- 6 - Dan wat antwoorden op hetgeen de wethouder gezegd heeft. De wethouder beklaagde zich erover dat ik geen technische oplossingen in het voorstel had gezien. Uiteraard heb ik de rendementsverbetering die voorge steld wordt ook^gezien. Ik zou daar even wat meer over willen zeggen. U weet dat destijds in Oost een visje voorgehouden is van Economische Zaken dat we f. 350.000,- zouden krijgen als we daar duidelijk minder primair brandstof zouden gaan verstoken. Dat zou aantoonbaar moeten zijn. Ik heb toen gevraagd in de commissie: Maar daar verstaat U toch geen rendements verbetering van een ketel onder Dat is een normale zaak die bij het minder verbruik hoort op alle terreinen. Dat is het bijzondere van het geval niet. Toenkwam boven dat de bedoeling was om later een heel groot-immens warmte- oedrijf te stichten en daar zou dan op aangesloten worden en dan zouden we voldoen aan de norm van vijf jaar ik blijf dus zeggen dat de rende- men sver etering die hier nu voorgesteld wordt alleen maar een verlate op- j.ossing is, die zat allang in de pen. Het verhaal over het Kraggegas. Ik ben daar zo negatief over geweest, gekoppeld aan de getallen die we eerder opgedist hebben gekregen van onze grote voorlich tingsbureau-s KEMA en NEOM. Daar hebben we ons al aardig in vergist.Het is dus duidelijk dat we toch zelf moeten gaan rekenen. Als nu weer een adviesbureau ons de gegevens gaat toereiken, dan heb ik echt schroom om die aan te nemen. Dat heeft toch wel een aanwijsbare reden. Er is in het verleden genoeg ge beurd dat we die schroom kunnen verantwoorden. Dari net ®as uit een vuilst°rtplaats betreft al aangetoond dat er gas uit te halen is. Het is duidelijk dat de kwaliteit zeer verschillend zal ziin en er is niemand die er met zekerheid iets over kan zeggen. Een tweede puntwat hier speelt is dat de totale uitnutting van de vuilstort plaats ook op dit moment nog steeds niet bewezen is, zo ver zijn we nog niet. p diverse plaatsen in ons land zijn we aan de uitnutting begonnen, maar een totaie uitnutting hebben we nog niet meegemaakt, vandaar het vraagteken wat i zette bij de tijdsduur van uitnutting. Er wordt uitgegaan van 15 jaar en aar zet ik dus mijn vraagtekens bij omdat anderen, dat is mijn autoriteit niet zeggen dat men met 10 jaa- al dik tevreden moet zijn. Dan begint de vraag of we die investering dan wel moeten doen. Dan nogwat antwoorden op de opmerkingen van de heer Stuart. J begrijpt dat het verhaal van de boekhoudersproblemen een beetje badinerend was bedoeld. Ik begrijp uiteraard ook best dat het allemaal moet kloppen daar moet U ook voor zorgen. Dat is ook de reden dat de VVD accoord gaat met hetgeen hier allemaal staat, maar erg enthousiast zijn we niet. De heer FRANKEN: Ik heb in tweede instantie slechts een heel korte vraag aan de heer Van Kemenade. Hij heeft gezegd dat het college er alles aan gedaan heeft om de verliezen weg te werken. Ik zou de heer Van Kemenade willen vra gen of hij een of twee maatregelen zou kunnen noemen die in deze periode d, raad zijn voorgesteld om deze verliezen minder te doen zijn. Die zou ik graa°- eens willen horen. De heer VAN DE WATER: Wij zijn in beginsel voorstander geweest van stads verwarming voor het Wilhelminaprojectwij vonden dat een goede zaak. Als raad e en wij indertijd beslist dat wij het zouden proberen en na twee jaar het zouden evalueren. Evaluatie is er dan nu eindelijk na een aantal jaren en e is nog steeds slecht.Wat gebeurt er nu. Er komen langs andere kanten pro- tescen, er wordt gemopperd. Je zou van de raad nu eindelijk mogen verwachten dat ze protesteren. Protesteren doen ze niet, ze mopperen en daar houdt het an mee op. Je zou mogen verwachten dat ze nu eindelijk durven zeggen we nemen maatregelen, maar we nemen geen maatregelen, we zoeken doekjes voor het bloeden Steeds maar wordt er een mogelijkheid geopperd om te trachten uitstel van exe- .U e. r'Lfl?e"' oteeds raaar wordt het op de lange baan geschoven. Waar ben je dan eigenlijk als raad mee bezig. Ik vind dat diegenen die verantwoorden ik zijn geweest voor dit project en ik vind ook dat de raad de hand in eigen boe zem moeten steken, ze mopperen weer net als voorheen en ze doen helemaal niets ee/zeertrleste'zaak16" Se"°°" VeM Het is °P "Ch - 7 - Ik had verwacht dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor dit project, wat een grandioos fiasco is, hun conclusies hadden getrokken en de verant woordelijkheid die ze dragen geopenbaard hadden en gezegd hadden - helaas wij zijn fout geweest en we zullen daar nogmaals de conclusie aan verbinden als verantwoordelijke voor datgene wat wij doen. Helemaal niets. Ik zal er niet verder op ingaan. De heer SMITS: Dan moet U aangeven wie de verantwoordelijken waren. Die zaten in het vorige college en daar resteert er nog één van. De heer VAN DE WATER: Ik durf dat gerust te zeggen. Voor mij is dat dedirecteur van Bedrijven en de verantwoordelijke wethouder op dat gebied en die hebben regelmatig de kans gehad om dat te verantwoorden. Als U dat wilt weten heb ik geen enkel probleem om dat te zeggen. De heer SMITS: Bij de opbouw van een warmtebedrijf hebt U te maken met De heer VAN DE WATER: Ik betreur het, mijnheer Smits, dat U onder dwang van Uw fractie tegen Uw weten in dan toch met Uw fractie meegegaan bent. U hebt ook Uw verantwoordelijkheid, U heeft de kennis en U heeft die regelmatig duidelijk gemaakt, maar op beslissende momenten bent U toch achter Uw wethouder gaan staan. Dat is Uw goed recht, daar heb ik geen problemen mee, maar zegt U nu niet we weten dit niet en wie zijn de verantwoordelijken. Dat weet U net zo goed als ik. De heer SMITS: Voorzitter, daar protesteer ik heel uitdrukkelijk tegen. Als er in onze fractie gesproken wordt over het warmtebedrijf, dan wordt mij niets opgelegd. Ik denk eerder dat er situaties voorkomen dat het andersom is en dat,ik in bepaalde gevallen nog afgeremd moet worden. Maakt U zich daar geen zorgen over. De heer VAN DE WATER: Eén vraag dan nog. Bent U voor of tegen verketelen op dit moment. Geef een eerlijk antwoord. De heer SMITS: Daar moet een kostenplaatje bij zijn. Ik heb aan Uw zijde ge staan doen het over verketelen ging en U weet dat ik toen overstag ben gegaan op het moment dat er met een enquête geschermd werd. Die enquête hield in dat de mensen niet binnen zouden kunnen komen. Op dat moment is de VVD-fractie door de knieën gegaan en ben ik niet met U meegegaan. Dat is terecht. Daar heb ik naderhand mijn spijt over betuigd, want wat die enquête betreft bleek die er niet te zijn. Daar ben ik nu nog verstoord over dat ik toen door de mangel ben gehaald door een enquête die er niet was. De heer VAN DE WATER: Mijnheer Smits, de situatie is nog verslechterd ten op zichte van voorheen. In dit voorstel wordt gezegd: het college vindt niet verketelen en U steunt toch dat voorstel, terwijl de situatie verslechterd is. Ik denk dat Uw kennis zodanig is dat U daar op zich een andere mening over heeft. Maar laten we daarover stoppen, ik denk dat het niet terzake is op dit moment. Ik wil komen tot het voorstel: 1. eerst over te gaan tot plaatsing van andere warmtemeters als dit financieel verantwoord is; Daar zijn wij het mee eens, het kan alleen nog heel lang duren. 2. af te zien van verketeling van de complexen Robert Kochlaan en Lievenshovelaan; Wij vinden nog steeds dat het college op dit moment moet beslissen om alsnog tot verketeling over te gaan. Een doekje voor het bloeden is het schermen met De Kragge. Om De Kragge financieel verantwoord te maken zullen er een aantal complexen moeten zijn waar we die warmte kunnen afvoeren. Dat zijn straks de blokverwarmingen. Waarschijnlijk komt het nooit zo ver. Neem dus nu nog de be slissing om alsnog te verketelen. Vrgaag vrijblijvend - dat wil iedere instal lateur doen - offerte aan en ga niet af op een offerte van Energon van 1979. Met punt 3 gaan we niet accoord. We zullen daar accoord mee kunnen gaan mits verketeld wordt. Dan zijn we bereid om in één keer die verliezen weg te werken. Ik denk dat dat een goede zaak is voor de toekomst.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 80