- 36 -
Daarvan is natuurlijk geen sprake, hetgeen niet wil betekenen dat de conse
quenties zoals u die schetst, niet tevens aanwezig zouden kunnen zijn.
Maar er is natuurlijk een belangrijk verschil tussen daaraan opzettelijk mee
werken van de zijde van het college en, nu komen wij tot een onder oordeel
of althans andere beoordeling, het naar uw mening onvoldoende controleren waar
door deze consequentie zich zou kunnen voordoen.
Ik denk dat wij, alvorens tot een goed definitief oordeel te kunnen komen, ook
van u mogen verwachten de informatie te mogen ontvangen welk bedrijf dat dan
is, anders ontketenen we natuurlijk daaromtrent ook een stuk heksenjacht.
De heer VAN DER KALLEN: Het bedrijf handelt binnen de huidige normen, alleen
zijn de normen zodanig dat het water wat er bovenop komt normaal gesproken
afgevoerd zou moeten worden omdat het een gecontroleerde vuilnisbelt zou zijn.
De Kragge is echter een antieke vuilnisbelt, die dat niet kent. Aangezien fenol
een in water oplosbare stof is, zal dat zich langzaam maar zeker ophopen in
de onderste lagen.
De VOORZITTER: Dat hele proces is mij natuurlijk ook bekend, echter - ik maak mijn
verhaal af - wanneer het u niet uitkomt om het in hetopenbaar te zeggen dan
zijn wij natuurlijk ook bereid na afloop van de vergadering van u te vernemen
om - wel of niet binnen welke norm dan ook - te overwegen of maatregelen moe
ten worden getroffen. Op uitgesproken voor-veronderstellingen kunnen natuur
lijk geen adequate maatregelen worden getroffen. Ik vind dat het ook uw taak
als gemeenteraadslid is daar op die manier aan mee te werken om in ieder geval
in de eerste plaats ten opzichte van het ons omringende milieu een positieve
bijdrage te leveren. In de tweede plaats om toekomstige generaties van pro
blemen die deze mogelijk wel binnen het raam van de wet vallende afvalstoffen
voor die consequenties te behoeden.
Nogmaals, van een opzettelijke door het college in die opzettelijkheid ge
steunde overtreding van de afvalstoffenvergunning of van de wet verontreiniging
oppervlaktewater is bepaald geen sprake.
De heer BAKX, wethouder: Ik ben toch ook erg nieuwsgierig of de heer Van der
Kallen die gegevens kan aanleveren, want dan kan de milieudienst daar toch
inderdaad behoorlijk effectieve maatregelen tegen nemen. Wij horen dat dan
gaarne van u.
Na de andere kant even ten aanzien van de normering. Ik heb vorige maand
ook al duidelijk gemaakt dat mogelijkerwijs eind van dit jaar het provinciale
afvalstoffenplarï-feraan komt. Ik heb daar ook al van gezegd dat de eisen zoals
ze staan verwoord in het provinciaal afvalstoffenplan no. 1 behoorlijk aange
scherpt zullen worden.Ook in de hele scheiding, de hele afvalverwerking zal
de normering veel strenger worden gehanteerd dan dat nu mag. Wat dat betreft
kan ik u waarschijnlijk een heel stuk geruststellen dat wij ook daaraan moe
ten voldoen dus daaraan ook onze eisen en ormen optrekken. Maar nogmaals,
dit rapport is nog niet in mijn bezit, ik weet nog niet exact hoe het uit
pakt. Dat het in ieder geval verscherpter en genormeerder zal worden toege
past is een ding dat zeker is.
Dan praat u nog over de verschillende stoffen die zijn aangetroffen.
Ik denk inderdaad, daar had de heer Van de Water in eerste termijn gelijk in,
dat dat in het verleden is begonnen als bouwstort. Er zijn een aantal vaten
gestort. Je kunt je dan inderdaad afvragen wat er allemaal gebuert. Vier
onderzoekingen plegen wft nu, hét Kragge II onderzoek dat regardeert onder
het streekgewest met de Heidemaatschappij, Kragge I wat we zelf door Witteveen
en Bosch laten doen, onze eigen milieudienst waarvan ik u nog een paar extra
proeven heb toegezegd, het Hoogheemraadschap voor de kwaliteit van het opper
vlaktewater. Geeft u dan maar aan wat ik nog meer zou moeten doen. M.a.w.
mij is er alles aan gelegen dat we straks verantwoord met het milieu om kunnen
gaan. U kunt pas een gefundeerd oordeel vellen als alle rapporten deze kant
uitgekomen zijn en u kunt niet op voorhand allerlei zaken naar boven halen
want dan zou u inderdaad verontrusting gaankweken en dat kunt u pas naderhand
als wij alles rond hebben.
Ik hoop dat u met mij dan ook van harte deze zaken kunt ondersteunen omdat er
ons alles aan gelegen is om alle zaken boven water te krijgen en ook tot een
goede oplossing te kunnen komen.
- 37 -
Mevrouw DIRKER: Dan zou ik voor willen stellen om dit ook zo snel mogelijk
te doen. Dit heel duidelijk prioriteit te geven, er niet te lang mee te
wachten en zo voortvarend mogelijk voorrang te geven aan het geheel.
De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Even toch over openbaarheid. Er moet mij
een verbazing van het hart. De heer Van der Kallen pleitte zo nadrukkelijk
bij 17 d voor openbaarheid van zaken aangaande milieuvraagstukken. Net wordt
er een veronderstelling gedaan betreffende een bedrijf dat mogelijk de normen
zou overtreden. Wat let u óm dat hier kenbaar te maken. Ik geloof dat daar
de openbaarheid die u zo straks bepleitte mee gediend is. Ik ga er van uit
dat u dadelijk dat bedrijf kan noemen. Dat is maximale openbaarheid. We weten
dan waarover we spreken.
De heer VAN DE WATER: Ik ben het daar niet mee eens.
De heer VAN DER KALLEN: Ik ga een bedrijf dat zich aan de wetten houdt niet
in discussie brengen
De VOORZITTER: We zijn allemaal aan de derde termijn bezig. De heer Van der
Kallen heeft inmiddels antwoord gegeven. Een laatste opmerking van de heer
Van de Water
De heer VAN DE WATER: Ik ben het niet eens met de wethouder. Ik vind dat ver
dachtmakingen geconstateerd en bewezen moeten worden. Als die naam genoemd
zou worden en het zou niet zo zijn, dan zou het nadelig zijn voor het bedrijf.
Dus ik vraag wel dat de raad eist van de heer Van der Kallen dat hij de naam
bij het college bekend maakt. Als het zo simpel zou zijn dat door het stoppen
inderdaad de verontreiniging minder wordt, wat een heel makkelijke maatregel
zou zijn, waar ik niet zo in geloof, dan sta ik daar volledig achter.
Ik eis eigenlijk dat de raad vraagt van de heer Van der Kallen dat hij het
college in kennis stelt van die naam.
Mevrouw DIRKER: De heer Van der Kallen brengt het hier in de raad. Het blijft
natuurlijk allemaal heel erg vaag en een bedrijf wat dan niet met name genoemd
wordt, wordt steeds naar voren gebracht. In wezen vind ik dat de heer Van
der Kallen aan ons verplicht is om dat bedrijf te noemen.
De heer VAN DE WATER: Maar niet in het openbaar,we zitten hier ook als een
stuk bescherming.
De VOORZITTER: Ik denk dat de heer Van der Kallen het bedrijf aanstonds bij het
college meldt, waarmee dan deze kous af is.
De heer BOOGAART: De heer Van der Kallen heeft ook nog gezegd dat hij iets
gevonden heeft wat niet in het rapport van Witteveen en Bosch staat. Dat zou
ik ook wel graag vernemen.
De VOORZITTER: Wellicht kunt u dat aanstonds bilateraal afspreken.
P_
De heer VAN DER KALLEN: De brief van burgemeester en wethouders staat ge
agendeerd als antwoord. Als dit een antwoord is op de brief van de bewoners
van de Scheldelaan en de Paulus Buijslaan vind ik dit antwoord eigenlijk een
aanfluiting.
De bewonersbrief gaat grotendeels over wat hen is aangedaan en het college
wijst naar de toekomst zonder hetgeen geschiedt is te motiveren of te ver
klaren. Bewoners hebben wat betreft de toekomst nu een antwoord gevraagd en
ik vind dat het college het antwoord nu dan ook moet geven of op. zijn minst
daartoe een poging moet wagen.