- 10 - Dezelfde sprekers of zijn er die er van afzien. Allen zien er van af behalve de heer Van Kemenade. De heer VAN KEMENADE:Een paar korte opmerkingen. Ik zal beginnen met de laatste opmerking van wethouder Van der Velden. Ik heb het denk ik erg voorzichtig gezegd en ik zal het nog een keer herhalen "U als dagelijks bestuur van deze stad bent» dat blijkt, promotie- minded, maar wij krijgen wel eens de indruk dat dit de goeden niet te na gesproken - niet geldt voor alle geledingen binnen het ambtelijk apparaat. elaan voorzitter, zuiniger kan het bijna niet, maar ik wil met plezier maar ik denk dat deze openbare vergadering daar niet het geschikte forum voor is, de heer Van der Velden entre nous eens zeggen wat ik daarmee precies bedoel. Ik denk dat de wethouder van Economische Zaken, althans ik meen dat uit zijn antwoord op te maken, het goed begrepen heeft Dat in de eerste plaats. Dan nog een tweetal opmerkingen. In de eerste plaats ben ik het met wethouder Stuart volstrekt eens als hij zegt we mogen het team nu niet op dit moment al belasten met een aantal forse uitspraken van de raad ten aanzien van die coördinatie.Alleen wat ik heb willen betogen en naar ik begrepen heb ook uit de discussies van de commissie Economische Zaken hebben wij - de raad - in grote meerderheid, als ik het Lafï°nd W66r T06f' eigenlidk gezegd - dat nodig zou zijn en natuurlijk het team zich daar zelf onderling over moeten verstaan en over moeten spreken en de zaak bekijken, als dat nodig zou zijn zijn wij volledig bereid om een goede professionele coördinator eventueel zelfs met financiën daarbii te steunen m het belang van de continuïteit van het'team op langere termijn. Dan nog een opmerking ten aanzien van de opmerking van de heer Van der Kallen over de toeleveringsindustrie. Onze fractie volgt daar volledig en ik heb dat ook m de commissie al gezegd de woorden van de wethouder van Economische Zaken De heer STUART, wethouder: Ik ben blij dat de heer Van Kemenade nog wilde spre ken want ik zag tot mijn schrik dat ik vergeten was een vraag van de heer Muller te beantwoorden en daar krijg ik nu nog de gelegenheid voor. Het doet het college genoegen vast te stellen dat er in de raad de bereidheid is om over afweging te praten voor wat betreft het ter beschikking stellen van financiële middelen in deze sector, maar ik zeg er dan onmiddellijk gaarne als portefeuillehouder financiën bij dat er gewogen zal moeten worden en pri oriteiten tegen elkaar afgewogen zullen moeten worden. Laten we vaststellen dat het belang van deze activiteiten door de raad wordt ingezien. Een opmerking van de heer Muller wil ik graag toch nog even beantwoorden. De heer Muller hield een pleidooi voor pragmatisch handelen door het city- marketingteam en hij sprak daarbij de vrees uit dat een aantal geformuleerde oelscel_ingen weieens zaken van lange adem zouden kunnen zijn en dat er wel licht op de korte termijn wat eerder prijzen te behalen zijn. Ik denk dat dat m de praktijk ook wel zo zal zijn, maar ik zou er toch voor willen waarschuwen om al te gemakkelijk de gedachte te ontwikkelen dat het alleen^tot korte baan rijderij beperkt zou moeten blijven. De eenvoudigste en kortste definitie van city-marketing is mentaliteitsverandering en dat doe je met op de korte baan, dat zijn zaken die tijd vragen en die zeer we zenlijk zijn. De heer MULLER: Voorzitter, ik heb toch behoefte aan een opmerking aan de ou er" J verschillen wat dat betreft toch een beetje van mening. eb gezegd er zijn een aantal dingen, met name in de sterkte-zwakte-analyse die een lange adem nodig hebben. Wat ik bepleit heb is te zeggen dat er innen die zwakke punten een aantal zaken zijn die op een relatief goedkope zi in6 Sm"!!60! dK ™og®diJkheden van de gemeente op te lossen en op te pakken zijn. Dat heb ik bedoeld te zeggen. - 11 - De VOORZITTER: Dank u wel mijnheer Muller. Ik denk dat de heer Stuart dat allerminst heeft tegengesproken en dat er grote mate van overeenstemming is in beide standpunten. De heer Van der Velden nog een opmerking entre nous? De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Een korte opmerking voorzitter. De heer Van Kemenade heeft zijn opmerking wat gepreciseerd. De heer VAN KEMENADE: Daar maak ik bezwaar tegen. De wethouder probeert me nu iets in de schoenen te schuiven. Ik heb niets nader gepreciseerd, ik heb exact de tekst voorgelezen zoals ik die in eerste termijn voorgelezen heb en ik stel alleen vast dat die uiterst genuanceerd was. Dus ik heb niets nader gepreciseerd. De heer NIJPELS: Dan wil ik wel eens weten hoe het was toen de heer Van Kemenade wethouder was, hoe het toen was. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Voorzitter, ik ga even verder. De heer Van Kemande stelde naast goede zijn er ook andere geledingen. U. maakt die opmerking in het openbaar. Een onderhoud entre nous op zich om dat nader toe te spitsen kan natuurlijk maar er wordt wel iets in het open baar gezegd met betrekking tot de wijze waarop geledingen afwijkend zouden werken. En entre nous of entre tous of wat dan ook, opmerkingen in deze sfeer die iets zeggen over de organisatie in de openbaarheid dienen dan ook denk ik, uitgewerkt te worden in de openbaarheid en anders op een andere wijze aan de orde gesteld te worden, hetzij in de commissie personeelszaken, hetzij bijv. middels en GO. Ik vind dat hier het gevaar bestaat dat de indruk gewekt wordt met betrekking tot de groep werknemers die zich daar niet over kan uitspreken, terwijl alles plaatsvindt onder politieke verantwoordelijk heid. Ik wilde dat zeggen. De VOORZITTER: Dames en heren, ik denk dat wij hiermee de zaak in twee termij nen voldoende behandeld hebben. Ik stel U voor te besluiten zoals op pagina 461 van de stukken aan uw raad is voorgesteld. U kunt zich daarmee verenigen, u wenst geen stemming, aantekening Dan is aldus besloten. 13. Voorstel tot vaststelling van de "Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergen op Zoom". (Verzameling 1987, nr. AZ/125) Mevrouw VERAART: De rijksoverheid lijkt ernst te maken met het overhevelen van bevoegdheden naar lagere overheden, alleen vinden wij het zeer spijtig dat de essentie van deze verordening, nl. de f. 200,- ouderbijdrage dwingend is voorgeschreven, zodat we hier alleen maar ja of ja tegen kunnen zeggen. Naast de extra zorgen die ouders van kinderen die een vorm van speciaal onder wijs moeten volgen vaak hebben, komen er nu ook extra kosten voor vervoer bij. Wanneer wij de krantenberichten moeten geloven dreigt in het schooljaar 1988/ 1989 nog een bijdrage van f. 350,- in de kosten van leer- en hulpmiddelen hierbij te komen.Een drempel verhogende werking van zulk soort maatregelen is zeker niet denkbeeldig. Daarom is het minste wat wij kunnen doen in de gaten te houden hoe deze maatregel uitpakt in de praktijk. We zouden de wethouder willen vragen ons op de hoogte te houden, via de commissie over het aantal ouders wat moet betalen en hoeveel hiervan moeite hebben met de betaling en de uitkomsten van het voorgenomen zog. inventieve beleid van enige gemeentes hier in de regio die toch mogelijkheden zouden zien om ouders die moeilijk heden hebben met betaling tegemoet te komen. Wanneer deze verordening is aangenomen zal met name op grond van artikel 6 door ouders door B W verlangde gegevens moeten worden verstrekt. Wij vinden dat terughoudendheid bij het vragen naar persoonlijke gegevens altijd moet worden betracht en ook in dit geval. Waar de commissie van advies al het nodige voorwerk heeft gedaan vinden wij niet dat je dat als gemeente nog eens dunnetjes moet overdoen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 169