SSssSrasS» taal ^Thet'^rdar'^r"/6 Va" aanbeveli"^ spreekt duidelijke hanrg^omfrwoÏdt^HerifmiSschïefgoef, T eenv?udl« systeem wat W^rH^s^L'^s^^mL^ïj^fee6' d8 "iJk ba"gd 16 De heer VAN WIJK: Inderdaad, zoals meerder leden deze avond al hebben od in de dripS het.rapport LanSe WeS een S°ed rapport en vandaar dat het ook "de ^rie commissies waarin het behandeld is, goed is ontvangen. is dan inderdaad het college wel ernst de problemen in De Lange Wee onderstellen w-M S TT de.doorsnee bewoner van dat stadsdeel, zo ver- lijk overkomend Z1"Sneden in V°°rkOTe" dle onbegnijpe- puntTofi'rol deHfKPa,< ''erb0°pt tot °P "eden »°lgens schema. Nu staat aan de bewoners!' beuonersb''lef uitnodiging voor bijeenkomsten wSrlHn'de hofS^ S°ede reSUltaten zal ^ben en dat het „eer goed wonen al uitvoerig iTaangSoerd?1^ lk PUnt d°°r d® here" Franken en Bolsius Al met al, voorzitter, succes met de verbeteringen. Mevrouw NOORMAN: De erkenning van de raad in 1 qrc; on mot problemen in de wijk Lange Weg heeft gelukkig geleid LTheToprTch^n"" de projectgroep en uiteindelijk nu dit rapport met aanbevelingen nomen kan „orden. In de commissie heb ik ook gesteld dat ircr*3'™86^ ge~ 31gl°baal Paartje »ül« sien op de uiAe^n Lt- vÜ puntfr™abtijd!JeVD1frif jeite0!0'? fa f08 P™»*»™ aanpak Sï ons zeker^in^dan^aanvaard „Sdflar'dU 33 groep die hard aan de zaak heeft getrokken. Pr°ject~ in goede effecten. Ik wil dus opmerkerda^e^in^rvor8 UltdrukkinS terdege maatregelen genomen ziin en dat de raad da T®6 raadsPeriode wel voteerd heeft. naad daar ook een krediet voor ge- Ik denk dat de opmerking van de heer Bolsius die steil dat- hot eenlopend van aard ziin Ik denk dat h ft aantal aanbevelingen die zeer uit- financiee! te operationiiiseren. Eén dLg LluideSjlT dïe zT zullen meer geld kosten dan het geparkeerde bedrag van'fdbrnn" dUUrder' dle van'de ^Franken!*'3 Uitgegeven" Dat ter beantwoording van'deTrlag - 17 - Eén ding is wel duidelijk, dat heeft de heer Bolsius ook al opgemerkt en mevrouw Dirker roet name ook, dat we samen met de bewoners moeten kijken of de wijze waarop wij een analyse hebben gemaakt van de wijk de juist is en ook de aanbevelingen. Het gaat om een complex van factoren. Ik denk dat ook als een rode draad door het verhaal heen zal lopen de komende inspraak-avonden, wij hebben er 3 tot 4 gepland in de diverse hofjes, daarmee aangevende dat we zeer indringend met de bewoners spreken en dat niet in één keer willen afdoen op een grote bijeenkomst en dat het van belang is dat collega Dekkers en ondergetekende zullen vernemen wat op tafel gebracht gaat worden en wat tot welke discipline gerekend kan worden. Ongetwijfeld zal het dan noodzakelijk zijn om de financiële vertaling van een en ander te maken en zal het mogelijk noodzakelijk zijn om tot enige prioriteit stelling te komen van verbeteringen die ons in de stad voor ogen staan. Het is duidelijk dat de wijk Lange Weg zeer hoge waardering nodig zal hebben. De heer Bolsius merkt op dat er enige tegenstrijdigheid te bespeuren is tussen enerzijds de f. 96000,- en de opmerking dót de raad betrokken blijft. Ik kan U zeggen, de raad zal betrokken blijven bij het project, men zal over de inspraakresultaten geïnformeerd worden. Wij hebben met name aangegeven met betrekking tot financiering van diverse activiteiten vanuit de budgetten dat het kan zijn dat er op het gebied van groenonderhoud klachten zijn en ook op het gebied van wegbeheer. Dan hebben wij natuurlijk onze fondsen waar wij het periodiek werd uit verrichten. Het kan zijn dat die fondsen of delen daarvan aangewend kunnen worden. Als wij plannen hebben dan zullen wij zeker ook de financiële vertaling daarvan en uit welke fondsen dat zal komen aan geven. Ik denk dat met name de wethouder van financiën daar wel op zal staan. Ik denk soms wel eens helaas terecht. Mevrouw Dirker merkt nog eens op dat het van belang is dat het rapport gezamen lijk met de bewoners opgepakt zal moeten worden, maar dat de bewoners zelf zul len moeten aangeven op welke manier zij tot verbetering willen komen. Ik denk dat dat de kwintessens is. Ik denk dat de fout in het verleden met stadsver nieuwingsprojecten was dat de overheid teveel voor de wijken wilde denken en wat dat betreft is dit toch een heel interessant experiment. De heer Franken merkt terecht op dat er nog een aantal andere problemen zijn, vochtproblematiek de toewijzingsproblematiek. Laat ik daarover het volgende opmerken. Ik denk dat de problemen complex zijn, maar daarbij realiseer ik mij dat wij als gemeente niet alles kunnen oplossen. Samen met bewoners maar ook met andere organisaties die op enigerleid wijze enig belang hebben in de wijk, dan denk ik met name aan de beide woningbouwcorporaties alsmede aan het particulier initiatief, de welzijnsinstellingen etc. Zonder die inbreng kunnen wij niet. Met name de vochtproblematiek kan bijvoorbeeld wel eens een heel boeiend verhaal zijn. Dat hebben wij op dit moment nog niet voor ogen, wat ervaren de bewoners nu zelf over de leefbaarheid als het meest essentiële probleem. Is de planning niet te optimistisch. De planning is strak. Ik denk dat we naar de bewoners toe verplicht zijn om een strakke planning te ontwikkelen en dat de bewoners ons mogen aanspreken wanneer wij een planning niet halen. Wij moeten dat dan ook duidelijk motiveren. Anderzijds kunnen wij ook de bewoners aanspreken alsmede betrokken organisaties over afspraken die we gezamenlijk gemaakt hebben. Aan de andere kant denk ik dat het goed is om aan ieder project waaraan je begint, of het nu reorganisatie is of stads vernieuwingsproject of onderhoudsproject, een planning eronder te leggen om voor jezelf te bezien of je op schema blijft. Niettemin is het een stevige planning. Ik kan U zeggen dat de brief, als we vragen of de taal wel voor iedereen duidelijk is, de gepopulariseerde versie van'de nota gereed is en als ik goed geïnformeerd ben al naar de bewoners uit is .of een dezer dagen naar alle bewoners uitgaat zodat men geïnformeerd wordt wat er nu in de nota staat. Er wordt veel over de wijk geschreven - dan kom ik bij een opmerking van de heer Franken, waar ik het van harte mee eens ben - maar wij moeten er met zijn allen voor zorgen dat wij de wijk niet in negatieve zin eti ketteren. Er doen zich problemen voor die in meerdere wijken van jonge opbouwfase, stedebouwkundige opzet jaren 1960, problematisch zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 16