- 28 - Nog iets tenslotte over de opmerking van de heer van de Water, voor zitter met betrekking tot mogelijk in de toekomst toch naar een, volgens hem, wat aantrekkelijker vorm. Als de toekomst er zo rooskleurig uit zou mogen zien dat. we over verbeteringen c.q. uitbreiding van een winkelge bied kunnen spreken, dat is prachtig, maar dan moet er toch heel nadrukke lijk op gewezen worden dat de kern van dit verhaal altijd overeind moet blijven en dat is namelijk proberen om het westelijk stadsdeel aanslui ting te laten behouden met dat oosten, waar historisch gezien nou eenmaal een zware nadruk is komen te liggen in de sfeer van detailhandel. De kern van dit verhaal iste proberen de Markt als scharnierpunt tussen oost en west, tussen verschillende funkties, in stand te houden en elke toekomstige ontwikkeling zal daaraan natuurlijk moeten voldoen. De heer VAN DE WATER: U zegt, moeten voldoen. Ik denk, getoetst moeten worden. De heer STUART,, wethouder: Er wordt een duidelijke keuze gemaakt, voor zitter. Dat is de kern van dit verhaal. Er wordt een andere keuzemoge lijkheid aangedragen, die wordt nadrukkelijk verworpen omdat dan de aan sluiting van het westen op de rest van het gebeuren onherroepelijk verloren gaat De VOORZITTER: Dames en heren, ik denk dat wij thans in voldoende ter mijnen over deze zaak gesproken hebben. Als u zich daarin kunt vinden, stel ik u voor om naar pag. 349a te kijken en vast te stellen datgene wat onder I genoemd is, wordt overgenomen en dat het woord "ongewijzigd" kan komen te vervallenDat wat. onder II komt te staanmede gelet op de toelichting, in zijn geheel kan komen te vervallen en datzelfde geldt, dunkt me, voor 2. in de lijst van amendementen van de VVD. Nee, zegt meneer Aertssen, of De heer AERTSSEN: Nee, voorzitter, om met het eerste te beginnen, ik heb dat duidelijk gemaakt dat van de zeven punten er een aantal zijn die we zonder meer overbodig vinden, niet terzake doende op dit moment, een aantal hebben onze sympathie maar daar zeggen we van, dat komt best in orde, daar zijn we mee bezig dus is er ook geen enkele aanleiding om het woord "ongewijzigd' onder I te schrappen, naar onze mening. Ten aan zien van het punt onder II heb ik gezegd dat het wat ons betreft de uit leg van de wethouder in de commissievergadering over het raamplan, wat uitgangspunt is voor het beleid en Mevrouw NOORMAN: Voorzitter, het gaat nou toch niet over de uitleg van de wethouder in de commissievergadering, het gaat over de besluitvorming hier De VOORZITTER: Het gaat inderdaad over het besluit van de Raad, dat had ik ook de heer Aertssen willen vertellen. Dat is, eerlijk gezegd, wel wat telt De heer AERTSSEN: Ik wil het wel memoreren. De VOORZITTER: Nee, nee, het is prima dat u dat memoreert, maar de Raad besluit thans en u mag in de manier waarop u dat besluit naar buiten wilt laten brengen natuurlijk laten meewegen wat al gezegd is, maar u zult tot een besluit moeten komen. Dat is onontkoombaar. De heer AERTSSEN: Wij zeggen dus ook ten aanzien van punt II is er geen reden om het te laten vervallen. - 29 - De VOORZITTER: Nee, akkoord maar ik noteer dan thans voor u dat u het woord "ongewijzigd" in I op pag. 349 wilt laten staan. Maar laat ik eens even aan de andere leden van de Raad vragen of zij het woord ongewijzigd weg willen hebben en vragen hun hand op te steken. Het College heeft zich daar niet tegen verzet, ik konstateer dat slechts de fraktie van de PvdA het woord "ongewijzigd" wil laten staan. Ik denk dat we toch zo zullen moeten besluiten anders dan blijven wij in een wat sluimerende sfeer van "en toen heeft hij dat gezegd, en zus bedoeld" hangen en dat lijkt mij niet erg aangenaam voor geen uwer. Wat onder II staat, daar heeft het College iets trachten te doen wat al in het midden van de vorige eeuw in de Gemeentewet is bepaald en dus een zekere mate van overbodigheid in zich draagt. De wethouder heeft dat gezegd en wat ons betreft kan het komen te vervallen en dat heeft de heer Stuart, namens het College, nog eens onder woorden gebracht en de vraag is nu of u zich daarin kunt vinden. Mag ik eens vragen of u de handen daarvoor zult willen opsteken als u het daarmee eens bent. Dan begrijp ik dat daar de fraktie van de PvdA eveneens tégen is, maar de anderen daarvóór, zodat het is komen te vervallen. Voor wat onder III staat in het voorstel van het College is het zo, dat het College aan het amendement van de VVD-fraktie geen behoefte heeft en u dus ook niet adviseert zulks over te nemen. Mag ik u eens vragen wie er vóór, en ik zou u andermaal willen vragen dat door middel van handop steking te doen, handhaving is van hetgene wat op blz. 349a is geschreven onder III. Mevrouw NOORMAN: Het amendement van de VVD is verdergaand. De VOORZITTER: Ja, ik realiseer me dat, maar stemming bij handopsteken is ook niet helemaal je dat en ik heb getracht te proberen om tot een soepele besluitsvorming te komen en in die gevallen waarin ik twijfel zal ik u hoofdelijk oproepen om uw stem uit te brengen. Mag ik konstateren dat een meerderheid van de Raad zich heeft uitgesproken vóór handhaving van III en dat de fraktie van de VVD uiteraard achter haar eigen amendement blijft staan? De heer BOLSIUS: Als het uw bedoeling is om de frakties die er achter staan apart te noemen, dan wens ik ook genoemd te worden. De VOORZITTER: ...en dat bij de fraktie van de VVD zich de fraktie van D'66 heeft aangesloten. Mag ik dan verder vaststellen dat omtrent hetgeen onder IV is geschreven, geen verschil van mening bestaat zodat dat una niem aangenomen kan worden. Dan kom ik, dames en heren, aan punt 5 van het amendementenlijstje van de VVD waarvan van de zijde van het College is gezegd dat wij daar geen behoefte aan hebben, aan dit amendement, en in tweede termijn heeft de wethouder nog eens duidelijk de motieven daarvoor uiteengezet. Mag ik eens, bij wijze van peiling, aan de weet proberen te komen, wie uwer vóór de gwijzigde tekst zijn gekomen, die dan luidt: dat B en W opdracht wordt gegeven met de BBA in overleg te treden teneinde zo mogelijk te komen tot de situatie dat de stadslijnen de direkte omgeving van de Grote Markt kunnen aandoen en er naar te streven dat de buslijnen niet meer via de St. Josephstraat naar de centrale bushalte zullen rijden. Mag ik eens bij wijze van handopsteken vragen om uw meningen te peilen wie vóór dit gewijzigde amendement is. Dat is de fraktie van de VVD en de heer van der Kallen van de BSD, waardoor het amendement niet is aangenomen, dunkt mij en ook geen kans maakt om aangenomen te worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 112