- 2 -
vergelijken dat met de werkelijke resultaten, dan zit daar een verschil in
van 50%.
Niemand kan verwachten dat de raad dergelijke specialistische technische
onderdelen in het plan zelf gaat narekenen. Daar worden adviesbureau's voor
ingeschakeld. In dit geval zijn dat de KEMA en de NEOM geweest. De KEMA
heeft duidelijk invloed gehad bij de installatie van de waardeloze warmte
meters. Ik zeg dat hard en duidelijk.
De V.V.D.-fractie heeft steeds haar twijfels geuit over de kwaliteit van
deze meters.
De NEOM heeft zorggedragen voor de eerder genoemde prognose getallen en is
door E.Z. voorgedragen als onze grote steun en toeverlaat om in aanmerking
te komen voor de subsidie.
Datzelfde visje is ons ook voorgehouden bij de opbouw van de naar ons «oordeel
ordinaire blokverwarming in Oost. Ook daar heeft het perfect, in negatieve zin,
gewerkt. De interpretatie en de vertaling van de getallen van de adviesbureau's
naar de raad dienen plaats te vinden door het college, c.q. de verantwoordelijke
wethouders. De V.V.D.-fractie vindt dat hierin door de verantwoordelijke wet
houders uit het vorige college schromelijk is tekortgeschoten.
Punt 2, oplossing.
Het valt op dat in het voorliggende voorstel geen enkele technische oplossing
wordt aangedragen. Geen afbouw in Oost van de blokverwarming en alsnog ver-
ketelen. Geen terugsturen van de warmtemeters en installering van een beter
systeem. Geen uitspraken voor een verdere uitnutting van het resterend ver
mogen. Nee, het is weer een boekhoudersoplossing: a. er is een probleem
b. verschuiving van de geldstroom - c. de getalletjes op een andere plaats
invullen en klaar is Kees en we gaan over tot de orde van de dag.
Punt 3, Kraggegas.
In het licht van wat ik eerder gezegd heb over begeleiding door de adviesbureau's
zult U begrijpen dat mijn fractie zeer kritisch staat tegenover de grote inves
teringen op de Kragge. In wezen is de onttrekking van dit gas geen aanpak van
de problemen van het warmtebedrijf maar een toevallig mogelijke verzachting van
de pijn. De kwaliteit van dat gas kan zeer wisselvallig zijn. De hoeveelheid
te onttrekken gas is weer zo'n prognose. Wat de tijdsduur betreft spreken de
deskundigen elkaar ook nu weer tegen. In dit voorstel wordt uitgegaan van
15 jaar, anderen zeggen dat je blij moet zijn met 10 jaar.
Dit zijn allemaal redenen voor mijn fractie om zeer kritisch dit gebeuren te
volgen. Onze opstelling is vooralsnog negatief kritisch, niet omdat we die
houding zo graag aannemen, maar de slechte ervaringen hebben daartoe geleid.
De heer A.J. FRANKEN:De nota warmtebedrijf is dan eindelijk in de raad.
We hebben er in de commissies, het laatst nog in de commissie financiën,
uitvoerig over gesproken. Voor ons ligt een wijziging naar aanleiding van de
amendering door de commissie van financiën. Waarom, deze wijziging Ik hecht
eraan dit nog eens te zeggen. Dit omdat het onaanvaardbaar is structurele
verliezen maar elk jaar binnen de algemene dienst op te vangen.
Dit zou betekenen: onmacht om de problemen op te lossen. Dit zou betekenen
dat de begroting onder extra druk komt. Dit zou betekenen öf bezuinigingen
óf extra lasten voor de burgers.
Ik besef best dat er soms risico's worden genomen. Ik besef eveneens goed
dat er wel eens tegenvallers zijn, Daarom accepteren wij thans de voorge
stelde reserve, echter met de kanttekening dat deze nota veel en veel eerder
had dienen te verschijnen.
Wij zijn dan ook van mening dat het een hele slechte zaak is de verliezen maar
voort te laten duren. Het is daarom dat bij het besluit onder punt 5 het punt
f is toegevoegd, waarbij B W de opdracht krijgen alles te doen om de ver
liezen tot het uiterste te beperken.
- 3 -
B W xrijgen eveneens van de raad een aantal opdrachten, verwoord onder
het besluit sub 5. Na wijziging ook op aandringen van de commissie Finan
ciën worden deze opdrachten aangescherpt, zodat uiterlijk 31 december 1986
over concrete maatregelen in deze raad zal worden beslist.
Doordat beide amendementen door B W zijn overgenomen is dit stuk aanvaard
baar.
Ik twijfel er niet aan dat B W ook doordrongen zijn van het feit dat het
dringend geboden is zoveel mogelijk de verliezen van het warmtebedrijf te
verminderen.
Duidelijk is dat de raad na uitvoerige discussies in de commissies Bedrijven
en Financiën er niet langer in berust dat deze verliezen jaar in jaar uit
voort blijven duren. Wij vertrouwen erop dat het college hieraan thans hard
gaat werken
Ik wil onze grote zorg uitspreken over de financiële situatie waarin we te
recht zullen gaan komen mede door de noodzaak van forse verliezen in het
warmtebedrijf en in het grondbedrijf. Het verlies in het warmtebedrijf be
droeg in 1985 ca. 1,4 miljoen gulden. Verwacht mag worden dat het voor 1986
in dezelfde orde van grootte zal liggen. Ook voor 1937, bij ongewijzigd be
leid en mede door de daling van de aardgasprijzen, mag eveneens verwacht
worden dat het eveneens in die orde van grootte zal zijn.
Zoals ik al zei mag bij ongewijzigd beleid worden verwacht dat alleen voor
dekking van verliezen in het warmtebedrijf en in het grondbedrijf voor 1987
maar liefst 4 a 4,2 miljoen gulden nodig zullen zijn. Dat zullen we op moeten
hoesten uit de algemene dienst.
Deze constatering acht ik hoogst ernstig mede in de wetenschap dat de voor
lopige uitkomsten van de rekening 1985 geen batig saldo heeft, hetgeen zou
kunnen betekenen dat de rek uit de begroting is verdwenen.
We Kunnen prachtige beleidsvoornemens hebben, maar als alleen al ca. 4 miljoen
weggaan aan dekking van verliezen, dan zullen de mogelijkheden beperkt zijn,
met alle nare gevolgen van dien. Laat ons in hemelsnaam het beperken van deze
verliezen tot één van de hoofdpunten maken van het beleid. Doen we dat niet
dan vind ik dat we op een bedenkelijke manier aan het afglijden zijn.
Ik zal niet opnieuw spreken over de vele details welke we in de commissie heb
ben besproken. Ik ben tevreden als raad en college ten strijde gaan tegen ver
liezen. U mag van mij verwachten dat ik de gang van zaken zeer kritisch en op
de voet zal volgen.
De heer DE JONGH: Na de uitvoerige betogen van de voorafgaande sprekers kan ik
denk ik, erg kort zijn. Deze notitie van het warmtebedrijf die momenteel voor
ons ligt is het resultaat van een aantal maanden discussiëren in een aantal
commissies over de hele problematiek zoals de heer Franken aangegeven heeft
laatstelijk nog in de commissie Financiën. Met name in deze commissie, en dat
was bij de stukken erg duidelijk te vinden in het advies dat uitgebracht is,
is voorgesteld om toch iets concreter te worden met betrekking tot punt 5 op
pag. 265. Daar had ik vandaag eventueel nog een aantal opmerkingen over willen
maken. Ik heb echter gezien dat het college die adviezen overgenomen heeft en
zo kan mijn fractie het stuk zoals het er op dit moment ligt ondersteunen.
De VOORZITTER: Dames en heren, van de zijde van het college zal de beantwoording
in twee instanties plaatsvinden. De heer Van Kemenade zal op het warmtebe
drijf als zodanig ingaan. Over een aantal financiële opmerkingen die ook Uwer
zijds gemaakt zijn zal wethouder Stuart nog reageren.
De heer VAN KEMENADE, wethouder: De heer Smits begint met de opmerking dat we
over het warmtebedrijf al lang gesproken hebben en zegt erbij dat het ook nog
lang een spoor zal trekken in de discussies in deze raad. De constatering laat
ik voor de heer Smits. De bedoeling van het college echter is om de voorstel
len, ik kom daar dadelijk nog op terug ook in antwoord op de heer Franken,
om juist te trachten de discussie of zoals de heer Smits zegt het spoor, niet
al te lang te laten uitlopen.