- 28 -
een tweetal klemmende problemen op het terrein van de infrastructuur.
Ik mag U nog eens onder Uw aandacht brengen de rondwegen die er gekomen
zijn en ook een oplossing voor het raccordementsspoor
Het ligt natuurlijk nit zo erg op mijn weg om nu eens na te gaan voor
welke problemen we allemaal wel goede of de beste oplossingen gevonden
hebben. De stad is in beweging en vele voorstellen hebben Uw raad bereikt.
U heeft daar een besluit op genomen en de ontwikkeling kon zich doorzetten.
Voorstellen die in harmonie in het college werden voorbereid. Ik zei zoéven
al dat wij wellicht afscheid zullen moeten nemen, ik heb daarover pas zeker
heid als in de opvolging is voorzien op 29 april, van een van de leden van
dit college, U heeft hem vanavond nog aan het woord gehoord, wethouder
Van Kemenade.
De voorbereiding van de besluiten in het college is, althans dat is mijn
ervaring maar ik weet zeker dat andere leden dat willenonderschrijven, in
goede en collegiale samenwerking, zoals ook inhet programma was voorzien,
tot stand gekomen. De veranderingen die op handen zijn, zijn een gevolg van
een democratisch proces en als goede democraten zullen wij met die verande
ringen moet en willen lerenleven.
Een andere verandering heeft zich eveneens voorgedaan, U heeft een nieuwe
secretaris benoemd en nog dit jaar zullen wij van mijn linker buurman af
scheid moeten nemen. Op het personele vlak, ik denk aan onze ambtelijke
medewerkers, hebben zich natuurlijk ook een aantal veranderingen gemani
festeerd. Ik denk dat ik mede namens hen spreek als ik aan de scheidende onder
U dank breng voor de goede samenwerking die er geweest is de afgelopen jaren,
daarbij nogmaals onderstrepend Uw zin en inzet om iets op te bouwen. Iets
op te bouwen dat nodig was voor de stad en haar inwoners en waar U allen
het .Uwe toe hebt bijgedragen.
Als ik mij nu dan wat meer in het bijzonder tot enkelen Uwer en met name
degenen die zullen vertrekken mag richten, is het mij toegestaan om eerst
het woord te richten tot de heer Van Heijst.
Al eerder deze avond mocht ik onder Uw aandacht brengen dat de heer Van
Heijst 24 jaar lid van deze raad is geweest en wel van 4 september 1962
tot en met 29 april a.s. In die periode is hij 16 jaar lid van het college
geweest en heeft zich daarbij in het bijzonder als een verdienstelijk man
doen kennen op de terreinen onderwijs, sport en recreatie en grondzaken.
Van dat laatste hoop ik in de nabije toekomst nog veel te leren, vanavond
bleek dat nodig te zijn.
U was ook nog lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant, mijnheer Van
Heijst, in een periode dat dit soort dubbelfuncties mogelijk was en ook
nog gewaardeerd warenvoor hetprovinciaal bestuur maar ook veelal voor het
gemeentebestuur. Persoonlijk vind ikhet jammer dat die combinaties niet meer
mogelijk zijn omdat daarmee veel van de communicatie tussen wat zich op pro
vinciaal niveau afspeelt en wat locaal de aandacht vraagt in de directe zin
verloren is gegaanNatuurlijk heb ik ook begrepen dat er tal van andere be
langrijke waarden zijn die ik in mijn afweging thans niet meeneem maar uit
eigen ervaring weet ik dat deze functie vooral in communicatieve zin wat
zich afspeelt op provinciaal niveau en op locaalniveau, van belang is.
U was niet alleen actief in het stadsbestuur, mijnheer Van Heijst, U vervulde
verschillende bestuursfuncties in maatschappelijke en bestuurlijke organi
saties bij het Lievevrouwengildehebt vele jaren sinds 1945 de Maria-ommegang
georganiseerd, U vervult een functie bij de Stichting Kermissen en Processies
bent actief in de Burgemeester v.d. Laarstichting, U bent actief voor de
Rooms-katholieke begraafplaats en op tal van andere maatschappelijke ter
reinen.
Daarom ook verheugt het mijzo bijzonder dat de raad van deze gemeente
- 29 -
heden heeft besloten om aan U de erepenning van de gemeente met inscriptie
toe te kennen. Het verheugt mij om U de overwegingen van de raad toch nog
te doen geworden.
Na de opsomming van de periode dat U dienstbaar bent geweest aan de stad
Bergen op Zoom wordt overwogen dat U Uw taak als lid van de raad met grote
zorg en toewijding hebt verricht en de daaruit voortvloeiende bestuurs
functies met grote inzet en plichtsbetrachting heeft vervuld. Dat U ge
durende Uw 16 jaar wethouderschap waarin U onder meer de portefeuilles
onderwijs, sport, recreatie en grondzaken beheerde, zich een bekwaam en
deskundig bestuurder heeft getoond. Dat U naast Uw langdurig raadslid
maatschap zich tevens bijzonder verdienstelijk hebt gemaakt voor ver
schillende maatschappelijk en bestuurlijke organisaties en dat U als
blijk van waardering daarvoor in aanmerking komt voor de erepenning van
deze stad, die ik U gaarne bij deze onder aanbieding van mijn gelukwensen
zou willen overhandigen.
Mijnheer Van Heijst als ik al datgene wat hieraan voorafgegaan is nog eens
zou mogen samenvatten, dan denk ik dat U een raadslid bent geweest die
veelal een authetiek geluid heeft voortgebracht, dat U zich vervolgens een
reputatie heeft opgebouwd als producent van niet steeds van humor gespeende
donderpreken.
Dames en heren,wij nemen ook afscheid van een ander lid van de CDA-fractie
de heer Gorrissen. Ik heb al eerder in deze raad gezegd dat ik aan de
heer Gorrissen hele bijzondere herinneringen heb. Hij was een van de eerste
leden van de CDA-fractie die ik ontmoette bij een kopje koffie wat er
misschien aanleiding toe is geweest dat hij mij op 1 of 2 februari 1982
betrekkelijk vergevensgezind tegemoet trad. Ik heb dat, toch wat gespannen
zijnd, in die situatie bijzonder gewaardeerd en ik hoop dat de vragen die
U bij die gelegenheid hebt gesteld, maar ik vis niet naar het antwoord,
wellicht positief of althans in voldoende mate positief beantwoord zouden
kunnen worden.
Mijnheer Gorrissen U bent meer dan 10 jaar fractievoorzitter geweest van
de CDA-fractie en dat was een fractie die op sommige momenten wat meer
leden telde dan thans het geval is. Ik denk dat degenen die nu nog een
overzichtelijke fractie leiden straks een grotere fractie leidend (met
een korte ei) naar het moment zullen uitzien dat het allemaal wat over
zichtelijker was. Toch wist U bij een hele grote fractie naar men mij
verzekerd heeft er de lijn in te houden,tot één opvatting te geraken,
het college en de daarin Uw partij vertegenwoordigende leden te steunen.
Het verheugt mij dan ook heel bijzonder, mijnheer Gorrissen, dat ik even
eens aan U mag mededelen dat de raad heden besloten heeft aan U de ere
penning toe te kennen als dank voor al datgene wat U gedaan heeft. Niet
alleen als lid van de raad maar ook in de functies die U bij de onderschei
dene vakorganisaties hebt vervuld.
Mijnheer Gorrissen, ik heb U in een aantal wat meer bijzondere gevallen
ook leren kennen daar waar het ging, en dat is zeker niet een te ver
waarlozen taak voor een raadslid, om individuele belangen van inwoners
van die gemeente Men wist bij U een horend oor te vinden, een man
die erin slaagde om de problemen te vertalen voor het bestuur en erop toe
te zien dat er ook goede en bruikbare oplossingen kwamen.
Ik denk dat het beeld dat ik inhet zuiden ietwat opgebouwd heb op U van
toepassing is dat ik parafraserend mag zeggen dat U gekenschetst wordt
als trooster of althans als pleitbezorger voor de bedrukten.
Ik wil U graag de penning bij deze uitreiken, vanzelfsprekend onder aan
bieding van onze hartelijke gelukwensen.