- 28 -
kunt u wel zeggen, ja, maar dan hebben we in ieder geval al iets gedekt.
Ik vind dit bijna een kwestie van onbehoorlijk bestuur om nu, op dit
momentdaar mee te komen.
De heer VAN ES: Voorzitter, voordat wij ja of nee zeggen, eerst een paar
korte vragen. Hebben we tenminste een indikatie van de hoogte van het be
drag en wat is de betekenis van het woord voorlopig? Houdt dat in dat,
als later mocht blijken dat er betere bestedingsmogelijkheden zijn, dat
we het overschot daarvoor zouden aanwenden?
De heer BOLSIUS: Voorzitter, ik mag konstateren dat er een merkwaardig
verschil is als het gaat om het uitgeven van geld in de ene selctordan
wel in de andere. Net hebben we vreselijk moeilijk gedaan over een bedrag
van 10.000,zijn we heel lang over bezig geweest, en wat ik hier nu
aan mijn rechterzijde van Sinterklaas Westerhof hoor, is werkelijk op
zienbarend. In de eerste plaats ramt hij, zonder enige Voorbereiding, er
30.000,doorheen, stelt verder voor om halverwege het jaar al iets
uit te keren wat eigenlijk de Gemeente nog aan rentevoordeel op zou kun
nen leveren, geeft maar uit, het kan er gelijk mee door, ik ben het, wat
dat betreft, eens met de heer Bakx. Dat voorstel zal ik, niet omdat ik
niet achter 700 jaar Heerlijkheid sta, maar door de wijze waarop het nu
ineens zo komt, niet ondersteunen.
Dan met betrekking tot de reservering voor de verliezen voor het Warmte-
bedrijf. Ik heb, hoop ik, en dan wil de portefeuillehouder mij wel lcorri-
geren als ik het verkeerd gezien heb, goed begrepen, dat deze reserve
ook, mochten er allerlei andere ontwikkelingen met betrekking tot het
Warmtebedrijf zich gaan voltrekken, ten alle tijde ter beschikking van de
Gemeente blijft, dus ook een andere bestemming zou kunnen krijgen. Als
dat inderdaad zo is, dan ben ik helemaal tevreden met de inhoud van dit
voorstel.
De heer VAN DE WATER: Ik heb daar misschien ook een antwoord op gegeven. Ik
vind het nogal vrij "vrij", zou ik maar zeggen, om even te stellen van een
meervoud van 100.000,Als het straks 970.000,is dan gaan we 9
ton in het Warmtebedrijf stoppen, ik vind dat nogal!
De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik zou wensen dat men las wat er
staat en niet tussen de regelen door plotseling reserves verzint waar we
spreken over een voorlopige voorziening die het karakter heeft zoals de
heer Bolsius schildert. We hebben het daar uitgebreid over gehad in de
commissie Financiën. Wat is er aan de hand? In het regime van de nieuwe
comptabiliteitsvoorschriften kan er geen slotbegrotingswijziging meer ge
maakt worden. Wij zijn op dit moment niet klaar met het afsluiten van de
rekening 1985, we kennen dus het resultaat niet en ik kan ook geen enkele
indikatie geven of dat plus of min is. Alleen om in een oud regime te
kunnen blijven voortlopen, dat is namelijk beschikken over een eventueel
saldo en niet zo maar een saldo te laten weglopen in de saldiresérve, want
dat gebeurt er als we niks doen, dan vloeit het weg in de saldireserve,
als er een eventueel saldo is, alleen daarom zeggen we, laten we een
voorlopige uitspraak doen dat, wanneer er een overschot is, het gepar
keerd zal worden in een voorlopige voorziening die we die naam geven maar
waarover de Algemene Dienst de 100% beschikkingsmacht houdt want het gaat
niet naar het Warmtebedrijf, het is een voorlopige voorziening in de
- 29 -
Algemene Dienst.
De suggestie van de heer Westerhof, die omarm ik natuurlijk. Dat brengt,
als ik het moet benaderen net als de heer Bolsius een struktureel voordeel
voor de begroting '87, want op dit moment moeten wij nog, om aan onze ge
dachten te kunnen voldoen, rente ramen om die voorziening op drie ton te
brengen en op deze manier zou je dat in één keer kunnen oplossen. Dus ik
zou die suggestie gaarne willen steunen. Ook dat geld is dan niet uitge
geven, er zal toch een voorstel aan de Raad moeten komen om tot uitkering
van dat bedrag te komen.
De heer WESTERHOF: Ik wil over dat eerste voorstel van mij twee opmerkingen
maken. De eerste naar de heer Bolsius toe, waarin hij appels met peren
vergelijkt zoals hij zegt, wij praten over 10.000,en hier maar eens
eventjes tussen neus en lippen door 30.000,Nou, deze 30.000, is
wel een éénmalige uitkering zonder enige konsekwentie en de wethouder
heeft ook gewezen op het rente-effekt
Ik geef toe, dat het niet erg elegant is dat hier nu ineens mee gekomen
wordt. We hebben dus eerst in de commissie Financien ongeveer het stuk
besproken zoals het hier ligt en daar staan we ook volledig achter. Ik
vraag dus gewoon aan de meerderheid van de Raad, zou dat voorstel, wat
helemaal niet nieuw is, van aanvullen tot 3 ton, want dat is min of meer
toch een uitspraak die deze Raad gedaan heeft, als men dus vindt dat dat
nu niet op deze manier en nü moet gebeuren omdat het hals over kop is, dan
kan ik daar begrip voor opbrengen en dan hoeft het niet voor mij maar ik
zou het toch prettig vinden als het wel gebeurde.
De VOORZITTER: Ilc wijs u er nog eens op dat ieder lid van de Raad natuur
lijk op elk punt het recht van amendement heeft en voorstellen toe te
voegen. Het lijkt me, dat wij naar dat recht moeten kijken en niet of dat
al of niet elegant gebracht is.
De heer BAKX:, Voorzitter, toch nog even over dat bestemmen voor eventueel
het WarmtebedrijfIk vind, en dat vind ik ook in het stuk terug, ik heb
een voorzet gedaan om dat dan maar in het Fonds Nader door de Raad te
bepalen enz. doeleinden" moet, u zegt, ja, maar we moeten natuurlijk inder
daad iets vinden voor dat Warmtebedrijf. Vorige maand kwam ditzelfde Colle
ge met de suggestie, nou laten we het dan maar van de Luxor-reserve af
nemen dus ik heb dan ook het recht om dan met dit voorstel te komen en ik
snap niet dat het College zo, in nauwelijks een maand tijd, in één keer
die draai maakt van 180°, of er moet meer achter zitten.
Het tweede is, en dan reageer ik naar de heer Westerhof, ik kan me best
voorstellen, na de presentatie zaterdag van de plannen van 700 jaar Heer
lijkheid, die wij ook van harte ondersteunen want er wordt keurig werk af
geleverd, maar ik denk dat het wat onelegant is ons op deze manier te
overvallen. U had op z'n minst dan toch de frakties moeten inlichten.
Daarom zou ik u willen voorstellen dit maar te gelegener tijd te brengen
en dan iets minder op deze manier.
De heer VAN DE WATER: Meneer de voorzitter, mag ik vragen om de vergadering
2 min. te schorsen?
De VOORZITTER: De vergadering wordt geschorst.