- 24 - dringen. Dat wil niet zeggen dat onze fraktie tegen stop-shoppen is, dat brengt autoverkeer met zich maar ik denk dat je dat tot het hoogstnodige moet beperken. Zo moet u mijn verhaal interpreteren en ik denk dat een oplossing voor de Lindebaangaragezoals nog eens is verdedigd door de heer Stuart, wat dat betreft het zoekverkeer in de hand werkt en dat is een heel ander verhaal als het verdwijnen van de vlaggemast naar mijn ge voel, want het zoekverkeer, althans het optreden, kunnen we nu vandaag overal in de binnenstad konstateren en ik denk dat nieman daar gelukkig mee is en dat je moet proberen te voorkomen opnieuw zon element in te brengen. Met andere woorden ik ben, en ik spreek namens de fraktie, daar geen voorstander van en ik verwacht dan ook dat dit juist één van de punten is waar u met konkrete voorstellen bij de Raad terug komt. Voorzitter, ik kan het toch niet nalaten nog even te reageren op de woon- funkties van de binnenstad. Het achterblijven van de funktie, ik denk dat er veel verbeterd is de afgelopen jaren, akkoord, ik heb alleen willen zeggen dat die gezinswoonfunktie in het gedrang komt d^or een aantal faktoren. Eén van die faktoren is ook weer het autoverkeer, het kan de overlast van de horeca zijn, maar het kan ook zijn dat er gewoon te weinig ontplooiingsmogelijkheden zijn voor de mensen die er wonen en dat houdt verband met je verkaveling, hoe je je bouwterreinen inricht en ik denk dat dat soms een financiële prijs waard is. Dat je niet altijd moet zeggen, we halen het financieel niet, ik denk dat kwaliteit, en kwaliteit kan je niet altijd in geld uitdrukken, maar soms niet altijd in geld maar wel in andere waarden, wat subjectieve waarde, belevingswaarde van de stad, maar ook de aantrekkelijkheid voor de bewoners, de mensen die daar gaan wonen dat ze zich thuisvoelen, allemaal zaken die niet in geld zijn uit te drukken, maar wel de moeite van het nastreven waard! Voorzitter, ik wilde het er even bij laten. De heer BOLSIUS: Voorzitter, ik hoop dat de paar woorden die ik nog hier over te zeggen heb, dat die opvallen bij de vele woorden die inmiddels al gesproken zijn. Het VVD-amendementik zal daar heel kort op ingaan. 1. Akkoord. 2. Geen behoefte aan. 3. Gezien de nadere toelichting, akkoord. 4. Is een open deur maar dat had het College al gezegd. 5. Gezien de voorwaarden die daar bij staan, niet akkoord. 6. Nee, is een open deur en zal aan de orde komen met name als de wette lijke procedure volgt na de aanwijzing beschermd stadsgezicht die 10 november 1986 heeft plaatsgevonden en dan volgt er een jaar, die hier in de praktijk 5 jaar worden, dat staat allemaal in die nota dus dat komt allemaal aan de orde. 7. Is wat mij betreft akkoord. Ik denk voorzitter, dat ik bij het beleidsvoornemen nr. 8, de VVD-frak- tie erg veel sterkte in de praktijk toe wens. De VOORZITTER: Dat is het randschrift, begrijp ik. De heer BOLSIUS: Jawel, voorzitter. De VOORZITTER: Ik zal dat straks niet in stemming brengen. De heer WESTERHOF: Heel kort voorzitter. 1. Akkoord. 2. Zijn we het met de wethouder eens dat uit het Besluit II het Romeinse cijfer verdwijnt dus dan is dit ook niet meer nodig. Trouwens de VVD is daar ook mee akkoord - 25 - 3. Voelen we onze bevindingen en onze mening meer verwoord in het besluit zoals het in het Collegevoorstel staat dan in deze. 4. Akkoord. 5. Daar hebben we wat moeite mee. Zo mogelijk te komen dat is aan afzwak king wat a. betreft, bwou u daar ook bij zetten zo mogelijk te komen tot Ja, na te streven, ja dat doen wij ook, maar we weten niet of dat haalbaar ishet staat hier een beetje imperatief. Wensen heb ik straks ook gezegd. Wel, ik denk dat we daar in de commissie nog eens nader op terug moeten komen. 7. Open deur» waar we geen problemen mee hebben om daar achter te staan. Wat betreft wat de wethouder aanhaalde over de fasering, met name van het VCP en de problemen daar, ik denk dat we daar hier in de Raad niet verder op in moeten gaan maar daar in de commissie nog eens flink over moeten stoeien. Wat dat betreft ben ik het voorlopig nog niet met hem eens. De heer VAN DER KALLEN: Meneer de voorzitter, ik ben erg gelukkig te horen dat het College reeds min of meer de horecasituatie aan het onderzoeken is om dat wat te konkretiseren. Ik zou gaarne van u vernemen wanneer we dat geschrift tegemoet zouden kunnen zien. Dan met betrekking tot het VVD-verhaal. 1. Akkoord. 2. Geen behoefte. 3. Geen behoefte. 4. Akkoord. 5. Daar zou ik toch nog wel wat over willen zeggen. Ik vind dat het Col lege zich verschuilt achter de mogelijke standpunten van de B.B.A. Wanneer het geld zou kosten dan wekt het College de indruk alsof het gelijk is afgedaan, het wekt ook de indruk alsof de B.B.A. het al wel zou willen overwegen. De Raad zit er om politieke beslissingen te nemen. De Raad zit er, die is gekozen, die wordt betaald om iedere keer prio riteiten af te wegen. Men moet dan niet zeggen, het geld is er niet, het geld is er wel, we geven het nu alleen anders uit en ik denk dat de Raad zich veel meer bewust moet zijn van dat soort procedures. Ik vind het onaanvaardbaar dat men al van tevoren zegt, dan moeten we de dub beltjes meebrengen, ze glimlachen even met het idee van, dat doen we toch niet en dan is de diskussie klaarIk vind dat geen juiste zaak. Ik zal altijd willen weten wat is het bedrag van die dubbeltjes en als die centen er niet zijn, waar kunnen we die vandaan halen. Meneer de voorzitter, voor de rest op 6 en 7 geen behoefte aau. Met 5 wil ik dus nog nadrukkelijk zeggen dat ik er wel akkoord mee ben. Dat was het, meneer de voorzitter. De heer VAN DE WATER: Met betrekking tot het amendement van de VVD: 1. Akkoord. 2. Daar kunnen we ons ook in vinden, ik denk dat het een goede toetsing is naar de toekomst toe met het ontwikkelingsplan. Dan zouden die plannen, die daarin genoemd worden, inderdaad bij de Raad, indien nodig, aansprakelijk kunnen stellen. 3. Het C.I.M.K.-rapport; in het verleden is ook een keer een rapport gemaakt en een beleidsplan binnenstad in de toekomst. Daarna was het zo dat het beleidsplan binnenstad geheel onafhankelijk van het rapport en het rapport in geen enkele relatie stond tot het plan. Ik zou dus het C.I.M.K.-rapport af willen stemmen op het ontwikkelinsplan zoals het nu voor ons ligt en naar aanleiding daarvan er een notitie komt

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 110