- 12 -
Wij zouden de wethouder willen vragen te onderzoeken hoe groot de speelruimte
is om af te wijken van de modelverordening en de ouders alleen relevante ge
gevens te vragen die nodig zijn om vast te stellen hoe hoog het belastbaar
inkomen is en bijv. niet te vragen naar een motivering van ouders waarom zij
of een ouder broertje of zusje hun kind niet naar school kunnen brengen, met
ondersteuning van medische verklaringen en verklaringen van derden.
Het zou de gemeente hoofdbrekens besparen en de ouders veel moeite en irritatie.
De uitkomst van dit speelruimte-onderzoek zou ook in de commissie Onderwijs
kunnen terugkomen.
De heer VAN DER KALLEN: Nog nooit heb ik zo'n a-sociaal, onrechtvaardige en
ongepaste maatregel gezien. A-sociaal omdat f. 200,- per jaar voor menig ge
zin in de buurt van het belastbaar inkomen van f. 27.000,- een grote aanslag
is op het bescheiden inkomen. Dit geldt zeker als men bedenkt dat deze bijdrage
per kind moet worden opgebracht. Gezien recente berichten blijkt het hier
zelfs niet bij te blijven. Minister Deetman wil voor deze kinderen ook nog
eens een eigen bijdrage voor leer- en hulpmiddelen van f. 350,- per jaar in
voeren.
Onrechtvaardig omdat de grondwet de vrijheid van schoolkeuze garandeert Een
garantie die merkwaardig overkomt als de ene keuze gratis is en je voor de
andere die speciaal voor jouw kind een betere zou zijn, f. 200,- per jaar
moet gaan betalen. Helaas moet ik konstateren dat diekeuze voor vele ouders
zelfs zonder die f. 200,- kosten een hele moeilijke is. De stap te erkennen
dat jouw kind beter af is op een LOM- of MLK-school is voor veel ouders,
veelal geplaagd door onvoldoende kennis en vooringenomenheid inzake het speciaal
onderwijs, een hele opgave. De financiële bijdrage van maar liefst f. 200,-
werpt een extra drempel op vooral voor een inkomensgroep die door hun veelal
lager opleidingsniveau vaak weinig afweten van het gebodene op dit speciaal
onderwijs.
Dit voorstel is mede onrechtvaardig omdat goed onderwijs voor iedereen be
schikbaar moet zijn zonder wat voor belemmering dan ook. Dit voorstel werpt
een belemmering op, de BSD wijst dit af.
Ongepast vinden wij het voorstel omdat wij de vragenlijsten een aanslag vin
den op de privacy. Die eigen bijdrage zou moeten van de hogere overheid.
Eind vorig jaar is deze maatregel inderdaad aangenomen door de beide kamers
van ons parlement. Voor ons een onbegrijpelijke zaak, onaanvaardbaar.
De BSD is van mening dat de gemeente geen verordening moet opstellen waarbij
zij zo gebonden is aan voorschriften dat een vrije politieke keuze onmogelijk
wordt. De hogere overheid maakt zo eenlagere overheid als een gemeente tot
een ja-knikkers instituut. Daar bedankt de BSD voor. Wij leven niet in het
Oostblok.
De BSD vindt dan ook dat de gemeente deze opdracht tot het opstellen van deze
verordening moet weigeren en met redenen omkleedt aan de regering kenbaar
moet maken. Wij moeten weigeren de lokale automaten te zijn die zich onder
werpen aan een centrale autocraat. De politiek wordt met dit soort maatregelen
onbegrijpelijk voor het publiek.
Op 17 juni stonden er in het Brabants Nieuwsblad twee koppen vlak bij elkaar.
De een "Regeling vervoerskosten aanval op mensen met smalle beurs", een
uitspraak van de heer Van Wijk die naar mijn waarneming beaamd werd door de
Partij van de Arbeid. De andere kop"P.v.d.A-fractie geeft raad maximale ver
goeding.De eerste brengt maximaal f. 16.000,- op, de andere kost ongeveer dit
bedrag.
Ik denk dat dit op menig burger overkomt als links brullen - om geen arider
woord te gebruiken - rechts vullen. Voorstellen voor gespreide betaling zijn
doekjes voor het bloeden waarmee men tracht eenpaar puntjes te scoren.
Zeggen dat je noodgedwongen voor moet stemmen lóst niets op. Het geeft alleen
maar duidelijk aan dat ons democratisch stelsel soms uiterst onrechtvaardig
in elkaar zit.
- 13 -
Mijnheer Dekkers, uw opmerking in de commissie "wij zullen desnoods signalen
naar andere gemeentelijke instellingen laten uitgaan om deze mensen te helpen"
lijkt erg veel op "mensen, het is niet zo erg, we schieten wel op jullie
maar als we jullie raken is het ziekenhuis vlakbij". Mijnheer de voorzitter,
het zal duidelijk zijn dat de BSD dit voorstel verwerpt met heel haar hart.
Met betrekking tot de notulen is dit imperatief
De heer VAN WIJK: Het gaat nu om een regeling vervoerskosten, een regeling
van de rijksoverheid die niet met gejuich zal worden ontvangen. Niet
door de ouders van betrokken leerlingen, ook niet door de schoolleiding -
de rapporten liggen ter inzage en dat geeft een duidelijk signaal - en ik
mag aannemen ook niet door de gemeenten die met een portie werk worden opge
zadeld. F. 200,- per kind per jaar. Van menig gezin wordt het zoveelste offer
gevraagd. Voor ouders van leerlingen die speciaal onderwijs volgen komen in
de toekomst nogmeer regelingen op ons af, daar heeft mevrouw Veraart ook al
op gewezen. Regelingen die ook in de vorm van een bijdrage een belasting vormen
voor die gezinnen die het toch al moeilijk hebben.
We zullen wel met het voorstel moeten instemmen, maar wat mij betreft, het
gaat niet van harte.
Nog even naar aanleiding van het betoog van mevrouw Veraart. Het gaat over de
beantwoording van de vragenlijst. Ik ben wel van mening dat de gemeente een
duidelijk inzicht zal moeten hebben waarom de betrokken leerlingen van dat
vervoer gebruik moeten maken. Dus met andere woorden dat de leerlingen waar
het nu om gaat niet in de gelegenheid zijn door ouders of familielieden weg
gebracht te kunnen worden. Vandaar dus, als zij gebruik maken van het ver
voer, waarom zij dat doen.
De heer DE JONGH: Op het gevaar af enigszins buiten de orde te spreken wil
ik toch graag even reageren op datgene wat de heer Van der Kallen zojuist
gezegd heeft. Ik moet U eerlijk zeggen dat ik vind dat het een shockerend
verhaal is, maar in ieder geval zijn doel is bereikt, de pers wordt gehaald
morgenochtend kunnen we weer genieten van dit soort verhalen die in de
plaatselijke pers staan. Ik heb ontzettend veel moeite met de tendentieuze
verhalen en de vergelijkingen die gemaakt worden met name ook naar de P.v.d.A.-
fractie toe. Ik vraag me af of het intellectuele vermogen van de heer Van der
Kallen hem op dit moment toch wat in de steek laat, want ik vind dat hij verge
lijkingen maakt die helemaal niet terzake doen. Ik vind eigenlijk dat ik ver
schoont wens te blijven van dit soort op- en aanmerkingen.
De heer VAN DER KALLEN: De heer De Jongh heeft recht op zijn mening.
De heer DEKKERS, wethouder: Over deze verordening is ook in de commissie
bijna in dezelfde bewoordingen gesproken en zijn er kanttekeningen geplaatst,
naar aanleiding van het feit dat een aantal ouders straks wellicht f. 200,-
zal moeten gaan betalen. Niemand was daar enthousiast over en de heer Van'
Wijk heeft dat denk ik terecht geconstateerd door alle geledingen die daar
mee te maken krijgen nog eens op te sommen, de ouders, de scholen en ik denk
dat hij terecht ook de gemeente in dat rijtje heeft gezet. Ook de gemeente
stond niet te trappelen om aan deze verordening uitvoering te geven en heeft
zeker niet gepleit voor de f. 200,- ouderbijdrage. Maar we hebben te maken met
een verordening die,nadat de onderwijsbegroting 1983 - zoals u dat in de stuk
ken hebt gelezen - aan de orde was in gang is gezet en die uiteindelijk uit
gemond is in dit voorstel waarbij aan de gemeenten een aantal voorwaarden
worden opgelegd om het vervoer te regelen voor het speciaal onderwijs.
Het past denk ik in het kader van het medebewind dat je dan zo'n verordening
vaststelt en tot uitvoering overgaat. Het heeft mij, evenals eenpaar andere
sprekers, het nodige ongenoegen bezorgd om te moeten constateren dat kenne
lijk deze categorie straks ook nog eens getroffen dreigt te worden door het feit
dat ouders een bijdrage zouden moeten gaan leveren aan leer- en hulpmiddelen.
Ik hoop van harte dat dit onzalig idee geen gestalte krijgt. Ik denk dat we
daarmee inderdaad een stuk problematiek extra oproepen en vragen gesteld kunnen
worden of wij dan nog wel kunnen spreken van de zorg voor goed, voor iedereen
bereikbaar onderwijs op het niveau en de wijze waarop dat het meest noodzakelijk is.