d'd' 29 MEI ^85
GEMEENTERAAD VAN BERGEN O P ZOO M
VIERDE VERGADERING '1985
DONDERDAG, 24 april 1986, des namiddags om 19.00 uur.
de heer drs. P. Zevenbergen
de dames: V.M.M. Videler-Kil, F. Noorman-van Leeuwen, C.H.E.
Krijger-Ooms, C.E. van Dam en N. Dirker-Kanters
de heren: D.J.J. Nijpels, H.J. Muller, drs. P.G.M. van Heijst,
P.M.L. Franken, P.A. Gorrissen, A.J. Franken, D. Westerhof,
C.J. Baden, P.J.F. Dekkers, drs. W.C.M. Stuart, C.E.H.M.
van Kemenade, A.G. van der Stoel, A.W.Th. Smits, G.A.A.J.
Janssen, ir. A.R.B. de Laet, P.A.C.M. van der Velden,
A.J.C.M. de Jongh, C.P.M. Bakx, G. Parel, J. van Es, J.v.d.Water,
Chr.J.P. van Wijk, E.G. Bolsius en J.A. Hauer.
de heer mr. P.J. Pauwels
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en zegt:
Dames en heren, de vergadering is geopend. Ik heet U gaarne van harte welkom.
Ik memoreer aan het begin van de vergadering slechts dat deze bijeenkomst in de
cyclus 1982-1986 de laatste is van de raad in Uw huidige samenstelling. Aan
het'einde van de vergadering hoop ik daar nader op terug te komen.
De heer Bolsius heeft mij medegedeeld niet op tijd aanwezig te kunnen zijn,
hetgeen ik hoop zich niet zal voordoen met betrekking tot het voorstel onder
2 van deze agenda.
Aan de orde is echter punt 1 van de agenda.
1Vaststelling van de notulen van de vergadering van 26 maart 1986.
Dienaangaande hebben mij geen op- of aanmerkingen bereikt, zodat zij bij deze
zijn vastgesteld.
2. Voorstel tot het met ingang van 1 mei 1986 benoemen van de heer E.C. Bolsius
tot ambtenaar van de burgerlijke stand der gemeente Bergen op Zoom.
(Verzameling 1986, nr. PZ/80)
Wenst U hierover het woord te voeren Nu wij op dit terrein te maken hebben
met interne aanwijzing zal stemming achterwege kunnen blijven, zodat de heer
Bolsius bij deze benoemd is.
3. Notitie warmtebedrijf
(Verzameling 1986, nr. Fin/75)
De heer SMITS: Al vele malen is er in de commissie en raad gesproken over het
warmtebedrijf. De V.V.D.-fractie heeft niet de illusie dat dit vandaag de
laatste keer zal zijn. De problemen die zich opgestapeld hebben zullen nog
lang een spoor trekken door onze beraadslagingen. Voor ons ligt nu het voor
stel van handelen van het college. Bij de vele vorige gelegenheden heeft de
V.V.D-fractie bij herhaling haar visie en bezorgdheid over de ontwikkelingen
uitgesproken. Dat hoeft dus nu niet allemaal herhaald te worden. Ik zal dus
volstaan met enkele, naar onze visie, belangrijke conclusies. Ik heb dat ge
daan in drie punten waarvan het eerste punt heet - de erfenis.
Het is duidelijk dat de hele ellende een erfenis is die zijn bestaan gevonden
heeft in de vorige zittingsperiode, waarbij vorige onderstreept is.
Wij erkennen direct dat er een aantal factoren meespelen die niet voorzien
zijn geweest. Er zijn echter ook grote inschattingsfouten gemaakt. Als we
alleen maar eens kijken naar de afname-prognoses in het blauwe boek en we
VOORZITTER:
RAADSVëkW5i&NG
Beslissing:
■BEORETIITT?
