- 52 - voor zover de Wet ons de garantiestellingen niet oplegt, deze dan ook niet meer aan te gaan De heer BOLSIUS: Voorzitter, daartoe geïnspireerd door de woorden van mijn buurman, zou ik graag in eerste termijn het woord voeren over dit. voorstel. Het is namelijk een goed voorstel. Een goed voorstel, omdat namelijk dit voorstel leidt tot conversie van reeds bestaande leningen en er bovendien duidelijk sprake gaat worden van een betere solvabele posi tie van de woningbouwvereniging, immers zij krijgen, hierbij hun voordeel ook op de wat langere termijn. Wat de overige opvattingen van de heer van der Kallen betreft, voorzitter, ze doen me sterk denken aan wat des tijds de heer Colijn op dit punt te berde bracht en wat die in de jaren 30 veroorzaakt heeft voor ons land, is een extra verdieping van de wereld crisis hoef ik maar aan te herinneren want, voorzitter, de heer van der Kallen moet weten dat ook de Rijksoverheid inmiddels de gouden standaard heeft losgelaten en als hij een briefje van 25,wil inwisselen hij daar niet meer dat gedeelte van goud voor terugkrijgt, integendeel, ge zien de staatsschuld is dat in de tijd van het deflatiespook wat hij schildert geen ene cent meer waard. Ik denk, dat als wij allemaal onze banktegoeden gaan opvragen, voorzitter...... De heer VAN DER KALLEN: U zegt het niet goed, hoor, deflatie betekent dat 25,steeds meer waard wordt. De heer BOLSIUS: Dat betekent, voorzitter, als wij allemaal onze tegoeden bij het bankwezen gaan opvragen, dat dan het komplete bankwezen failliet raakt. Ik denk dat er sprake is van een modern mechanisme van geld en goederenbeweging in deze maatschappij, waar ook garantiestelling onder plaatsvindt en dat deze garantiestelling meer bedoeld is om een bepaald financieringsmechanisme op gang te helpen dan dat het daadwerkelijk dient tot een zekerheidsstelling want, dan. zou, denk ik meneer van der Kallen, het hele zaakje in elkaar storten nou en dan mag de gemeente daar ook. nog bij. De VOORZITTER: Ik vraag mij af, of de heer Stuart hier nog iets aan kan toevoegen. De heer STUART, wethouderIk denk. dat er verschillende verkeerde verge lijkingen gemaakt worden. Er is ook nog zoiets ais een Woningwet pri werking treedt als er een corperatie in de problemen zou komen, dan ont staat er een mechanisme wat iets heel anders is dan wanneer er een ziekenhuis in de problemen zou komen. Dat is één. Op de tweede plaats, als je een eventuele executie aan dingen relateert waar het aan gerelateerd moet worden namelijk totale uitstaande vermogen, dan praten we in procenten ongeveer over een half procent. Ik heb de exe cuties vanaf 1977 t/m 1985 op de woningmarkt in Nederland onlangs kunnen bekijken, dan praat je over een totaal uitstaand vermogen van vele tien tallen miljarden guldens. In miljoenen guldens lijkt 156 miljoen execu- tieverliezen in 1985 natuurlijk veel, maar als je alle executieverliezen bij elkaar optelt dan is dat in procenten van het uitstaande vermogen een half procent, dus die miljoenen guldens komen wel hard aan, maar als je een vergelijking moet maken, moet je hem zuiver maken. Dus het risico, aan de praktijk gerelateerd geen half procent en dat is een heel ander verhaal dan wat u vertelt, maar het zal wel eens een keer voor kunnen komen, natuurlijk, maar in dit. geval treedt gelukkig eerst de Woningwet in werking en dan heb je, als borgsteller, gelukkig iets in de pap te brokkelen. - 53 - De VOORZITTER: Overtuigd door de Woningwet, meneer van der Kallen. Dë heer VAN DER KALLEN: Nee, niet overtuigd. Ten eerste, de cijfers die de heer Stuart noemt zijn interessant, maar zijn cijfers uit een inflatie periode en de geschiedenis leert ons van de afgelopen jaren, enkele jaren, dat er duidelijk deflatietendenzen zijn en de heer Bolsius memoreerde de heer Colijn, de heer Colijn had de deflatie wel degelijk aan den lijve ondervonden en ik ben het niet met alles van de heer Colijn deed eens, maar ik beoordeel nog altijd zijn politieke standvastigheid met betrekking tot de gulden als een positieve zaak, ook al heeft hij in die jaren, mede door zijn uitspraken inzake viskoppen en dergelijke, veel kwaad bloed ge zet. Derhalve wens ik nog steeds tegengestemd te hebben want het deflatie- kenmerk acht ik zeer zwaarwichtig, mede omdat de geschiedenis heeft uitge wezen in de jaren '29, toen een deflatiegolf ontstond, dat alles maar dan ook alles failliet ging in de landen die een hele hoge kredietstruktuur hadden, zoals in Amerika. Ik zit hier voor de gemeente Bergen op Zoom en ik zou het een blamage vinden indien het ook moge voorkomen dat de ge meente Bergen op Zoom failliet zou gaan ook al gingen andere gemeenten in Nederland ook failliet, dan nog vind ik het een blamage. Dat was het, voorzitter DE VOORZITTER: Dames en heren, mag ik deze interessante maar wat ver van de werkelijkheid afstaande diskussie afronden met u er aan te herinneren dat ik bij de colleges algemene economie van het adagium gehoord heb, dat de overheid niet failliet kan gaan en daarmee wil ik niet gezegd hebben dat zich dat wereldwonder niet in Bergen op Zoom zou kunnen voltrekken, maar... De heer VAN DER KALLEN: U kan toch nog een stuk geschiedenis ophalen., Duitsland is failliet gegaan, Brazilië is failliet gegaan, Argentinië zelfs 4 keer de laatste 100 jaar dus.... De VOORZITTER: Nee, maar ik beperk mij tot Nederland, want het was in Rotterdam gegeven, dus in het Nederlands gegeven, college over de algemene economie Dan dames en heren, krijgt de heer van der Kallen de aantekening dat hij geacht wordt tégen dit voorstel te willen hebben gestemd. Geen van de andere leden van de Raad wenst dit zo, dan is aldus besloten. 21Voorstel tot wijziging van de "Legesverordening 1985". (Verzameling 1987, nr. Fin/72). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming, wordt dit voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 124