- 20 - programma nog niet zijn afgerond en dat tevens nog aan de orde dient de komen de effectuering van de onlangs verschenen of binnenkort u aan te bieden nota's. Kortom datgene wat het tekort 1988 groter gaat maken als gevolg van het college programma komt nog uitgebreid ter discussie. Bovendien zegt-u in uw eigen voorjaarsnota dat met niet alle effecten van de nota reserves in de bijgestelde budgetprognose rekening kon worden gehouden. Ik neem aan dat als de begroting 1988 aan de orde komt wel al die zaken aan de orde komen en de begroting 1988 wellicht niet zo'n somber beeld hoeft te geven als thans de budgetprognose geeft. Gezien dit voorbehoud is de fractie van D'66 van mening dat in de eerste plaats wij nu kunnen instemmen met de hoofdlijnen van de voorjaarsnota en de nota gemeentelijke reserves zoals die voor ons liggen. Voor alle duide lijkheid met name kunnen instemmen met het feit dat de 38,1 miljoen gulden die resteert in de kassfeer in het eigen bedrijf, wordt ingebracht. Dat was immers ook het advies van de accountantsdienst van de Vereniging van Neder landse Gemeenten. Bovendien dat de schijf 1987 zoals u het in uw brief zo mooi verwoord, van f. 300.000,- wordt teruggebracht qua inkomsten en dat de komende jaren onze financiële lasten verlicht worden door de 38,1 miljoen gulden in 17 gelijke delen op te souperen, daarbij begrepen het voorstel om de eerste tranche in de reorganisatiereserve te brengen. Tenslotte stemmen wij in met de intensivering van de controle op de honden belasting in de hoop dat u dat een hoofddoeleind van uw collegebeleid maakt inclusief datgene wat er achter uit de hond komt zetten. Tenslotte denken wij dat een optimalisering van de controle op en de ver hoging van de tarieven voor betaald parkeren, gepaard gaande met betere par- keermogelijkheden in deze stad, een gemeentelijke inkomstenbron van betekenis kan worden. Tenslotte het voorstel om de exploitatie van de stadsvernieuwingsprojecten bij het grondbedrijf onder te brengen. Daarvoor vindt u onze instemming vanavond nog niet omdat wij dit voorstel nog onvoldoende onderbouwd vinden. De heer VAN DER KALLEN: De BSD stemt in met deze voorjaarsnota.Wij hebben waar dering voor de nota gemeentelijke reserves. Het doet ons een waar genoegen dat de Luxorreserve opgeheven is en opgegaan is in een reservering van gemeente lijke investeringen.Voor een partij die op korte termijn een investering in een schouwburg niet ziet zitten is dit een streling voor het oog, alhoewel ik me realiseer dat het niet betekent dat een heus financieel realisme met be trekking tot het zalenvraagstuk bij het college is doorgebroken. De VOORZITTER: Dames en heren, mag ik voordat ik de heer Stuart het woord geef een enkele opmerking maken over de procedure. Wij vinden het natuurlijk buitengewoon te betreuren dat er procedurefouten ge maakt zijn en de wethouder heeft zich daarvoor in de commissie verontschuldigd en op deze avond doe ik dat namens het college. Het is natuurlijk niet een primaire opzet om u van alles en nog wat en over van alles en nog wat te laten beslissen zonder dat u voldoende tijd heeft gekregen om het te lezen en te verwerken. Ik wil daar tegenover stellen dat wij uiteraard ook moeten roeien met de riemen die wij hebben en ons wellicht ook in het jaar royale hoeveelheid te behandelen vraagstukken en nota's aan u voorleggen. Ik denk niet dat uit een en ander de toch wat zwaarwegende conclusie van de heer Van Kemenade mag worden getrokken dat wij voor u dames en heren gekozenen in de raad geen respect zouden hebben. Ik verzoek u vooral dat daaruit niet te willen aflezen. Wij hebben toegegeven en verontschuldigen ons daarvoor dat de procedure niet een schoonheidsprijs, verre van dat, verdient maar weest u ervan overtuigd dat wij dat niet doen uit gebrek aan respect voor u, want onze plaats is ons bekend. Evengoed als wij weten waar de uwe is. Die twee posities worden onzer zijds ook wel degelijk gevuld met respect. Dan is nu het woord aan de heer Stuart. - 21 - De heer STUART, wethouder: Ik begrijp uit uw woorden voorzitter, dat u op de vraag van de heer De Jongh om op de procedures in de commissie AJZ nog eens te spreken positief zoudt willen antwoorden. Nu eenieder toch zo nadrukkelijk de bezwaren tegen de procedure in de raad nog eens uiteenzette, denk ik toch dat het goed is om er nog twee zinnen aan te wijden. Ik heb overigens net als de vorige sprekers helemaal niets nieuws toe te voegen aan al datgene wat woensdag gezegd is. Wij hebben toegegeven dat er een fout gemaakt is door de nota van de accountant niet ter inzage bij de stukken te leggen. Dat had moeten gebeuren. Om dat nog enigszins te coiri- geren hebben we de nota vermenigvuldigd en aan alle leden van de commissie Financiën toegestuurd, dat had ook niet moeten gebeuren. Ik heb daar mijn excuses voor aangeboden. Bij al het andere blijf ik moeite houden, want volgens de normale procedure van voorbereiding van raad en commissies is de agenda met de bijbehorende stukken uitgezonden. Meer wil ik er niet over zeggen. Ik wens u dan in de commissie AJZ over deze zaken een vruchtbare discussie toe. Ik mag vaststellen dat over het raamwerk in brede zin in de raad overeen stemming bestaat. Op een paar onderdelen moeten wij nog nader ingaan. Ik wil nu beginnen met tegen de heer Van Es te zeggen dat het niet goed lijkt om nu in te gaan op die onderdelen die hij allemaal zo naar voren heeft ge bracht want dat zijn nu juist de zaken waarvan we afgesproken hebben dat die vandaag buiten het raamwerk zouden vallen. Wij komen zonder twijfel te spreken over het parkeerfonds, over de automatisering enz enz. Met andere woorden dat is de discussie over keuzes en die gaan wij binnenkort tegemoet. De heer Van Es heeft een opmerking gemaakt waarbij geloof ik een waarschuwend opgeheven vinger past. Hij heeft gezegd, wij zijn het eens met de wijze waarop het college met die 38 miljoen gulden wil omgaan, in !7 partjes delen en ten goede laten komen van de exploitatie, hoorde ik hem zeggen, Er is nadrukkelijk door ons meerdere malen erop gewezen dat buiten het deel wat thans in de exploitatiebegroting zit, 1,6 miljoen gulden (nl. 1,3 miljoen f. 300.000,- in de schijf 1987)de rest van dat voordeel wat ont staat door in 17 gelijke, delen de reserve op te souperen, dat het daar gaat om vermogensbestanddelen die op enigerlei wijze in vermogensbestanddelen ge vat moeten blijven. Dat kan getransformeerd worden in ander vermogen, inves teringen bijvoorbeeld, maar ik meende uit uw woorden te proeven dat u zei. als we nog eens moeilijk zitten dan hebben we daar in ieder geval al een appeltje voor de dorst, een beetje ruimte om de exploitatie wat uit te kunnen laten dijen. Dat nu is nadrukkelijk niet de bedoeling. Er is ook reden om te veronderstellen dat daarvoor van GS geen toestemming verkregen zal worden. Misschien is het goed om te vermelden dat een bezoek aan de gedeputeerde heeft uitgewezen dat GS akkoord kunnen gaan met de door het college voorge- stelde wijze van gebruik, verbruik van dit voordeelmaar dan wel nadrukkelijk onder de voorwaarde dat het hier gaat om behandelen van vermogen. Het zal altijd in die sfeer moeten blijven, dus weg laten vloeien in exploitatie zal stuiten op bezwaren bij GS. De opmerking van de heer Van Es over het gehannes roet de Luxor begrijp ik niet. Ik denk dat de politieke bedoelingen die hij daar achter zoekt eerder bij hemzelf liggen dan bij het college. Het college heeft simpelweg datgene terug gestuurd wat vrijkomt naar de plaatsen waar het vandaan komt. Overigens is het natuurlijk altijd aan de raad om te beslissen hoe er met de reserves wordt omgegaan. Hoe je het ook noemt, de raad heeft altijd de vrij heid om te beslissen hoe er mee om te gaan. Ik begrijp dus de commotie ovei de namen van reserves enz. helemaal niet. De heer Franken heeft geduid op de problematiek van de stadsvernieuwing in relatie tot de exploitatie in het grondbedrijf. Daar hebben andere leden van de raad ook bij stilgestaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 145