- 12 -
de commissie Culturele Zaken aandacht zou moeten krijgen en het is mis
schien niet uitgesloten om daaromtrent eens van gedachten te wisselen.
In de gesprekken, die wij met Etcetera gehad hebben, is het idee van een
adviescommissie van deskundige burgers voor het museum, ook wel eens ter
sprake geweest. Ik denk dat dat best een zaak is die een keer ter be
spreking kan komen. Maar dan hebben we het over een andere commissie,
denk ik, dan die commissie die moet adviseren bij aankopen en schenkingen.
Het financieel kader, ik denk, voorzitter, dat het heel aantrekkelijk is
om te proberen in het hele komplex die status quo te handhaven. Of dat op
de gulden na mogelijk is, dat valt thans, denk ik, niet te overzien. De
restauratie zal voltooid zijn aan het eind van dit jaar en ik denk, dat we
dus in de begroting 1987 voor het eerst rekening moeten houden met de
volle 100% lasten en opbrengsten van het Markiezenhof en daar zal ten op
zichte van de begroting '86 nogal wat aan moeten wijzigen. Ik denk dat
bijvoorbeeld een verpachting in de horecasfeer, iets verandert in het
plaatje. Ik denk dat ramingen, die thans nodig zijn na de restauratie,
voor onderhoud aan de uitgavenkant weer wat zullen veranderen; het in ge
bruik nemen van ruimten, die thans nog niet in gebruik zijn, dat leidt
onherroepelijk tot meer exploitatielasten en in hoeverre de aantrekkings
kracht van het hele komplex op de bevolking kan leiden tot zoveel inkomsten
vermeerdering dat méér-uitgaven en méér-inkomsten elkaar opheffen, dat
lijkt mij thans nog niet of nauwelijks te overzien, maar dat zou in de
begrotingsbehandeling '87 nadrukkelijk aan de orde zijn, denk ik.
De heer BAKX: Een kleine reaktie. Ik denk inderdaad, dat we bij dat eerste
voorstel van mening blijven verschillen, dus dat moeten we dan maar er
kennen. Het tweede is wel belangrijk, dat u nu in ieder geval toezegt, in
de begroting van '86 er mee rekening te houden. Als we nou dat antwoord ook
gekregen hadden, dan hadden we in ieder geval toekomstvisie gehad van hoe
u het een en ander had willen inplannen, inaar we hadden daar helemaal géén
antwoord op gekregen. Dat vond ik zonde.
De VOORZITTER: Dan denk ik dat de PvdA tevreden is met het daarop gegeven
antwoord en de overige leden van uw Raad kennelijk ook.
11Vaststelling voorwaarden en bepalingen inzake verpachting en exploitatie
van het voormalig bakkerijgebouw van het Markiezenhof als horecagelegen
heid
(Verzameling 1986, nr. AZ/60).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorwaarden
en bepalingen vastgesteld.
12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van aanvullende kredieten ten behoeve
van de restauratie van de St. Gertrudiskerk, inclusief het kerkschipge
deelte.
(Verzameling 1986, nr. AZ/57).
De VOORZITTER: Er dient in de tekst, zoals die voorkomt op blz. 192, een
woord te worden gewijzigd om het voorstel in overeenstemming te brengen
met het daaraan gekoppelde besluit.Onder c. van de samenvatting staat
"reservering van maximaal 250.000,dat dient te zijn "beschikbaar
stelling van 250.000,Zoals ook in het besluit op blz. 193 is vernoemd.
- 13 -
De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, wij zijn heel erg gelukkig met dit
voorstel omdat, laten we eerlijk zijn, het er toch een tijd naar heeft
uitgezien dat we een hoogst onnuttig maar wel zeer duur monument in
onze stad zouden krijgen en we nu een uiterst bruikbaar monument in de
stad krijgen waardoor je bijna een optimum bereikt: een monument hersteld
en een maximale bruikbaarheid gerealiseerd. Wij willen diegenen in het
College, die hiervoor veel werk verricht hebben, graag een kompliment
geven en in het bijzonder de voorzitter voor de inspanningen die hij
zich getroost heeft om dit resultaat te bereiken.
De heer HAUER: Meneer de voorzitter, wij wensen aantekening tegen het
deel II van het besluit, waarin een bijdrage van 250.000 wordt gegeven
voor dekking van de kosten van de verhuizing van de inventaris van de
Maagd naar de Gertrudis. Wij menen, dat de kosten voor de verhuizing
tenvolle moeten rusten op de RK kerk en dat daar geen gemeenschapsgeld
bij gemoeid moet worden.
De heer BAKX: Voorzitter, het is een genoegen te mogen konstateren dat uw
College, en in het bijzonder u, als voorzitter, er in geslaagd is het
middenschip, middels een 95% subsidietoezegging, volledig te kunnen
restaureren. Waarlijk een pluim op de hoed van de Peperbus
Straks, wanneer het Kerkbestuur deze, met veel geld gerestaureerde, kerk
weer in haar bezit neemtis het voor onze fraktie aanleiding te vragen
of deze overdracht gepaard gaat met een normaal huurkontralct, waarbij
natuur1 ijk uiteraard rekening wordt gehouden met de vermogenspositie van
het Kerkbestuur. Het is, naar onze mening, een zakelijke transaktie,
waarbij de normale voorwaarden niet uit het oog mogen worden verloren.
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Stuart.
Verras ik u daarmee? Dan zal ik daarop reageren.
Ik begin bij het laatste, het huurkontraktwat de heer Bakx vraagt. Ik
weet niet, of u zich niet meer vrijheid thans permitteert dan u rechtens
toekomt. De Raad heeft een intentieverklaring uitgesproken omtrent het
gebruik van de Gertrudiskerk in de richting van de binnenstadsparochie,
daarbij verplichtingen op zich genomen en in ieder geval inspanningsver
plichtingen op zich genomen, om het gehele gebouw te restaureren en in
bruikbare staat over te dragen aan de binnenstadsparochie, tegen uiteraard
verrekening van huur. De vraag zal natuurlijk aanstonds worden, met welke
positie van de Kerk je dan ook precies rekening raoet houden en welke huur
je moet berekenen. Er zitten in die kerk, dunkt mij, op zichzelf op een
tweetal terreinen zeer belangrijke immateriële waarde, op de eerste plaats
het gebruik van dit historisch gebouw als kerkgebouw als zodanig, verte
genwoordigt een hele belangrijke immateriële waarde en het tweede is dat
het een herkenbaar punt van vrijwel elk ander punt in Bergen op Zoom is,
wat wij door inspanning van veel overheden zo gerestaureerd hebben kunnen
krijgen. Of je dan kunt zeggen dat een bepaald deel, of binnen een bepaal
de periode, het geinvesteerde kapitaal terug moet komen, dat durf ik te
betwijfelen. Natuurlijk moet een verhouding tussen de Overheid en het
Kerkgenootschap die dat gebouw za1 gaan gebruiken, zo genormaliseerd
mogelijk zijn. Het zijn twee partijen, die in beginsel, omtrent dat ge
bruik, een zakelijke transaktie met elkaar aangaan, echter ilc vraag nog
maals uw aandacht dat van de zijde van de Overheid daar ook aandacht moet
zijn voor de immateriële waarde, die het hebben en het verhuren van een
monument, het bewaren van die waarden bij' het verhuren van een monument,
nu eenmaal met zich brengen.