- 32 - De VOORZITTER: U kunt de stukken van de Gewestraad vinden bij de gewestraad maar ook op het gemeentehuis liggen zij ter inzage, zoals ook op alle 17 andere gemeentehuizen. Er zijn dus 19 vindplaatsen. Dat zijn dus het Gewest huis plus 18 gemeentehuizen. De heer NIJPELS: De heer Van,,der Kallen kan ook bij de commissievergadering van de Gewestraad luisteren, dan kan hij alles horen. De VOORZITTER: Buitengewoon veel adviezen hebben hem inmiddels bereikt. De heer VAN DER KALLEN: De heren zullen het merken, de dames niet te ver geten, sorry. De heer BOOGAART: Misschien blijven dan de heren na verloop van tijd zelf wel thuis. De VOORZITTER: Wij zijn inmiddels uit punt d. gekomen denk ik. o De heer BOLSIUS: Nadat in eerste aanleg dit punt plus het antwoord van het college op deze agenda stond, hebben wij besloten in de commissie Volks huisvesting en Milieu dit stuk nader te behandelen. Wat ik nu mis is een actualisering van de toezeggingen zoals ze in de commissie Volkshuisvesting en Milieu zijn gegeven, o.a. de toezegging dat positief nagegaan zou worden of er in de vier jaargetijden van het jaar oppervlaktemetingen zouden kunnen plaatsvinden teneinde de seizoenseffecten van die metingen weg te laten vlakken. De heer VAN DER KALLEN: Aan het technisch commentaar van onze partij op deze brief is na de vorige raadsvergadering niets veranderd. Nu wil ik mij dan ook beperken tot enkele hoofdzaken. Het blijft voor ons belangrijk dat de gemeente ook test in de zomer. De aanbevelingen van de Heidemijuit 1981 sterken ons in dit verlangen. Wij vinden tevens dat bij deze testen in het vervolg bij oppervlaktewater de zuurstofgehaltes mede bepaald moeten worden. Wij vinden dat de normen in Brabant dezelfde moeten zijn als in de rest van het land en verzoeken het college en de raad deze mening over te nemen en kenbaar te maken bij de provincie en het Hoogheemraadschap. Gezien het gegeven dat zowel de Heidemijin 1981 als Witteveen en Bosch recent van mening zijn dat vanuit de Kragge verontreinigd grondwater afvloeit naar de Zoom wil de BSD wijzen op de wet van 13 november 1969 omtrent de veront reiniging van oppervlaktewater. Die wet verbiedt nadrukkelijk het zonder ver gunning lozen van verontreinigd water in oppervlaktewater. Ons inziens handelt de gemeente Bergen op Zoom in strijd met die wet. Wij verzoeken het college dan ook zo spoedig mogelijk door het aanbrengen van een waterkerend scherm een eind aan deze lozingen te maken.Lozingen die mijns inziens bewust ge beuren. Voor geïnteresseerden heb ik hier een aantal foto's waarop duidelijk te zien is dat er oostelijk van de Kragge percolatiewater zich ophoopt in een ondiepte, een ondiepte die afvloeit naar de spoorsloot die middels een duiker uitmondt in de ligne. Merkwaardig te weten dat officieel die duiker uitmonding niet bestaat. Wat op de foto opvalt is dat de spoorsloot tot de niet bestaande duiker keurig onderhouden wordt, vermoedelijk om de doorstro ming te bevorderen. Ook in de Zoom wordt geloosd. Ook hiervan is een foto beschikbaar. Verontreinigde lozingen in oppervlaktewater zijn verboden. Gaarne hiervoor uw aandacht. Een lokale overheid die onzorgvuldig met de wet en het milieu omgaat geeft ons inziens niet het goede voorbeeld. Een gemeente heeft als een goed huisvader te zorgen voor haar inwoners. Ook in die zorg schiet de gemeente mijns inziens in hoge mate tekort. Tijdens de commissievergadering Milieu is reeds gewezen op het gegeven dat sterk verontreinigd grondwater aan de rand van de punt van Bruil gebruikt wordt om vee te drenken. Nadrukkelijk heb ik gevraagd om de betrokken vee houders in te lichten over de gevaren die kleven aan het gebruik van dit water, Water waarvan de gemeente op grond van het Heidemijonderzoek ten behoeve van Kragge II weet dat het zeer sterk verontreinigd is. Tot op heden zijn de betrokken veehouders niet geïnformeerd door de gemeente, on danks de toezegging. - 33 - Daar ik niet aanneem dat alle Bergenaren vegetariër zijn geworden, hoop ik wel dat de milieudienst de boeren weet te vinden voordat het vlees van die koeien de Bergenaren leert wat 70x de toegestane hoeveelheid fenol in drink water voor vee betekent voor de volksgezondheid. De heer BOOGAART: Daar hebben wij toch siachthuisinspecties voor denk ik. De heer VAN DER KALLEN: De slachthuisinspectie controleert niet op fenol. U kunt de normen daarvoor ophalen, leest u die eens voordat u dergelijk commentaar levert. Fenol wordt niet geacht in grondwater voor te komen. De heer BOOGAART: De boer wordt ook geacht initiatief te tonen en zijn water te onderzoeken voordat hij het aan zijn beesten geeft. De heer VAN DER KALLEN: Een boer wordt op geen enkele wijze,noch door de lande lijke, noch door de provinciale, noch door de lokale overheid gedwongen om waterputten die hij slaat en die in eerste instantie heeft laten controleren ook maar enigszins te controleren, laat staan dit jaarlijks te doen. Die boer mag verwachten dat een gemeente die met respect voor haar burgers te allen tijd wanneer zij weet dat bepaalde zaken niet kloppen die door zal geven aan de betrokkenen. Ik kan mij voorstellen dat de gemeente dat niet doet want mogelijk kunnen er schadeclaims uit voort komen omdat die verontreiniging toch ergens vandaan moet komen. Ik zal nu verder gaan met mijn oorspronkelijke betoog. De afspraken die zijn gemaakt tussen mij en de heer Dirks van de dienst Milieu geven mij de hoop dat een aantal van de BSD-verlangens ingepast zullen worden in de testprogramma's. Hetzij van de gemeente, hetzij van het Hoogheemraad schap. Tot slot nog iets over de procedure. Helaas heb ik ook nu bij de stuk ken de bijlage van de collegebrief gemist. De heer VAN DE WATER: Waar een boer zijn water al niet goed voor is. Ik begrijp de ongerustheid van de heer Van der Kallen. Wij delen die. In het verleden hebben wij lang deel uitgemaakt van de commissie Milieu en ook ge signaleerd dat er overschrijding was van bepaalde stoffen in het grondwater. De heer Van der Kallen stelt naar ik begrijp een uitgebreid onderzoek in naar waar het vandaan komt. In het verleden is gebleken dat een bepaald bedrijf daar een groot aantal vaten gestort heeft met het probleem dat men niet weet wat er in die vaten zit. Het zou goed zijn misschien van de heer Van der Kallen om aan de basis te onderzoeken wat erin zit, waardoor bepaalde maatregelen mak kelijker genomen zouden kunnen worden. De heer SMITS: Na al dat verbale geweld heb ik alleen maar een algemene op merking. De VVD-fractie deelt de bezorgdheid ten aanzien van de mogelijkheid van verontreiniging van de omgeving. Wie exact weet wat er in de loop der jaren op de Kragge terecht is gekomen mag het zeggen. Wij vinden dat het college zeer zorgvuldig moet gaan controleren en alert moet zijn en blijven op de ont wikkelingen. De heer BAKX, wethouder: In 1982 hebben wij in de raad een voorstel vastge steld wat behelsde een onderzoek naar het verontreinigde water van de Kragge. Wij hebben daar een krediet voor uitgetrokken van f. 26.300,-. Wij zijn dit tot op heden nog steeds nagekomen en dat heeft geleid tot een aantal zaken die nu vanavond terugkeren. Naar aanleiding van de brief van de heer Van der Kallen, waarin hij nog eens specifiek op de onderscheiden punten ingaat die hij ook nu herhaalt en zoals wij die ook in de commissie hebben mogen vernemen, kan ik zeggen dat er toch al behoorlijk wat antwoorden gekomen waren waar de heer Van der Kallen mee uit de voeten kan. De. normen van de provincie zijn ons opgelegd en als hij vindt dat die normen strenger zouden moeten zijn, dan is dat natuurlijk zijn goed recht en ik kan dat ook best onderstrepen, alleen zullen wij op dit moment gewoon de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 151