- 20 -
De heer VAN WIJK: In het kort. Mijn fractie is van mening dit bedrag wat nu
voor het voorstel gevraagd wordt geput had kunnen worden uit de begroting
van de Botte Hommel. Het is mijns inziens een initiatief waarmee de genoemde
instelling, de Botte Hommel, rekening had kunnen houden.
Vandaar -tegen het voorstel om de subsidie te verlenen.
Mevrouw KRIJGER: Onze fractie is zeer verheugd met het feit dat er een start-
subisidie wordt gegeven aan de Popstichting Spirit. Op deze manier is er een
stuk waardering voor de pop eindelijk tot uitdrukking gekomen in het zoeken
van huisvesting in de vorm van een oefenruimte, geluidsdicht.
Inhakend op wat de heer Van der Kallen heeft gezegd denk ik dat een commer
cieel boekingskantoor beslist andere categorieën popgroepen trekt dat waar
u op doelt die onder gebracht zijn bij de stichting Spirit.
De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat mevrouw Krijger ten aanzien van het
boekingskantoor voldoende duidelijk heeft aangegeven wat er aan de hand is.
De stichting Spirit wil trachten amateurs die zich bezighouden met de be
oefening van de popmuziek optredens aan te bieden en daar moet een aantal
administratieve handelingen voor verricht worden en er moeten een aantal zaken
voor geregeld worden en men probeert dat in eigen vrije tijd te doen, zo goed
koop mogelijk voor de bands die daarbij betrokken zijn en op een wijze zodat
zoveel mogelijk jongeren die zich met deze activiteit bezighouden ieder weekend
of misschien toch in ieder geval van tijd tot tijd ergens een optreden hebben.
Het is denk ik niet zo goed voorstelbaar dat een commercieel boekingskantoor
geïnteresseerd is in deze amateurs om die ergens te plaatsen. Verder denk ik
dat zij dan al gauw niet de kosten op tafel kunnen leggen voor de bemiddeling
die daaraan verbonden is.
Wij zijn van mening dat dit initiatief op deze wijze in ieder geval ondersteuning
verdient en daarbij komt dat het wel de bedoeling is van deze stichting zo
enigszins mogelijk, wij zullen dat nauwlettend trachten te volgen, een verzoek
om subsidie te beperken omdat men hoopt en verwacht op korte termijn geheel
self-supporting te kunnen draaien.
Het putten uit de begroting van de Botte Hommel. Het lijkt een aardige gedachte
maar het is denk ik in strijd met wat wij voorstaan en wat ook de raad voor
staat en waar de raad op een ander moment een keer een stokje voor heeft ge
stoken nltoen bleek dat een instelling hier ter plaatse een andere instelling
overeind hield. Toen heeft de raad ingegrepen en gezegd dat nooit, dat bedrag
schrappen we bij deze instelling want die heeft kennelijk geld want dat sluizen
ze door naar een andere instelling.
Als men vindt dat de Botte Hommel te royaal in het jasje zit moet het de gemeente
raad zijn, denk ik, die besluit om te zeggen we subsidiëren de Botte Hommel
wat minder en voor dat geld kunnen we dan deze stichting voortaan in de toe
komst subsidiëren. Dat zou de juiste gang van zaken zijn, maar het laten door
sluizen van gelden middels de Botte Hommel kan denk ik niet aan de orde zijn.
Met roevrouw Krijger hoop ik dat deze jongeren die zich hiermee bezighouden daar
veel plezier aan beleven en de popmuziek in Bergen op Zoom levendig houden.
De heer DE JONGH: Ik zou een heel kleine opmerking willen maken.
Het is een erg progressief voorstel als u kijkt ook op pag.473, maar ik
hoop één ding en wel dat we geen 17680 jaar behoeven te wachten voordat we de
gemeentebegroting moeten gaan wijzigen.
De VOORZITTER: Toen u erover begon viel mijn oog erop. Wij spreken onder II
pag. 473 over het jaar 19867 en de heer de Jongh heeft daar inmiddels 1987
van af getrokken. Wij hebben de 6 doorgestreept en dat is misschien ook wel
voldoende
U wenst, dames en heren geen stemming. De heer Van der Kallen aantekening
Dat geldt ook voor de fractie Gemeentebelangen/Stadspartij
- 21 -
De heer VAN DER KALLEN: Ik acht dit commercie en zoals gebruikelijk met para-
commercie zegt men het is een andere doelgroep. Daar zie ik wel de problemen
van.
De VOORZITTER: Dan zal aan de heer Van der Kallen, de leden van de fractie
Gemeentebelangen/Stadspartij alsmede aan de heer Muller aantekening worden
verleend dat zij geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
19Voorstel tot vaststelling van
a. de nota Welzijn 1987-1990; de "Algemene Subsidieverordening Welzijnswerk
Bergen op Zoom"
b. de "procedureverordening Welzijn Bergen op Zoom 1987".
(Verzameling 1987, nr. AZ/124)
De heer RONNES: Op uitvoerige en niet mis te verstane wijze heeft de Partij
van de Arbeid fractie gedurende de laatste weken in de diverse commissies
blijk gegeven van haar reactie op de nota die nu aan de orde is.
Met name op de kwaliteit van de nota in zijn geheel en de vele onderdelen
hebben wij onze kritiek overduidelijk gegeven. Daarom willen wij het daarover
nu niet meer hebben en zal onze beschouwing kort zijn.
Wij zullen enkele markante feiten die we geconstateerd hebben tegen het licht
houden maar een nadere motivatie van ons eindoordeel moet u niet verwachten.
Vanavond wordt de grote lijn vastgesteld van het gemeentelijk welzijnsbeleid
voor de komende jaren, of beter gezegd van het welzijnsbudget, want beleid
hebben wij nauwelijks kunnen ontwaren in de stukken.
In dit verband nemen wij het u en uw college, voorzitter, bijzonder kwalijk
dat het alternatief van de Partij van de Arbeid fractie, dat een echte totaal-
bijdrage is, niet als zodanig ter bespreking en discussie is gesteld.
Het feit alleen dat het bij de stukken lag is op zich geen aansporing om er
over te discussiëren. Het is als geheel niet gewogen en dat verdient het stuk
uiteraard wel. Op onderdelen gaan schieten is gemakkelijker en dat is door
het college wel gedaan. Daarover willen wij opmerken dat het naar willekeur
of eigen believen onderdelen er uit lichten het geheel ontwricht en de kracht
en samenhang verloren doet gaan. Het P.v.d.A. alternatief is buiten discussie
gehouden door het college, maar waarom Is uw college dan toch bang om ook met
het welzijnsbeleid een nieuwe, een andere en wat meer creatieve weg te gaan
Het niet bereid zijn tot het zelfs maar discussiëren over veranderingen is
louter een teken van zwak management. Voorzitter, het is meer dan een indruk
van onze fractie dat dit gedrag van uw college met betrekking tot ons alter
natief het resultaat is van de niet-aflatende ijver en bijna louter boekhoud
kundige precisie van de wethouder van Welzijnszaken. Zijn streven blijkt erop
gericht te zijn de meer fundamentele inbreng, zoals die van onze fractie,
niet te hoeven wegen. De zin "we zullen alles serieus bekijken" door hem
uitgesproken laat een wrange nasmaak achter en blijkt een echt zoethoudertje.
Immers, maanden heeft hij de commissie Welzijnszaken voorgehouden dat zij
van het begin af aan betrokken zou worden bij het opstellen van de grote lijnen
van het welzijnsbeleid. Dat was spannend, dat begrijpt u. Ook al omdat het
een nieuwe en andere benadering zou zijn. Maar wat zijn we belazerd.
Ten eerste:Er is geen sprake geweest van discussie in de commissie.
Ten tweede: Het college heeft met weinig gevoel voor coalitie-verhoudingen het
P.v.d.A.-alternatief verstopt.
Ten derde: We zien dat roet een zekere gretigheid enkele aspecten van de inspraak
resultaten wel zijn gehonoreerd, met name die welke onder zekere dreigementen
door de Stichting Sociaal Kultureel Werk naar voren zijn gebracht.
Hoe anders heeft de voorzitter van de commissie Financiën, ook C.D.A., respect
getoond voor de vragen en opmerkingen van de commissieledenover deze nota.