- 26 -
De motie is ondertekend door de leden Van der Stoel, Noorman, Krijger,
v.d. Putte en Bolsius in voldoende mate en maakt deel uit van uw be
raadslaging.
De heer -VAN WIJK: Een druk besproken voorstel, gepaard met stapels brieven.
Het lijkt mij weinig zinvol om erop terug te komen en dat geldt ook voor
het gesprokene tijdens de hoorzittingen en de afgelopen commissievergadering
van Welzijn.
Over dus naar de besluitvorming op pag. 496. Met het voorstel de stichting
SKW te korten met f. 60.000,- voor 1988 en nogmaals datzelfde bedrag voor
1989 akkoord. Dat geldt ook voor de bezuiniging voor de Peperbus, groot
f. 25.000,- voor volgend jaar op voorwaarde dat voornoemde stichting dat
vóór 1 september weet aan te geven. Vóór 1 januari 1988 dient de Peperbus
een voorstel in te dienen om voor het dan komend jaar 1989 f. 82.000,-
te bezuinigen.
Onder e. waar staat dat het beheer van het Spuihuis en de Kastanje bij de
Stichting Sociaal Kultureel Werk blijft, is in afwijking met het eerder
ingediende voorstel. Mijn fractiegenoot de heer Van de Water zal daar zo
dadelijk op ingaan.
Onder punt f. schrijft u dat de raad kennis neemt van het voornemen van de
stichting Buffetten om de wins tui tkering: me t ingang van te beëindigen.
Bedoelt het college te zeggen dat is een zaak van de stichting en de gebrui
kers Ik mag aannemen dat de stichting Buffetten en de vaste gebruikers
destijds afspraken over uitkeringen hebben gemaakt.
Kunnen die afspraken zo maar eenzijdig worden stopgezet
Een andere vraag: kan de stichting de richting van de winstuitkeringen zo
maar wijzigen?
Met de overige punten akkoord.
Nog een slotopmerking.
Met het voornemen SKW en opbouwwerk de Peperbus in één pand onder te brengen
zijn we het eens, we juichen dit toe. Onze fractie heeft daar in het verleden
al meerdere malen op aangedrongen.
De heer VAN DE WATER: Toch een toelichting bij het tegen zijn van 1.
Al een groot aantal jaren ben ik betrokken bij het gebeuren in het Spuihuis
op een breed vlak. Bij de start van de aktiviteiten zowel opbouw als sociaal-
kultureel werk was het westelijk stadsdeel een vrij a-sociale wijk waar toen
behoefte bestond aan deskundige ondersteuning. Dit was in de jaren 60.
Het PON profileerde het gebied als achterstandsgebied waar nodig ondersteu
ning diende plaats te vinden. Terecht. Er is op dat gebied veel bereikt.
Zodanig zelfs dat in de jaren zeventig het mogelijk was, in overleg met
diverse instanties, een eigen beleid voor de toekomst uit te werken waar
door een verpauperde wijk tot bloei kon komen, waar het prettig wonen en
verpozen is. De laatste jaren was de eigen bijdrage vanuit de wijk zelfs
zo sterk dat er praktisch geen ondersteuning van beroepskrachten meer nodig
was. Ze waren dan ook praktisch nooit meer te zien. Mede daardoor verloor
het Spuihuis zijn funktie als wijkhuis, het was aan het afsterven. Door de
inzet van vrijwilligers werden diverse clubs naar het Spuihuis gehaald, die
op zich geen enkele relatie hadden met SKW, maar het gebouw voorzag in de
behoefte waardoor het met kunst en vliegwerk draaiend werd gehouden.
SKW en opbouwwerk zag men er niet meer. Van die zijde was er dan ook geen
beleid en geen verantwoording meer, maar er kwamen wel bezoekers, het gebouw
funktioneerdeTot de laatste twee jaar toen ook de instellingen merkte dat
men zo niet verder kon. SKW wilde uit zelfbehoud meer van zich laten horen
en haalde de aktiviteiten die in het Spuihuis waren onder het mom zo is het
beter onder haar vleugels. Haar doelstelling, verzelfstandiging van bewoners
uit het oog verliezend, puur uit zelfbehoud. In het kader van eerdere be
zuinigingen was het kantoor van SKW ondergebracht in het Spuihuis.
- 27 -
Om een sober beleid te voeren verliet men na korte tijd het Spuihuis en
huurde een andere kantoorruimte. Men bouwde in de kantoorruimte van het
Spuihuis een bar waar geen enkele behoefte aan was. De toen toegepaste
bezuinigingen werden met veel geweeklaag ontvangen, net als nu, maar men
ging gewoon zijn eigen gang.
Geacht college, middels een persoonlijk schrijven heb ik getracht een
inzicht te gevenover de problematiek in de wijk. Ik dacht dat u er begrip
voor had, uw eerder gedaan voorstel om het Spuihuis los te koppelen van
SKW was daar een blijk van. Waarom dan nu van standpunt veranderen
Onze mening is dat het bestuur van SKW en de beroepskrachten de laatste
jaren in het Spuihuis gefaald hebben. Uit de gesprekken met het bestuur van
SKW, de gemeente en WWS is mij gebleken dat het bestuur geen enkele notie
had of wilde hebben van datgene wat zich in het Spuihuis afspeelde De
laatste tijd stak men zelfs een pluim op eigen hoed dat men het zo goed
voor elkaar had. Geen enkel woord over haar fouten en onkunde in haar beleid.
Voor mij is het onbegrijpelijk dat dit door het college en de raad geaccep
teerd wordt. De manier waarop het Spuihuis wordt gebruikt heeft praktisch
niets meer met het wijkhuis van doen. Club- en buurthuiswerk is praktisch
nihil. Zeventig procent van de bezwaarmakers die getekend hebben zijn geen
bewoners van het westelijk stadsdeel. In deze tijd van bezuinigingen waar
ons doel zou moeten zijn datgene te ondersteunen wat noodzakelijk is, is het
onrechtvaardig om deze instellingen op deze manier in stand te houden. Daar
is op deze plaats geen behoefte aan. Als alleen op politieke gronden beslist
zou worden om het Spuihuis toch onder beheer van SKW te houden is dit puur
een zwaktebod en niet gebaseerd op beleid en gezond verstand.
Dringend verzoeken wij u, raad en college, het beheer 'van het Spuihuis niet
meer onder SKW te doen plaatsvinden. Zij verdienen het niet, zij hebben er
geen recht op en er is geen behoefte aan in deze wijk in de zin van buurt
huis. Misschien is er wel behoefte aan ruimte voor aktiviteiten in bredere
zin maar dan niet buurtgericht en niet onder beheer van SKW.
Rest op dit moment nog een opmerking en tevens een vraag.
Is het binnen het huidige beleid van de gemeente Bergen op Zoom mogelijk dat,
nu duidelijk wordt aan sociaal kultureel werk buurtgericht, de doelstelling
van SKW als zij de exploitatie gaan doen van gebouwen door de overheid gesub
sidieerd voor sociaal-kulturele doeleinden. Passen de huidige aktiviteiten
naar uw mening nog binnen het sociaal kultureel plan van onze gemeente
De heer CATS: De welhaast traditioneel in de mei en junimaanden gemaakte ver
gelijkingen tussen vroeger en nu, tussen hier en elders, over het aanwezige
welzijnstekort of welzijnsoverschot en de rol van de overheid daarin stelt
zowel de particuliere instelling als de gemeentelijke overheid voor de vraag
in wat voor tijd we eigenlijk leven. Is dat er één waarin alleen sprake is
van minder geld of is het tevens of hoofdzakelijk een periode van recon
structie van de verhouding gemeente en particuliere welzijnsorganisaties.
Onze fractie meent dat het met name een tijd van reconstructie zou dienen te
zijn, een tijd van het opnieuw bepalen van posities en het op een nieuwe
leest schoeien van de verhouding tussen gemeentebestuur en particuliere or
ganisaties, een periode van herbezinning op de rol en betekenis van bestuur
ders, beroepskrachten en vrijwilligers binnen het particulier initiatief.
Een tijd waarin ook het doel en de werkwijze van het welzijnswerk zelf aan
herformulering toe is vanwege de toenemende vergrijzing en ontgroening, meer
zelfstandige huishoudens, een afnemende omvang van de broepsgeschikte be
volking, gewijzigde produktieverhoudingen waarbij ik denk aan ondermeer
automatisering, organisatieleiding en opleiding, nieuwe produkten, meer be
schikbare informatie en ga zo maar door.