A -
uitgegaan was van de intenties en de inhoud van het voorstel van Wet
dan waren namelijk niet zo eenzijdig bij uw College vele bevoegdheden
terecht gekomen zoals de benoeming van de leden en plaatsvervangende
leden, van de voorzitter en de sekretaris en ook de verantwoordingsplicht
was niet aande Raad verschuldigd»
Eén vraag nog, voorzitter. De artikelen 7 t/m 10 geven taken van de sekre
taris aan. Wij wachten af wie u benoemtmaar willen wel weten hoeveel
tijd u de sekretaris, van en voor deze commissie, beschikbaar stelt.
Meneer de voorzittergelet op wat ik hierboven heb gezegd en met inacht
neming van:
a. het tijdelijk karakter van deze regeling
bde mogelijkheden die u niet had
c. de termijn waarbinnen op last van de Provincie voldaan moest worden
aan de voorwaarde ter verkrijging van financiële ondersteuning,
stemmen wij van harte in met het voorliggende voorstel
De VOORZITTERIk denk dat wij uw woorden van harte, tussen aanhalings
tekens moeten zien, meneer Ronnes, dan is dat bij deze gebeurd in de
notulen.
De heer VAN DER STOELVoorzitter, u namt al een voorschotje toen u dit
voorstel aankondigde. Ik wou u namens de VVD-fraktie zeggen, dat wij er
niet over prakkezeren om deze toetsingsverordening te gaan toetsen op
bestuurlijk-juridische gronden. Wij wensen u met deze boreling veel
sukses in de procedure die u hierbij te wachten staat.
De heer VAN WIJK: We zullen de juridische aspekten maar even buiten be
schouwing laten. Het is toch ook maar een tijdelijke verordening, dacht
ik zo.
Meneer de voorzitteronze gemeente heeft met deze verordening wel een
dominerende taak in deze regio. Daar nemen 9 gemeenten aan deel en tijdens
de behandeling van dit voorstel in de commissie Sociale Zaken en Werkge
legenheid heb ik gevraagd of het mogelijk is de gemeenten, dat zijn er
dus 9, met name te vermelden, als het niet in de direkte verordening te
doen was, dan toch zeer zeker in het pré-advies en daarin ben ik teleur
gesteld.
De VOORZITTER: Misschien, dames en heren, mag ik, alvorens ik het woord
zal geven aan wethouder Bakx, een opmerking maken over het staatsrechter-
lijk aspekt van deze verordening. Ik denk eigenlijk dat ik dat voldoende
gedaan heb door de verordening te benoemen zoals ik dat gedaan heb bij
het punt.
Voor de goede orde, nog naar aanleiding van een opmerking van de heer
Ronnes. Me dunkt dat de regeling niet zo zeer in strijd is met de Gemeen
tewet, niet met artikel 61 of artikel 63, of de manier waarop de besluit
vorming diervt te geschieden, maar veeleer dat er strijdigheid gevonden
zou kunnen worden met de Wet Gemeenschappelijke Regeling.
In die Wet heeft het Provinciale Bestuur een toetsingstaak toebedeeld ge
kregen, om een lappendeken van regelingen en regelingetjes, om de over
heidstaken in 'n gebied te regelen, te voorkomen.
Ik zie dus eerder een gespannen voet met de Wet gemeenschappelijke Regeling
dan met de Gemeentewet. Artikel 61 maakt het op zichzelf mogelijk dat uw
Raad beslist over de manier waarop er in zo'n commissie beslist kan gaan
worden. Het tweede lid van artikel 61 bepaalt, hij, de Raad, regelt de
bevoegdheden en samenstelling en dan ben ik gaarne bereid om toe te geven
5 -
aan de heer Ronnesdat dit in het algemeen natuurlijk, op de meeste demokra-
tische manier zou zijn gebeurd indien daar bij de regelgeving van de Ge
meentewet, die daar er in voorziet, dat besloten kan worden bij gewone
meerderheid van stemmen enz. zou zijn overgenomenDat is hier echter niet
gebeurd en dat heeft u heel goed begrepen. Ik vind dat ook een niet erg
mooie regeling, om het. voorzichtig en tussen aanhalingstekens geplaatst
uit te drukken, maar strijdigheid kan ik daar op zichzelf niet in vinden.
Het zal u alleen, en dat heb ik in voldoende mate gemerkt, pijn hebben ge
daan. Mag ik de heer Bakx vragen om op het overige te reageren.
De heer BAKX, wethouderToch nog even aansluitend op uw woorden. Het is
duidelijk dat we in de geest van het wetsvoorstel hebben gewerkt. Op een
aantal artikelen hebben we letterlijk de onderdelen overgenomen dus wat
dat betreft is er ook geen merkwaardig fenomeen. Andere kant is natuur
lijk wel, een artikel die wij in onze dagelijkse gang, en daar
heeft de heer Ronnes gel ijk in, met een meerderheidsbesluit zouden nemen,
uitdrukkelijk bedoeld is het unanimiteitsbegrip. Ik denk dat we daar ook
niet onderuit k unnenDat is juist, het belangrijkste punt metzeg
maar uit de voorloper van die Wetdie we moesten opnemen
U vroeg ook nog naar de taak en de omvang van het sekretariaat. De arti
kelen maken duidelijk dat dat gedelegeerd wordt naar de commissie c.q.
het College om het sekretariaat/de sekretaris vast te stellen. Wij hebben
in de commissie gesproken op jaarbasis misschien 30 a 40 projekten die
getoetst moeten worden. Het zal met deze regeling kunnen dat het er dui
delijk meer gaan worden, zeer zeker gezien het feit dat er in die orde
toch heel wat staat te gebeuren. Als we dat een klein beetje in tijdfase™
ring zouden mogen uitdrukken, dan kom je toch al gauw op 40/50% van een
weektaak die je daar aan zou kunnen besteden. Gezien het financiële voor
deel wat er dan toch voor de gemeente of voor de commissie overblijft
is dit in meer dan ruime mate voldoende.
De heer van der Stoel onderschrijft de boreling en veel sukses. We werken
er tenslotte al een paar jaar mee, nu heeft het alleen iets meer body
gekregen maar u weet ook dat we hopen dat spoedig, en misschien is dat
inderdaad wel 1 januari 1988, de Wet er dan in werkelijkheid is, dan
zouden we, wat dat betreftwel wettelijk aan alles kunnen voldoen.
De heer van Wijk vraagt nog even naar de gemeenten. In het oude voorstel
stond eigenlijk het Gewestelijk Arbeidsburo, het rayon. Nu hebben we in
ieder geval er nog aan toegevoegd "van de gemeente Bergen op Zoom" en
dan mag verondersteld worden dat dat dan over die 9 gemeenten gaat. Ik
heb er geen enkel bezwaar tegen om die 9 gemeenten dan gewoon zo te noemen.
Dus wat dat betreft wil ik uw suggestie overnemen en de gemeenten dan ook
expliciet noemen. Geen probleem!
De VOORZITTER: Dat betekent dat in het gewijzigd voorstel zoals u dat
heeft gekregen (blz. 321 en verder), daar waar gesproken wordt over het
werkgebied van het Gewestelijk Arbeidsbureau, dat is de derde alinea,
laat ik voorstellen tussen "Bergen op Zoom en is", wordt toegevoegd de
namen van de 9 gemeenten.
De heer RONNES: Artikel 3 is misschien geschikter, voorzitter.
De VOORZITTERHet voorstel van de heer van Wijk was om het in de toe
lichting op te nemen en ik denk dat dat wel zo gemakkelijk is om te wij
zigen. Overeenstemming heeft thans plaatsgevonden.
De heer VAN WIJK: Ik weet niet of deze verordening ook door de 8 overige
gemeenten identiek moet worden aanvaardof wellicht al aanvaard is hier