- 14 - dames en herenin de vorm van een aparte nota nut te geven. Dan verwacht u wellicht dat er 128 blz. over vol geschreven worden. Ik hoop dat we het bruikbaarder en in veel minder pagina's zullen kunnen doen. De heer STUART, wethouder: Wellicht is het goed, meneer de voorzitter, om toch maar met h§t belangrijkste te beginnen en dat is de konstatering dat er in deze Raad brede steun is voor de beleidsuitgangspunten, zoals die zijn neergelegd in de nota Ontwikkelingsplan Binnenstad 1987. Een ver- volgnotainderdaad, en niet een geheel nieuw stuk beleidzoals door mevrouw Noorman terecht is opgemerkt. Als we dat vaststellen dan denk ik, dat wij meteen daarop kunnen laten volgen, voorzitter, dat daarna natuurlijk de normale verhouding in werking treedtzoals die in de Gemeentewet is geregeld tussen Raad en B en W en dan ben ik bij de diskussie over het tweede besluit. U heeft zich allemaal beijverd, om die in de Wet vastgelegde relatie, nog eens een keer te omschrijven, heb ik de indruk, waarbij wij in de redak- tie van het tweede besluit te dien aanzien wat minder zorgvuldig geweest zijn. Beiden zijn dunkt me overbodig. Dat tweede besluit zou in normale verhoudingen tussen College en Raad gewoon weggelaten kunnen wor den, want als wij vaststellen dat het beleid, ten aanzien van de binnen stad te voeren, ingericht moet worden zoals in hoofdlijnen hier beschre ven, dan hebben wij het bijvoorbeeld over het feit dat we besluiten om de woonfunktie in de binnenstad verder te versterken. Maar wij hebben het thans natuurlijk niet over een bestemmingsplan of over een bouwvergunning. Dat komt automatisch allemaal bij de uitwerking van de plannen terug. Er mag aan de andere kant ook geen misverstand over bestaan dat, wanneer er brede consensus bestaat over het geformuleerde beleid ten aanzien van het funktioneren van die binnenstad, dat het dan ook die richting uit moet. Dat het onbestaanbaar is dat er over een jaar gedacht wordt om een cirkel vormig centrumgebied te organiseren in plaats van een lineaire struktuur. Waar het nu om gaat is, dat er een keuze gemaakt wordt en dat er konse- kwent en konsistent aan die keuze gewerkt wordt, aan de uitwerking van beleidsuitgangspunten. Dus, voorzitter, ten aanzien van dat amendement van de VVD, door een ieder gesteund, kan ik zeggen dat dat weinig pro blemen ondervindt aan deze kant van de tafel De beste oplossing echter is, om gewoon het besluit weg té laten. De fraktie van de VVD, voorzitter, gaat in het derde amendement in op het C.I.M.K.-onderzoek. De kern van de afspraak met de M.G.H. is, dat een ieder het een aantrekkelijke gedachte vindt dat zo'n geformuleerd beleid op z'n uitwerking eens getoetst kan worden door een deskundige en met name bepaalde uitvoeringsmaatregelen, bepaaldé effekten van het hier beschre ven beleid zouden in zo'n nader onderzoek heel prettig onderzocht kunnen worden. Dat onderzoek is dus in beider belang en ik zou haast zeggen dat het onderzoek van het C.I.M.K. dan ook niet bedoeld is om de kwaliteit en de inhoud van deze nota nog weer eens te toetsen, nee, het onderzoek van het C.I.M.K. is er op gericht om de uitvoeringseffekten van het ge formuleerde beleid op bepaalde knelpunten te onderzoeken en daar hebben wij natuurlijk heel gaarne en van harte mee ingestemd, want onderzoek naar knelpunten bij uitvoering van een bepaald beleid, is sowieso nodig en dat we daar nu in overleg met de meest betrokkenen aan kunnen werken dat is alleen maar plezierig. Het stemt bovendien tot tevredenheid dat de staatssekretaris van Ekonomische Zaken aan dit onderzoek subsidie heeft willen verlenen. Dat is alles bij elkaar voor alle partijen, denk ik, mooi meegenomen. Ik proef in de formulering van het amendement toch een nuance-verschil in vergelijking met de formulering die wij gebruikt heb- - 15 - ben. Als de VVD-fraktie van mening is, dat het C.I.M.K.-onderzoek moet dienen om de kwaliteit en de uitgangspunten van dit plan nog eens te toetsen, dan zeg ik u dat ik aan dit amendement geen behoefte heb. Als het amendement gericht is op een situatie, zoals ik die geschetst heb, dan zeg ik, dan bedoelen we hetzelfde en dan heb ik met een derge lijk amendement geen enkel probleem. De intentieverklaring gemeente Proj.Ontw. Mij. AMRO akkoord, ja, met dien verstande dat wij de inhoud daarvan natuurlijk nog moeten vaststellen. Dan het punt B.B.A., daar hebben ook verder eigenlijk alle sprekers het over gehad, voorzitter, en ik denk dat het toch goed is om een amendement, zoals het nu geformuleerd is door de VVD, niet over te nemen Waarom Qndat wi j ons in een onderhandelingssituatie bevinden die niet alleen tct uitdrukking komt in kranteartikelen. Ik mag mevrouw v.<2Putte er op wijzen dat er een brief ligt van de B.B.A., die bij de stukken ter inlage is gelegd, een brief van 31 maart, ik zal hem maar niet hele maal voorlezen, maar die liegt er niet om. Daar wordt^in de slotzin zonder meer gezegd "onder zulke omstandigheden is de kontinuiteit van de lokale vervoersvoorziening niet meer gewaarborgd". Als dat de prijs is, die je moet betalen voor thans besluiten die bus ook uit de St. Josephstraat te weren, dan is dat een té hoge prijs. Vandaag zullen wij zover moeten komengezamenlijk, dat we moeten erkennen dat winst is dat er met de B.B.A. te spreken viel over het verwijderen van de bus uit de Zuivel- straat en de Wouwsestraat op de uren dat het winkelgebied gesloten is en verder zouden we met elkaar moeten afsprekendenk ik, voorzitterdat er gewerkt moet worden aan een plan voor aanpassing van de busroutes in het centrum en de doelstelling van die aanpassing moet zijn dat er een alter natief gevonden wordt voor de huidige routesuitgaande van een plaatsbe paling van één centrale halte en ik zeg één centrale halte, niet "de", één centrale halte en zodanig dat de busgebruiker bestemmingen in het centrum redelijk vlot kan bereiken, zo direkt mogelijk en binnen loopaf stand. Ik besef dat dat heel abstrakt is maar meer zit er op dit moment in de relatie met de B.B.A. niet in. Aan de andere kant voelt iedereen dat we er, met wat er thans ligt, niet zijn. Maar in de nota is ook heel duidelijk tot uitdrukking gekomen dat juist die busroutes een onderwerp is wat niet uitgediskussieerd is. Daar staan zelfs alternatieven genoemd in de nota, dat geeft al aan dat dat een onderwerp is wat helemaal niet uitgekristaliseerd is en waar bovendien het probleem zich voordoet van een onderhandelingssituatie en ik schat die situatie heel wat moeilijker in dan mevr. v.d. Putte dat doetwant die zegt zo ongeveer, wat denkt die B.B.A. welwij hebben het toch voor het zeggen. Jadan moet u wel de dubbeltjes er bij leveren, wil ik er dan onmiddellijk bij zeggen. Het is nu zo dat de B.B.A. er in geslaagd is om van een partikuliere onderneming een lokale vervoersdienst over te nemen, die in een redelijke frekwentie en naar alle hoeken en gaten rijdendzeg maarhet publiek dient, die veel aftrek vindt Die binnenstadsbussendaar rijden toch grote aantallen reizigers mee naar die binnenstad. Dat gebeurt nu op een wijze die financi eel gezien geen beroep op de Gemeente doet, dat wil zeggen dat men dat binnen de normatiek van vervoersbesluiten enz. kennelijk goed uitvoert en de vrees is dat elke andere route die thans gekozen wordt, leidt tot gro tere rijafstanden, wat meer kosten betekentdie niet meer bij het Rijk gehaald kunnen worden en de B.B.A. zaldenk ik, gaarne tegen de gemeente Bergen op Zoom zeggen, we willen alles voor jullie doen als de méérkosten maar door de gemeente gedragen worden. Ik denk dat zo'n onderzoek er op gericht moet zijn om tot een oplossing te komen die voor alle partijen aanvaardbaar is. Dat moment is er op dit moment kennelijk nog niet, maar

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 105