vrijwilligers maar situaties waarvan moet worden beoordeeld of geoordeeld dat in plaats van beroepskundige ondersteuning moet kunnen worden vol staan met zelfzorg of de inzet van vrijwilligers dienen kritisch onder de loupe te worden genomen. Dit is gezegd in de raadsvergadering van 27 november 1986 namens de C.D.A.-fractie op dit punt. Terugkomend op mijn oorpsronkelijk betoog ten aanzien van de verhouding beroeps krachten - vrijwilligers kan ik zeggen dat wij tevreden zijn met het beleids uitgangspunt van het college dat het welzijnswerk bij voorkeur wordt uitgevoerd door organisaties van het particulier initiatief en met een door mij aangebracht accent en meer in het bijzonder door de vrijwilligers - hiervan. De wijze waarop dit uitgangspunt in de voor 1988 aan de te ondersteunen instel lingen te verlenen subsidiebedragen tot uitdrukking is gebracht heeft, gezien de financiële mogelijkheden, onze instemming. Wij vinden het onder de huidige omstandigheden van een juiste prioriteitstelling getuigen bij de bezuinigings operatie het op de inzet van vele vrijwilligers drijvende Bergse verenigings leven van harmonieën tot scouting, van operette tot Halwana zoveel mogelijk te ontzien. Het past binnen ons streven bovenal voor het verenigingsleven een goed toekomstperspectief in stand te houden. Als het verenigingsleven niet meer bloeit dooft het vuur in onze samenleving, welzijnsbevorderaars bij over heid en instellingen kunnen alsdan hun koffer wel pakken. Ten aanzien van het accomodatiebeheer het volgende. De beherende instantie neemt de gebruikers niet alleen veel voorwaarden scheppend werk uit handen, maar bepaalt ook voor een belangrijk deel het beperkende kader, zoals de prijzen, de huisregels, openingstijden, toedeling van ruimte service en ga maar door. Men zal voortdurend moeten streven naar een zo optimaal mogelijk relatie tussen de beherende instantie en gebruikersgroepen. Het goed functioneren van een acco- modatie valt en staat vaak met de inzet, deskundigheid en het improvisatiever mogen van de beheerder. Wanneer wij de beheersvormen zoals verpachting, gemeentelijk beheer, beheer door de hoofdgebruiker, een stichting en een wijkcommissie beoordelen op as pecten voor gemeente, gebruikersgroepen en werkbaarheid op punten zoals de invloed op het beheer, het financieel voordeel, de administratieve werkzaam heden, de service, de huur- en consumptieprijzen, de gezamenlijke belangenbe hartiging, de ontwikkelingsmogelijkheden voor club- en buurthuiswerk, de re latie beheer en gebruik, conflictgevoeligheid, snelle flexibele besluitvor ming, deskundigheid en betrokkenheid van vrijwilligers scoort beheer door een wijkcommissie relatief hoog, beheer door de hoofdgebruiker redelijk en beheer door de gemeente matig. Uw uiteindelijke voorstel zoals dat thans voor ons ligt achten wij ook op het punt beheer Spuihuis en Kastanje tegen deze achtergrond verstandig. Mogelijk dat voor bepaalde accomodatiesbijv. in Meilust over beheer door de wijk-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 178