- 22 -
Ik ben het volstrekt met de heer Franken eens dat we over dat soort zaken
nog eens goed met elkaar moeten spreken.Ook hier gaat het om een principiële
aangelegenheid die op blz. 387 van het stuk dacht ik toch heel exact is
beschreven. De zorg die de heer Bolsius terzake heeft lijkt mij ook enigszins
overtrokken omdat wij op dit moment van de raad niet meer vragen dan akkoord
te gaan met de wijze van administreren. Het is nodig om daar een uitspraak
over te doen omdat wij op dit moment een tweetal kredieten gevoteerd hebben
namelijk voor de aankoop van het Luxorcomplex en voor de aankoop van de Goud
stikkerbezittingen, waarbij wij voor het Luxorcomplex als dekking hebben aan
gegeven, zij het voorlopig, het stadsvernieuwingsfonds. Dat kan natuurlijk
helemaal niet want daf blokkeert het hele verdeelbesluit van 1987. Er moet
dus een andere parkeerplaats gevonden worden voor deze schuld, om dat zo maar
eens te noemen. Voor het Goudstikkercomplex geldt mutatis mutandis hetzelfde.
Daar hebben we eigenlijk helemaal geen dekking voor aangegeven. Het is nodig
om te besluiten of we die zaken in het grondbedrijf gaan administreren.Binnen
de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften, een volstrekt normale, voor de hand
liggende constructie. Daarmee heb je de discussie over de bekostiging van de
verliezen natuurlijk helemaal niet gevoerd. Het is natuurlijk niet zo dat een
activiteit die je in het grondbedrijf onderbrengt om administratief-technische
redenen, een activiteit waarvan op voorhand verwacht mag worden dat er ver
liezen uit voort komen, gedekt zouden moeten worden uit de winstreserves van
het grondbedrijf. Helemaal niet. De bedoeling is juist om een gelijkmatige
stroom van inkomsten en uitgaven te krijgen. Op deze wijze is het mogelijk
om bijv. jaarlijks ten laste van het stadsvernieuwingsfonds, ten laste van
de verdeelbesluiten grote of kleine bedragen over te hevelen naar stadsver
nieuwingsprojecten die in dat grondbedrijf geadministreerd worden.
Het is een technische aangelegenheid waarbij het mogelijk gemaakt wordt om
uitgaven te doen. De heer Franken heeft natuurlijk volstrekt gelijk als hij
zegt dat het heel nodig is om voortdurend de vinger aan de pols te houden
want voor je het weet zit je net als de gemeente Alkmaar met zo'n zaak in
artikel 12 als je de verliezen tot 26 miljoen gulden laat oplopen. Je moet
natuurlijk op gezette tijden aangeven waar je de verliezen uit denkt te dek
ken. In de commissie Financiën zal naar de mening van de heer Franken en
overigens ook naar de mening van de heer De Jongh, nog eens goed over de nota's
moeten worden gesproken. Uiteraard heb ik daar geen enkel probleem mee.
Het kan te allen tijde geagendeerd worden, maar ik hoop dan ook dat we toch
weer praten over het financiële raamwerk en niet over keuzes voor a of b.
Het gaat dan toch altijd om het financiële raamwerk in de commissie Financiën.
De heer Van Kemenade heeft bij zijn akkoordverklaring bij het onderdeel van
de nota over de stadsvernieuwing en het grondbedrijf een opmerking gemaakt.
Ik geloof dat ik die met datgene wat ik daarover gezegd heb ook beantwoord
heb. Natuurlijk wordt dat nader uitgewerkt. Je zult dan die post ook jaar
lijks in de exploitatie-opzetten van het grondbedrijf zien verschijnen.
Iets over het parkeren. Ik denk toch dat het goed is om in deze raad af te
spreken dat het college voort mag met het ontwikkelen van gedachten terzake.
Daar gaat het eigenlijk over. Dat geldt voor de hondenbelasting, dat geldt
voor het parkeren. Het uitgangspunt bij dat parkeren zou moeten zijn dat
het hier tenminste om een kostendekkende aangelegenheid gaat. Als de raad
vandaag kan zeggen, college kom later nu eens met voorstellen en plannen
die aan dat uitgangspunt voldoen, dan denk ik dat we allemaal over hetzelfde
spreken.
Ik ben het met de heer Bolsius eens datsals dat allemaal heel erg goed ge
beurt, het mogelijk zelfs tot positieve resultaten zou kunnen leiden.
Dat neemt niet weg, mijnheer Bolsius, dat de waargenomen beweging op dit
moment in de boeken natuurlijk alle reden geeft om eens stil te staan bij
die ontwikkeling, want om het maar eens populair te zeggen, het vliegt er
nu met bakken uit en als je niet nu aan maatregelen gaat denken, dan -
ook dat heeft de accountant aangetoond - zou het als het lineair verloopt
volgend jaar tot verliezen moeten leiden.
- 23 -
Ik ben de fractie van de Partij van de Arbeid dankbaar dan men na de dis
cussie in de commissie Financiën toch zich vandaag op hoofdlijnen over de
nota heeft willen uitspreken en met nog meer genoegen constateer ik dat we
daar eigenlijk weinig verschil van mening over hebben, zij het dat de heer-
De Jongh ook over de drie beleidsvoornemens nader wil spreken.
Ik denk dat dat het geval zal zijn. Het college wil alleen maar vandaag aan
de raad, ik herhaal dat nog eens, vragen om toestemming om die zaken verder
uit te werken en te ontwikkelen en dan kom je daar uiteraard met elkaar over
te spreken.
Wat de inbreng van de heer Bolsius betreft kan ik zeggen dat ik die herken
van afgelopen woensdag. Ik hoop dat ik met mijn opmerkingen over het stads-
vernieuwingsgebeuren en het grondbedrijf daarmee ook de heer Bolsius heb
kunnen overtuigen dat het nodig is om daar een principe-uitspraak over te
doenmeer nog dan voor andere zaken omdat we hier met concrete, reeds ge
dane uitgaven te maken hebben.
De heer VAN KEMENADE: Een paar korte opmerkingen nog.
Als u spreekt over de zwaarwegende conclusies die ik trek, dan wil ik erop
wijzen dat ik die conclusies namens de fractie naar voren heb gebracht.
Dit in de allereerste plaats om daar geen misverstand over de laten bestaan.
Daarmee maakt u de conclusies misschien wat lichter. Aan de andere kant moet
ik zeggen dat we de conclusies ook pas nu trekken met deze raadsvergadering.
Ik heb in mijn aanhef ook gezegd het is inmiddels de derde of de vierde keer.
Als dat een aantal maanden achter elkaar iedere keer weer fout gaat met die
procedures, dan denk ik dat zo'n conclusie zo langzamerhand gerechtvaardigd
is. Uw verontschuldigingen en die van de wethouder zullen wij echter wat
dat betreft aanvaarden.
Dan heeft de wethouder nog een vraag gesteld, kijkend in mijn richting, ten
aanzien van het parkeren. Hij zegt, als we met het ontwikkelen van de gedachte
daaromtrent maar door mogen gaanDaar heeft onze fractie geen bezwaar tegen
Ik heb dat zelf eigenlijk al genoemd, ik dacht dat dat naar aanleiding van
de opmerking van de heer Franken was. Voor de parkeergarage zouden we op dit
moment al geen problemen hebben met deze ontwikkeling om de tarieven aan te
passen. Het parkeren in zijn algemeenheid echter in deze stad is nog lang
niet volmaakt en voordat je echt denk ik in zijn algemeenheid met kosten
dekkende of zelfs winstgevende tarieven met een strenge controle daarop kunt
komen, moet je naar onze mening als lokale overheid eerst zelf je zaakjes in
orde hebben. Dat is de intentie van de opmerkingen.
De heer DE JONGH: Ik kan volstaan met een hele korte opmerking. De heer Stuart
heeft gezegd dat het college eigenlijk toestemming moet krijgen om voort te
gaan met het ontwikkelen van een aantal gedachten met betrekking tot diverse
zaken die ik genoemd had, met name hondenbelasting en zaken rondom het par-
keerfonds. Uiteraard heb ik daar geen enkel probleem mee. Dat geeft inderdaad
garantie dat wij er dan op een nader moment over kunnen spreken.
De heer VAN ES: Een opmerking naar de heer Stuart. Ook ik had gesteld dat het
restant van die verdeling van die 17 jaar in de kapitaalsfeer zou moeten
blijven. Toen heb ik inderdaad een opmerking gemaakt dat het misschien toch
wel aardig was om te weten dat je iets achter de hand hebt. Misschien had ik
bij mijn betoogje daarover moeten toevoegen het woord "niet-structurele pro
blemen" misschien was het dan toch wel zo geweest dat we tot overeenstemming
kwamen
Ten aanzien van die reserve het volgende. Die reserves worden gecreëerd voor
een bepaald doelDat doel bestaat nog steeds. Door een toevalstreffer zijn
er nu andere bronnnen beschikbaar eekomen. We denken dat die verschuivine niet
zo had moeten olaatsvinden. de verliezen uit het warmtebedrijf zouden van
die betreffende reserve moeten worden afgeschreven. De reserves die dus uit