- 10 -
keergelegenheid moet worden uitgebreid. Een verschil moet je echter kunnen
maken ten aanzien van de avondaktiviteiten. 's-Avonds parkeren op de
Grote Markt zou, naar onze mening, best op grotere schaal kunnen plaats
vinden.
Voorzitter, de ingang aan de Lindebaangarage is naar onze mening ook niet
optimaalUitbreiding van parkeerplaatsen in de straten leidt naar onze
mening ook tot 'n intensivering van het verkeer en ik heb kunnen konsta
teren dat ook de Fortuinstraatalthans de Stichting Winkelpromenade en
dus onderdeel daarvan de Fortuinstraat, het ook heeft afgewezen. Ik heb
gezegd in de uitwerking van deze voornemens zitten nogal wat punten die
in konflikt komen met uw uitgangspunten, geformuleerd over die rekreatieve
funktie, het wonende verblijfs- en ontmoetingsfunktieDeze tegenstel
lingen zijn, naar onze mening, te groot en niet acceptabelEchter ook
het westelijk winkelgebied is gebaat bij eer» verder terugdringen van het
autokarakter. Het zal de aantrekkelijkheid van dit gebied ten goede komen.
Oplossingen, die de verkeersdruk onnodig vergroten, zoals bijvoorbeeld
zoekgedrag ten gevolge van onlogische uitbreiding van het aantal parkeer
plaatsen, werken naar onze mening eerder in het nadeel van de aantrekke
lijkheid dan in het voordeel.
Voorzitterook in deze nota konstateren we in de nota
dat u daar enige twijfels over heeft. Onze fraktie pleit er dan ook voor
ten aanzien van het verkeer in het westelijk centrumdeel, alvorens tot
konkrete voorstellen te komen, eerst nog nadere studie te verrichten en
dan onderbouwd naar de Raad terug te komen met die voorstellen die u in
gedachten heeft.
Voorzitter, de bus is ook zo'n knelpunt. Ik denk dat wij in de commissie
duidelijke afspraken hebben gemaakt, we zijn er niet helemaal uitgekomen
maar er zijn alternatieven. De voorzitter van de commissie heeft gezegd
dat er nog naarstig gezocht zou worden naar de beste oplossing. We
wachten dat af.
Ten aanzien van de horeca, wij ondersteunen uw uitgangspunt om ook de
horeca vooral te koncentreren op de pleinen. Nochthans er zijn in de stad
nog enkele knelpunten en wij dringen er dan ook erg sterk op aan om juist
die knelpunten, en wij denken aan de harde horeca, toch met harde hand
aan te pakken.
Ten aanzien van de vestiging van horeca op het Beursplein, ik konstateer
dat ook in de aanbiedingsbrief, ik denk dat de visie akkoord is maar dat
u enige terughoudendheid zult moeten betrachten bij het aantrekken van het
type horeca op dat plein.
Voorzitter, samengevat, onze fraktie kan akkoord gaan met de uitgangs
punten van het teleidsplan, echter zoals gememoreerd door de wethouder
Ruimtelijke Ordening is de nota een raamplan en zal het College met nadere
voorstellen aan de Raad komen met betrekking tot de uitwerking van een
aantal zogenaamde oplossingen. Met andere woorden, voorzitter, het aan de
Raad onder II voorgelegde besluit, dient naar onze mening, op deze wijze
geïnterpreteerd te worden. Op de andere punten van het voorgelegde be
sluit heeft onze fraktie geen opmerkingen.
De VOORZITTER: Dames en heren, alvorens ik het woord aan mevrouw v.d.
Putte geef, deel ik u mede, da"t deze smakelijk, wat mij betreft, uitziende
voor wat anderen betreft een smakelijk verorberde versnapering, te danken
is aan wethouder Bakx die vandaag zijn verjaardag viert en ik maar denken
dat dat pas zondag was. Maar na afloop van deze vergadering is er voldoende
- 11 -
gelegenheid om bij het feit op zichzelf stil te staan. Nu vast denk ik
dat ik ook namens u hem van harte geluk mag wensen met deze dag en ik stel
u voor om uw persoonlijke wensen na de raadsvergadering te laten plaats
vinden dat kan hier, of elders. Dan is het woord aan mevrouw v.d. Putte.
Mevrouw V.D. PUTTE: Voorzitter, wij gaan akkoord met dit Ontwikkelings
plan Binnenstad. In de gekoinbineerde vergadering R0V0W/EZ is er al uit
voerig over gediskussieerdDaar is door de wethouder toegezegd dat nadere
uitwerking van uitvoeringsplannen en bijbehorende kostenramingen voorge
legd worden aan de gemeenteraad, dus daar wacht ik op. Desondanks heb ik
toch één punt wat ik nu nog even aan de orde zou willen stellen en dat is
naar aanleiding van de busroute in de binnenstad. Daar is uitvoerig over
gediskussieerd. Naast de varianten die door mij als vrij onlogisch werden
betiteld, is daar een diskussie over ontstaan. De wethouder heeft toen ge
zegd dat raadsleden welkom zijn bij een bespreking met de dat
verzoek wachten wij dan ook nog af. Toch zou ik nog een keer naar aanlei
ding van deze busroute wat willen zeggen, dat is mede naar aanleiding van
het kranteartikel in het Brabants Nieuwsblad waar de direkteur van de
B.B.A. het een en ander heeft verteld. De direkteur van de B.B.A., de heer
Vermeulen, heeft hier een aantal dreigementen ingebracht. Wanneer hij deze
routes niet zelf mag aangeven, dreigt hij zelfs met het opheffen van de
stadsbusdienst. Ik denk dat dit een wat overtrokken reaktie is. D66 is
van oudsher vóór inspraak, maar niet op deze maniermet voorwaarden vóór
af. Het is niet de direkteur van de B.B.A. die, vanuit zijn economische
belangen, hier zal bepalen hoe de lokale vervoersvoorziening zal geschie
den. Het is de Raad die, in samenspraak met allen die hiermee te maken
hebben, de diverse belangen tegen elkaar afweegt en voor de uiteindelijke
beslissing verantwoordelijk is. In de commissie heeft D'66, uitgaande van
"de Markt autovrij" en de Wouwsestraat/Zuivelstraat niet in 4 jaar autovrij
maar liefst nog eerder, een gedetailleerde route aangegeven en vanuit die
visie ga ik graag het gesprek met de B.B.A. aan.
De heer WESTERHOF: Voorzitter, wij hebben vorige week in de commissie
uren over dit onderwerp gepraat. Wij hebben grote lijnen aangegeven, we
zijn op bepaalde dingen in details gegaan, wij achten het als fraktie
niet zo erg zinvol om die verhalen nu nog een keer te herhalen. Met de
voorgaande sprekers heeft ook onze fraktie grote waardering voor de hoofd
lijnen van dit rapport, met name de struktuur die hier aan gegeven wordt
tussen A en B winkelgebied, heeft onze instemming, daar ontstaat daardoor
een stuk duidelijkheid. Ik begrijp dan ook niet wat de heer Aertssen
namens zijn fraktie zegt. Hij zegt, wij zijn helemaal vóór dat A en B
gebied en zegt er vervolgens bij wij vinden dat ook het B-gebied aantrek
kelijk worden als je daar niet met auto's kunt komen, terwijl juist één
van de punten is bij het B-gebied de "stop-shopping" mogelijkheden.
Blijkbaar is er verder zonder onderlinge vóór-afspraken een roerende
eensgezindheid bij een aantal frakties over punt II van het besluit, want
wij hadden er aangetekend "B en W opdracht te geven de in de nota aange
geven voorstellen" en dan "uit te voeren" door te strepen en dan te ver
volgen met "nader uit te werken en aan de Raad voor te leggen". Dat is
bijna hetzelfde wat de VVD zegt en wat de PvdA zegt en D'66 ook. Dus ik
denk dat we daarin elkaar heel goed kunnen vinden.
Even nog een paar hoofdlijnen van de diskussie van vorige week in de com
missie. Wij hebben duidelijk vraagtekens gezet bij de fasering, met name
van het VCP zoals aangegeven in de nota. Daar zijn bepaalde onderdelen bij
die veel sneller uitgevoerd zouden kunnen worden en ik heb nog een paar