- 40 - De heer VAN DE WATER: Meneer de voorzitter, ik vraag mezelf af waar we eigenlijk mee bezig zijn. We hebben een aantal maanden geleden het be sluit genomen wat we ter plaatse zouden gaan doen. De fraktie GB/SP heeft aanmerkingen gemaakt met betrekking tot de kavels en de bouwprijzen, we hebben daar tegen gestemd, alle andere frakties zijn meegegaan dus het doel en dergelijke is bekend en ik vind het nu eigenlijk belachelijk dat op deze manier, door die andere frakties, deze opmerkingen gemaakt worden. De VOORZITTER: Dames en heren, een vraag van procedurele aard. Ik denk dat u vooral moet kijken naar welk besluit u neemt en dat heeft een I en II en ik begrijp dat daaraan voorafgaand een aantal toezeggingen gedaan zijn waarvan sommigen niet op heel korte termijn, mevrouw Noorman heeft daar opmerkingen over gemaakt, zijn nagekomen maar waarvan ik u bij deze nog eens, namens het College, herhaal dat we die wel degelijk zullen nakomen. Of u uiteindelijk besluit om het voorliggende plan te gaan uitvoeren, of een ander plan, met inachtneming van de konsekwenties die aan dat volgende besluit dan ook zijn genomen, dat is, en ik wil u dat bij deze gaarne nog eens verzekeren, niet het besluit wat u vanavond neemt en nu begrijp ik, dat u mij aanstonds in tweede termijn zult willen tegenwerpen dat de salami op de snijmachine ligt en dat er telkenmale een plakje af gaat en dat je dan niet verwonderd moet zijn, als die worst steeds wat korter wordt. Dat verhaal ken ik natuurlijk ook. De heer BOLSIUS: U bent het daarmee eens? DE VOORZITTER: Nou ja, het probleem is dat een andere snijmachine niet erg funktioneel is natuurlijk en dat is iets wat u ook niet van ons verwacht. Andermaal wil ik bij deze zeggen dat wij natuurlijk er ook naar streven om de toezeggingen, die gedaan zijn in de onderscheidene commissies, wel overwogen gedaan zijn en niet om u een aardigheidje voor te houden, zodat ik thans een beroep op u doe om in ieder geval het formele aspekt te willen bewilligen en ik zal mij er persoonlijk mede voor inspannen dat u de al ternatieven, zo die er zijn, maar in ieder geval de feitelijke gegevens waar mevrouw Noorman om gevraagd heeft, in de komende maand mei ter hand worden gesteld. Ten gevolge waarvan ik u gaarne in overweging geef toch konform het gestelde op blz. 298 te besluiten. Mag ik ervan uitgaan dat u zich daarin kunt vinden? Dames en heren, dan is aldus besloten. 18Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel aan de Ravelstraat. (Verzameling 1987, nr. RO/84). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming, wordt het voorstel aangenomen. 19Besluitvorming over regionale stortlokatie (de Kragge). (Verzameling 1987, nr. RO/78). De VOORZITTER: Dames en heren, ik vraag u reeds thans om in pag. 302 van het besluit van agendapunt 19. onder 2. in de eerste regel na het woord compensatie" de woorden "van de Gemeente Bergen op Zoom" te willen in voegen, ter vermijding van misverstanden. Ik begreep dat dat een op merking is die gemaakt was in de commissie en die nog niet in het uit eindelijke stuk was terechtgekomen. - 41 - De heer VAN DER KALLENMeneer de voorzitterde BSD heeft moeite met dit besluit en wel met name met het onder 1. gestelde op pagina 302. Wij achten de zin "zulks overeenkomstig de conclusies van het in opdracht van B en W uitgevoerde onderzoek door Witteveen en Bos" onvoldoende duide lijk. Het woord "conclusie" suggereert het vóórkomen van meer dan één conclusie. Ik heb echter slechts één als zodanig aangeduide conclusie kunnen vinden en wel op pag11, luidende "in het voorgaande zijn kriteria aangegeven voor het vaststellen van de landschappelijke inpasbaarheid van een stortplaats"Mijn vraag iswaar bevinden zich de andere konklusies in het rapport? Waar mogelijkerwijs dit besluit op doelt, zijn de aange geven keuzemogelijkheden die in dit rapport zijn verwoord om aan de IBC- kriteria te gaan voldoen. Als u deze keuzemogelijkheden opvat als één of meer konklusieszou ik gaarne van u vernemen a. of dit impliceert dat het College van mening is dat er bij voortge zette storting ten alle tijde, ook als de Provincie dat niet verplicht: zou stellenvoldaan moet worden aan de IBC-kriteria. bdaar de IBC-kriteria bereikt kunnen worden op oade drie manieren zoals aangegeven in dit rapport van Witteveen en Bos, zou ik willen vernemen naar welke van de drie aangegeven keuzemogelijkheden uw voor keur uitgaat. Deze zag ik dan gaarne voor de duidelijkheid opgenomen in dit besluit. Tot slot, meneer de voorzitter, wil ik mede in het kader van een andere diskussie in dit huiséén citaat uit dit rapport Witteveen en Bos onder de aandacht van de Raad brengen, te vinden op pag. 16: "vanuit het stort vindt momenteel langs twee wegen verspreiding van verontreinigd grondwater plaats. Onder 1. lezen we dan ondiepe afstroming boven de leemlaag volgens sommige berekeningen ca. 90% van de nuttige neerslag, deze stro ming mondt gedeeltelijk uit inde Zoom en in de Linie." Naar aanleiding van dit citaat wil ik nog opmerken dat onze voorkeur uitgaat haar keuzemoge lijkheid c. van dit rapport, waarbij opgemerkt zij, dat we van mening zijn, dat met betrekking van het milieu wij gaarne zagen dat met de bouw van het waterkerend scherm en de drainage als onderdeel van deze keuzemoge lijkheid, zo spoedig mogelijk begonnen wordt. De heer VAN DE WATER: Ik ben het in grote lijnen eens met het voorstel. Ik zou alleen de suggestie willen doen om dus verdere onderzoeken en de aan passing van de huidige Kragge voor de komende jaren, door de deelnemende gemeenten die er nu gebruik van makente dragen De heer A. Franken: Meneer de voorzitter, op 30 maart jl. besloot het Streekgewest tot vaststelling van een Gewestelijk Afvalstoffenplan voor de periode '87-'92, waarbij een prioriteitsstelling in de plantekst werd opgenomen. Het is eigenlijk merkwaardig, voorzitter, dat het besluit van het Streekgewest niet in onze commissie Volkshuisvesting en Milieu is be sproken, noch dat het bij de stukken ligt. Dit stuk immers, is mede be palend voor het thans ons voorliggende voorstel over de regionale stort plaats de Kragge. Voorzitter, ik zou graag eens duidelijk willen vernemen of het nu al of niet juist is dat er bij de Provincie plannen zouden be staan om op termijn te komen tot drie verbrandingsoven in de provincie. Of moeten we hier denken aan drie afvalverwerkingsinstallaties. Ik acht dat bijzonder belangrijk voor plannen op langere termijn. Voorzitter, de CDA-fraktie kan volledig instemmen met het dubbelbesluit waar heb ik dat woord al eerder gehoord, zoals uw College thans als voor stel ter besluitvorming aanbiedt. Ik zou echter enige kanttekeningen willen maken

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 118