- 16 - Onze fractie stelt zich op het standpunt dat het concept-contract met O.M.O. eerst aan de raad ter goedkeuring moet worden voorgelegd alvorens wij ons hierin vastleggen. Wij zijn van mening dat het algemeen of neutraal karakter gegarandeerd dient te worden en wij willen zekerheid hebben over de autonomie van het regionaal bestuur en onze fractie stelt voor om ont bindende voorwaarden ten aanzien van beiden inhet contract op te nemen. Als wij deze garantie van de wethouder kunnen krijgen kunnen wij met dit voorstel accoord gaan. Mevrouw VAN DER PUTTE: Ik heb toch twee vragen. In grote lijnen dezelfde vragen denk ik als door mevrouw Ambagts gesteld. Het gaatover punt g. van het besluit. Daarin besluiten wij de rijkssubsidie inzake de basiseducatie te aanvaarden maar mij heeft inmiddels ook het bericht bereikt dat als zou den wij het totale bedrag wat voor ons beschikbaar ligt in Den Haag niet krijgen maar een gedeelte daarvan. Ik heb begrepen 3 ton in plaats van 4 ton. Dan ook nog punt f. Als ik dat lees dan vraag ik me af wat gaat u doen 1 augustus 1987. Welke toezeggingen gaat u de deelnemers doen. op welke lo- katie denkt u te starten. Alles bij elkaar genomen vraag ik me af of het toch niet beter is het voorstel zoals dat nu voor ligt een half jaar uit te stellen, tenzij inderdaad alles al in kannen en kruiken is. De VOORZITTER: De wethouder telefoon gehad vandaag De heer DEKKERS, wethouder: Het is verheugend te konstateren dat op een paar vragen die er nadrukkelijk zijn gesteld na men akkoord kan gaan het het voor stel wat voorligt. Laat ik daarom overgaan naar de vraagstelling en aller eerst ten aanzien van de vraag of het waar is dat er, f150.000,- gekort zou kunnen worden op de rijksbijdrage ten behoeve van de basiseducatie bij de start. Voor de toekenning van de rijksbijdrage bij de start van de basis educatie in ons geval öp 1 augustus 1987 is bepalend, ik denk dat de vraag stellers met name toch zitten bij het idee van de V.J.V.-instellingen in Eergen op Zoom, of de subsidiëring 1986 van de Y.J.Y. instellingen in Bergen op Zoom is conform de geldende regeling van de V.J.V.dat wil zeggen, anders vertaald, of de verhouding aanwezig is 75% rijk en 25% gemeente. Welnu wij hebben de stellige overtuiging dat gezien het feit dat de raad voor het jaar 1986 extra middelen beschikbaar heeft gesteld voor het V.J.V.- werk die verhouding naar verwachting in Bergen op Zoom aanwezig zal zijn. Derhalve is op dat punt geen probleem te verwachten. Blijft staan,en dat -is uw raad bekend, dat er bij één van de V.J.V.-instel lingen op dit moment een negatief vermogen aanwezig is en ook straks nog zal blijken te zijn. Daaromtrent volgt nader beraad met het ministerie maar wij hebben daar te kennen gegeven, evenals ik dat in deze raadsver gadering en commissievergadering heb gezegd, dat dat naar onze mening niet mag drukken op debasiseducatie, maar dat gezocht moet worden naar andere oplossingen waarbij ik tegelijkertijd heb aangegeven dat reeds jaren duide lijk was welk beleid de gemeente Bergen op Zoom ten aanzien van subsidi ering van V.J.V.-instellingen voorstond. Hoe dat precies en op welke termijn dat allemaal zal worden afgewikkeld kan ik ook niet voorspellen, maar door de stellige verwachting dat de verhouding 75% rijk 25% t.a.v. het V.J.V.- werk voor 1986 aanwezig zal zijn heb ik de indruk dat er geen redenen kun nen zijn om te veronderstellen dat een belangrijke korting ten aanzien van de start van de basiseducatie te verwachten is. Dan de overname van het personeel. Door het interimbestuur is aan alle instellingen en ook aan alle personeelsleden gevraagd gegevens te verstrekken. Voor zover mij bekend is daar nog niet in alle gevallen aan voldaan. Hoe sneller men hieraan gevolg geeft hoe sneller het interimbestuur aan de slag kan gaan. Ten aanzien van het overleg heb ik vernomen dat voor aanstaande maandag een overleg is gepland tussen de oude besturen, het nieuwe bestuur en de vak bonden en ik heb er alle vertrouwen in dat dat ertoe moet leiden dat de be- - 17 - langen van de personele situatie van de overgang van de oude naar de nieuwe instelling met ieders medewerking op een adequate wijze te regelen moet zijn. Ten aanzien van de centrumgemeente heeft het interimbestuur unaniem besloten in een vergadering om voor Bergen op Zoom als vestigingsplaats te kiezen. Van de gemeenten Roosendaal en Nispen is vernomen dat zij kan instemmen met Bergen op Zoom als centrumgemeente omdat op dit moment nog geen sprake is van verdere overdracht van bevoegdheden. Zou dat aan de orde komen dan is wellicht het moment daar om daar nog eens met elkaar over te praten. Voorals nog is dus de koppeling vestigingsplaats - centrumgemeente gerealiseerd. Heel anders zit het denk ik met de kwestie van de vraag van mevrouw Krijger. Uit de stukken blijkt dat het plaatselijk bestuur zijn eigen signatuur be paalt en een en andermaal is in commissies besproken dat tegen neutrale signa tuur geen problemen zijn met verdereaanhaking bij ons middelbaar onderwijs. Ik denk dat het niet zokan zijn dat wij vanavond een voorbehoud gaan maken dat de raad die zaken eerst nog eens wil zien en als het ware daar een fiat aan wil geven, want op dat moment denk ik dat we een blokkade oproepen die niet leidt tot de snelle start die wij allemaal willen en die moet worden ge ef fectueerd per 1 augustus 1987. Ik denk dat de wijze van beraadslaging, de uitvoerige besprekingen rondom dit onderwerp, ons allemaal voldoende vertrouwen mag geven dat dit op zijn pootjes terechtkomt. Waar beginnen we en is uitstel tot 1 januari 1988 niet verstandiger. Aangegeven is in het eindrapport dat het eerste jaar als het ware toch sprake zal zijn van een overgangssituatie. Dat betekent dat er gebruik gemaakt zal worden van een aantaljlokaties waar op dit moment ook cursisten les krijgen in het kader van de voorlopers. Het is mij niet mogelijk op dit moment exact aan te geven welke cursusplaatsen in Bergen op Zoom, Roosendaal en Nispen, Putte of Woensdrecht of welke van de andere 16 gemeenten ook zijn. Hst nieuwe bestuur zal daarmee adequaat aan de slag gaan en wij hebben toegezegd dat wanneer dat in Bergen op Zoom problemen zou opleveren, het gemeentebestuur bereid is daarin mee te denken om daarvoor eventueel oplossingen te vinden en ik heb ook de stellige indruk dat ook andere vormen van onderwijs best bereid zijn daarbij een steentje bij te dragen. Het uitstel lijkt mij, hoewel ik heb begrepen dat er van sommige gemeenten kenne lijk naar de richting van het Ministerie van Onderwijs signalen zijn uitgegaan om nog eens een keer tot uitstel te komen, nl. tot 1 januari 1988 in het ge bied Westelijk Noord-Brabant niet moet worden nagestreefd. Intussen hebben, als mijn informaties juist zijn, 6 gemeenten van de 16 besloten het voorstel conform het voorstel wat vanavond in deze raad aangenomen kan worden, aan te nemen. Dat betekent dat alles erop is afgesteld dat de nieuwe instelling aan de slag gaat en het zou tot onoverkomelijke problemen leiden als dat nu weer zou veranderen. Wat dat betreft geen enkele ambitie in dit ge bied naar mijn stellige overtuiging om tot uitstel over te gaan. Ik denk, voorzitter, dat ik het daarbij mag laten omdat ik alle vragen die gesteld zijn heb behandeld. De VOORZITTER: Wie van u voor de tweede termijn De heer VAN DER KALLEN: Ik heb met interesse naar het betoog van de wethouder geluisterd hoe hij de vragen in de financiële sfeer afhandelt, maar ik hoor heel veel slagen om de arm, ik hoor helemaal niet nadrukkelijk dat het zo of zo zal gebeuren. Naar mijn informatie wil de centrale overheid dat de voorlopers met lusten en lasten worden overgenomen. De wethouder geeft daar geen echt duidelijk antwoord op, hij zegt het zal wel goed komen want de ver houding is goed in 1986. Hij zegt niet het komt goed. Ik hoor toch een hele boel vaagheden en ik zou graag van het college vernemen wat er gebeurt als het niet goedkomt, wat er dan zou staan te gebeuren en wie er dan voor de kosten opdraait.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 172