- 10 -
1Zt' Voorstel tot uitgifte in erfpacht van een perceel industriegrond, gelegen in
het bestemmingsplan de Poort (aan de Poortweg) aan B.C.M. de Jongh te
Bergen op Zoom.
(Verzameling 1987, nr. RO/16)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de punten 10
t/m 14 aangenomen.
15. Voorstel inzake grondtransacties Binnenschelde/Bergse Plaat.
(Verzameling 1987, nr. RO/23)
De heer P.M.L. FRANKEN: Namens de CDA-fractie willen wij onze waardering uit
spreken voor dit voorstel. De onderhandelingsruimte die daarin zit is denk
ik door het college ruimschoots benut. Als U de aanbieding ziet en ziet wat
uiteindelijk het resultaat is, vind ik toch dat het op zijn plaats is het
college te complimenteren met de uitkomst van deze onderhandelingen.
Ik hoop dat dit ook in de toekomst bij andere overheden, waar we straks nog
mee in onderhandeling moeten straks op dezelfde wijze zou kunnen.
De heer VAN DE WATER: Ook een woord van waardering voor het overleg. Wij zijn
altijd tegen de bebouwing van de Molenplaat geweest maar wij zijn nooit tegen
de verwerving geweest. Nu de Deltawerken in een eindstadium gaan verkeren en
a rondingen gaan plaatsvinden gaat onze aandacht ook uit naar de Molenplaat
Wij zouden willen vragen, omdat wij vinden dat dit dan toch tot dit gebied
hoort, of in de onderhandelingen ook gesprekken zijn gevoerd met betrekking
tot de Molenplaat, de overdracht van de Molenplaat naar de gemeente Bergen
op Zoom en eventuele inrichting van de Molenplaat.
De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Ik denk wat de vorige sprekers gezegd
hebben eigenlijk voor zich spreekt. Het college is blij met het bereikte
resultaat.
De heer Van de Water, ik wil hem even corrigeren, stelt dat zijn fractie
tegen bebouwing van de Molenplaat is, maar ik denk dat hij iets anders be
doeld. Dit even terzijde.
Als het gaat om de plannen, datgene wat het college voor ogen staat met be
trekking tot de Molenplaat, kan ik U zeggen dat de commissie Ruimtelijke
Ordening naar alle waarschijnlijkheid in februari zal spreken over en een
oordeel zal moeten uitspreken over het nemen van een voorbereidingsbesluit
wat onderbouwd kan worden, om inderdaad daar de gedachte Windmolenpark
mogelijkerwijs te realiseren. De verdere planologische invulling en mogeliik
ook de eigendomsverhoudingen zullen zeker binnen afzienbare tijd aan de orde
komen. Het concrete plan, de windmolens waar de voorzitter in 1986 over ge
sproken heeft, daarvoor zullen planologische maatregelen genomen moeten worden
en dat zal naar alle waarschijnlijkheid in februari plaatsvinden.
De VOORZITTER: Dames en heren, nu keren we terug tot de orde. Dat is name-
lijk de grondtransactie Binnenschelde/Bergse Plaat.
Mag ik aan de heer Stuart vragen of hij nog een opmerking te maken heeft naar
aanleiding van de vragen die gesteld zijn
De heer VAN DE WATER: Niet daarover dus maar toch een opmerking aan de heer
Van der Velden. Wij zijn altijd geweest tegen de huidige plannen en wij zien
de nieuwe plannen met belangstelling tegemoet.
De VOORZITTER: Dames en heren, tegen het aangaan van deze transactie heeft
U geen bezwaren Dan is aldus, besloten.
- 11 -
16. Voorstel tot het benoemen van een controlecommissie op de schenking "Disco"
(Verzameling 1987, nr. AZ/18).
De heer WESTERHOF: Ik zou voorstellen namens onze fractie mevrouw Van Dort.
De heer DE JONGH: Ik zou willen voorstellen, namens de Partij van de Arbeid,
mevouw Veraart.
De VOORZITTER: Nu zoeken wij nog een derde lid.
De heer VAN DE WATER: Wij stellen candidaat de heer Van Wijk.
De VOORZITTER: De commissie telt thans een drietal candidaten.
Blijft het bij deze enkelvoudige candidaatstelling zodat U kunt afzien van
een schriftelijke stemming, zou kunnen afzien van een schriftelijke stemming
Dan worden hier tot lid van de controlecommissie schenking "Disco" benoemd
de dames Van Dort en Veraart en de heer Van Wijk.
17. Voorstel inzake benoeming van 3 leden in de Commissie Sociale Zekerheid
(v/h College van bijstand).
(Verzameling 1987, nr. AZ/20)
De heer DE JONGH: Ik heb vanuit verschillende zijden begrepen dat het voorstel,
zoals dat hier voor ons ligt, onderwerp van uitvoerige bespreking is geweest,
o.a. in de commissie Sociale Zaken en Volksgezondheid.
Ik zou het college willen verzoeken de procedure die tot de benoeming van de
leden in de Commissie Sociale Zekerheid leidt alsmede de verordening eens
kritisch te bezien en eventueel met voorstellen tot wijzigingen te komen.
Tevens maak ik van deze gelegenheid gebruik om het college te verzoeken de
samenstelling van de commissie in een volgende commissievergadering AJPZ
eens te agenderen.
De heer VAN DE WATER: De vorige raadsperiode heb ik omstreeks deze tijd ook
in deze raad mijn teleurstelling uitgesproken over afspraken die gemaakt zijn
met betrekking tot de vorming en het beleid van het college voor de komende
jaren. Ik heb gezegd, de heren zijn aanwezig, zij zitten er, ik betreur het
toch dat op zo'n korte termijn,zo snel, dingen vergeten worden.
Bij de besprekingen voorafgaande aan de collegevorming zijn er gesprekken ge
voerd waar bepaalde punten ter tafel zijn gekomen en ook besproken zijn.
Helaas moet ik thans weer constateren dat inderdaad men snel vergeet als men zit.
Ik betreur het en heb begrip voor de commissie natuurlijk. Het is een moeilijke
kwestie, je gaat je op glad ijs begeven, wat is politiek wat zijn afspraken,
hoe zijn de procedures. Ik wil toch mijn ernstige teleurstelling uitspreken
over datgene wat gebeurd is. Ik wil er verder niet op ingaan, of er moet nog
gereageerd worden van achter de tafel. Ik wilde voorstellen de heer Lambrechts
als candidaat tegenover mevrouw Van Lunen.
De heer NIJPELS: Voorzitter, mag ik nog een ogenblikje.
Ik heb één vraag en wel deze: is dit een bindende voordracht
De VOORZITTER: Het is een voordracht en bij stemming kunt U slechts uit de
candidaten van de voordracht kiezen.
Mevrouw V.D.PUTTE: Er wordt hier vanavond gesproken over afspraken die eventueel
gemaakt zouden zijn.Wij komen als partij sowieso nooit in aanmerking om af
spraken te maken, daar zitten wij ook niet op te wachten. Ik vind dat in zo'n
commissie mensen op hun deskundigheid gekozen moeten worden.
De heer WESTERHOF: Ik dacht wel dat de heer Van de Water met de woorden zou
komen zoals hij die gezegd heeft. Ik heb dit ook een vervelende zaak gevonden.
Hij gaat nu verwijten dat bepaalde partijen, en dat was ook onze partij,
onze fractie, de afspraken niet nakomen.