4 -
De heer Smits vertelt vervolgens een verhaal over oen erfenis uit een vorige
periode. Ik denk dat dit. op zich een juiste constatering.
De heer Franken zegt in zijn opmerkingen dat de notitie er al veel eerder had
moeten zijn. De heer de Jongh zegt daarover, we hebben er al vele maanden over
gediscussieerd.
Het is niet zo'n makkelijke materie natuurlijk waar we over spreken en dan kun
he wel binnen de kortste keren een notitie verwachten, maar dat zijn zaken die
goed met U besproken moeten worden en die goed doordacht moeten worden en de
bedoeling van het college is juist om het probleem wel op te lossen.
Als de heer Smits dan zegt dat er in het voorstel geen enkele technische oplos
sing naar voren is gekomen, dan wij is hem bijvoorbeeld op de rendementsverbe
tering van de ketelhuizen. Naast zoals de heer Smits zegt de oplossingen van
de boekhouders en hij zegt het verschuiven van cijfers zijn ook een aantal tech
nische oplossingen, althans mogelijkheden voor technische oplossingen naar vo
ren gebracht.Daar kun je over van mening verschillen of dat goede oplossingen
zijn of niet. Ik denk echter dat de heer Smits niet mag zeggen dat er geen tech
nische oplossingen naar voren zijn gebracht. Vervolgens spreekt de heer Smits
over het Kraggegas. Hij zegt dan eigenlijk, daar heb je een beetje geluk mee,
je zit met een financieel probleem en toevallig is daar stortgas aanwezig en
daarmee kun je dat oplossen. Ik denk dat dat zo is. Het college heeft dat tot
op dit moment ook nooit ontkent. Het is een mogelijkheid, een stukje mogelijk
heid, om de problemen waar we voor staan mee op te lossen.
De heer Smits zegt, ja maar daar moet je grote investeringen voor doen. Hem is
dan misschien een verzachting van de pijn en er zijn geleerden die zeggen dat
kun je 10 jaar doen en 15 jaar.. Wij hebben - en Uw raad heeft dat geaccordeerd -
het gasinstituut een vooronderzoek laten doen. Daaruit blijkt dat we gedurende
een.langere periode dan de 10 jaar die de heer Smits noemt mogelijk Kragge
gas d.w.z. stortgas aan de Kragge kunnen onttrekken. Ik denk dat dat best een
wezenlijke bijdrage zou kunnen leveren. Inderdaad is dat, dat ben ik met de
heer Smits eens, verzachting van de pijn of je kunt dat anderszins aanwenden.
Het college vindt dat geen schande. Ik denk dat dat toch is proberen te zoeken
naar alle mogelijkheden die er zijn om de problemen, zoals die er zijn, op te
lossen.
Ik had het al over de opmerking die de heer Franken maakte dat de notitie einde
lijk in de raad komt, maar zo simpel en zo makkelijk was het niet.
De heer Franken zegt, wij zullen er alles aan doen om de verliezen tot het
uiterste te beperken. Dat is nu wat het college de afgelopen tijd juist heeft
geprobeerd. We hebben met U geconstateerd dat er enorme problemen waren en
hebben getracht om daar zo adequaat mogelijk, zowel op financieel als op
technisch terrein, een aantal oplossingen voor te geven. Er zullen hele goede
dingen bij zijn en er zullen minder goede dingen bij zijn. Maar om exact,
wat U wilt, de proberen om de verliezen, met name gericht op de toekomst tot
het uiterste te beperken of zelfs helemaal weg te werken. U bent, zegt U ten
slotte, tevreden om samen met het college de strijd op te nemen tegen de ver
liezen. Welaan, dat zijn we volstrekt met U eens.
De heer De Jongh meldt dat hij accoord gaat met de notitie zoals die voorligt.
Daarvoor ben ik hem erkentelijk.
De heer STUART, wethouder; De heer Smits heeft gesproken over een boekhouders
oplossing. Ik denk dat ik begrijp wat hij daarmee bedoeld. Het is natuurlijk
ook in zekere zin een administratief probleem, waarmee ik niet voorbij wil gaan
aan de technische problemen. Een van de redenen waarom het college vindt dat
er thans blijk gegeven moet worden van de bereidheid en de mogelijkheid om tot
een oplossing van de financiële problematiek te komen is juist dat het in de
boeken straks moet kloppen.
- 5 -
Hoe onaangenaam we het ook vinden kunnen structureel ongedekte verliezen in
bedrijfsmatige activiteiten die niet worden afgedekt niet. Dat duurt nu al
een jaar of drie a vier en er komt een moment dat het financieel toezichthoudend
college van Gedeputeerde Staten tegen ons zal zeggen: Gemeente Bergen op Zoom
dat kan zo niet, bedrijfsmatige activiteiten met structurele verliezen die niet
gedekt zijn in de begroting van de algemene dienst.
Deze maatregel is erop gericht om mogelijkheden aan te geven, althans financieel
gezien, om tot dekking van die verliezen te komen. Dat is, daar ben ik het
mee eens, puur een administratieve maatregel om te laten zien naar Gedepu
teerde Staten toe dat de bereidheid en mogelijkheid bestaat om aan het pro
bleem in eerste aanleg tegemoet te treden. Een oplossing van het probleem van
het warmtebedrijf is het natuurlijk niet. Het kost overigens, als je het alle
maal zo zou willen doen zoals in het verlengde van deze voorstellen zou kunnen
liggen wel een paar centen. Dat is nu eigenlijk ook weer niet de bedoeling.
Ook om die reden wordt het voorgesteld zoals het wordt voorgesteld. Om over de
sloot te springen moet je een aanloop kunnen maken. Die aanloop moet worden voor
bereid en dat zit hem deels in technische maatregelen, maar toch ook deels in
verdere studie op mogelijkheden om lasten ergens anders onder te brengen of
beter gezegd daar waar ze thuishoren om zodoende het verlies voor de algemene
dienst te beperken.In die zin heeft U natuurlijk gelijk dat er wat met getal
len gebeurt in de boeken, maar dat is ook nodig.
Ik deel de zorg van de heer Franken voor wat betreft de financiële situatie bij
de begrotingen van 1987 en volgende jaren in geval van ongewijzigd beleid.
Ik denk dat de door hem genoemde getallen wel zo ongeveer zullen kloppen, 4 mil
joen nodig voor verliezen in het grond- en warmtebedrijf in de begroting van
1987. Ik vind aan de andere kant dat het ook weer niet juist is om dat nu ge
ïsoleerd voor te stellen alsof wij niet vier jaar geleden willens en wetens een
besluit hebben genomen om de verliezen van het grondbedrijf in de algemene dienst
te dekken. Wij wisten dus dat dat tien jaar lang met ong. 500.000,- zou toenemen
zodat in 1987 in de meerjarenramingen 2,5 miljoen voorzien is.Die groei wordt
zoals U weet gedekt door de groei uit het gemeentefonds in het kader van de fi
nanciële verhoudingswet waardoor wij f. 500.000,- per jaar gedurende 10 jaar
vooruitgaan. Dus voor een groot gedeelte 2,5 miljoen van de 4 miljoen, is het
geen nieuw probleem en is het een probleem waarvoor wij al maatregelen heb
ben getroffen. Het blijft daarom wel juist. Wat dat betreft moet ik dus de op
merkingen van de heer Franken onderschrijven. Ik denk dat we maar net als in
de commissie financiën geconstateerd hebben dat geen middel onbeproefd gelaten
moet worden om te proberen tot verbetering van de rendementen te komen, dan
wel tot het vermijden van het brengen van lasten ten laste van de algemene dienst.
Ikzelf, zoals ik in de commissie financiën ook al gezegd heb, ben ervan over
tuigd dat het Wilhelminakazerne-project kansen biedt om in de planperiode kosten
dekkend te zijn. Die overtuiging kan ik ten aanzien van de wijkverwarming in
Oost niet hebben en dat betekent dat daar helaas alles uit de kast gehaald
moet worden om te proberen de verliezen zoveel mogelijk te beperken. Wat dat
betreft zullen we niet van mening verschillen.
De VOORZITTER: Wie van U voor de tweede termijn
De heer SMITS: Eerst een opmerking richting heer de Jongh, die het had over
het resultaat van de discussies van de laatste maanden. Dat vind ik een beetje
moeilijk want de discussies dateren naar mijn mening al van het begin van de
start van deze warmtemateriezeker toen we in Oost bezig waren. Vanaf dat mo
ment zijn er constant grote vraagtekens gezet bij het mogelijk rendabel kunnen
zijn van hetgeen we daar zouden gaan doen. Dus iedereen in deze raad kan niet
spreken over discussies van de afgelopen maanden want die dateren al van jaren
her.