- 30 - De heer HAUER: Het heeft mij wat verbaasd dat U een uitgebreid schrijven van de heren Nuyten inzake de spoorwegovergangen en de veranderingen die er komen door de randwegen afdoet met een nogal erg kort formeel brieije. Hoewel ik uit hun uitgebreide brief toch opmaak dat zij graag zouden over leggen met U om mogelijke oplossingen voor hun problemen te zoeken. Dan vind ik zo'n briefje als U nu wilt sturen wel heel erg kaal. De VOORZITTER: De brief is overigens gestuurd. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: In de eerste plaats staan in de brief toch enkele wezenlijke feiten. Ten eerste dat U als raad accoord bent ge gaan met het krediet en tevens dan "deprocedure die wij menen te moeten gaan starten ingevolge de wegenwet. Er is enige malen getracht met deze brief schrijvers en ook met anderen op verschillende daartoe geëigende momenten toch overleg te plegen, te informeren over de te volgen werkwijze. Ik geloof dat we dat zo correct mogelijk hebben proberen te doen. Ik heb U al meerdere malen gezegd dat het ondoenlijk is om iedere keer op alle vragen en wensen, ook wanneer soms al gesprekken hebben plaatsgevonden, weer uitgebreid in te gaan. Dat moet je zorgvuldig afwegen en daarnaast moet je het daadwerkelijk waar kunnen maken. Ik denk toch dat we uitermate zorgvuldig geopereerd hebben. De heer HAUER: Is er met deze mensen overleg geweest De heer VAN DER VELDEN: Ik denk dat over een veelheid van zaken met deze mensen overleg heeft plaatsgevonden. De heer BOLSIUS: Ik mag toch niet afleiden uit de woorden van de portefeuille houder dat, hoewel we deze procedure gaan starten, daarmee het overleg dus volledig is afgerond. Dat heb ik anders begrepen. De VOORZITTER: Dat denk ik niet dat U dat moet vinden, maar -op een gegeven ogenblik denk ik dat de kern van de brief is dat wij feitelijk mededelingen gedaan hebben die wij U ook ter kennis hebben gebracht en dat dat ook wel eens in het belang van de burger kan zijn. De brief van 16 december wordt hier in februari behandeld. Wij hebben half januari, als ik mij niet- vergis, het antwoord kunnen geven. Ik denk dat daarmee, anders dan de hsei Hauer hier suggereert, ook het belang van de burger gediend kan zijn. Wij hebben Uw opmerkingen verder zeker ter harte genomen. u. De heer HAUER: Hierover een vraag aan de wethouder Ik heb gelezen dat binnen het streekgewest men druk doende is om een gewestelijk afvalverwijderingo- plan te maken. Ik wil vragen of' daarbij de suggesties, de ideeën en voorstellen van de Stichting Brabantse Milieufederatie mee genomen worden, met name waar het gaat om de suggesties over het scheiden aan de bron van afval. De heer VAN KEMENADE, wethouder: Ik denk dat ik de heer Hauer in zijn alge meenheid moet antwoorden. Het is inderdaad zo dat streekgewestelijk op dit moment uitgewerkt wordt het plan afvalverwerking op Kragge II voor de toe komst, Daar zit overigens nog een open einde aan waarin men op den duui hoopt te komen tot verwerking, dus niet alleen gecontroleerd storten maar ook verwerking van afval.Daarin worden uiteraard suggesties, niet alleen van de milieufederatie, maar ook van anderen en met name ook van onze eigen dienst gemeentewerken waar een hoop kennis aanwezig is, meegenomen. Dit in zijn algemeenheid, want het is duidelijk dat als je iets voor de toekomst aan het ontwikkelen bent je probeert om zo optimaal en up-to-dame mogelijk te werken. De VOORZITTER: Dank U zeer. De heer Hauer zo voldoende geïnformeerd Iemand nog over u, v, w of x. Niemand. Dan is r. nog een moment aan de orde. - 31 - r Mevrouw NOORMAN: Het verbaast mij dat de heer Gorrissen het woord niet voert over de brief van de heren Nijpels en Gorrissen. Ik wilde graag in zoverre mijn steun betuigen aan hun brief door nog eens op te merken dat de kwestie van de vertande keistrook enorme problemen oplevert voor mensen die moeilijk ter been zijn en gehandicapt. Zelfs ik als nog geen oudere zwik regelmatig op die keistrook. Ik wil het college vragen of zij daar nog eens nadrukkelijk aandacht aan willen schenken. De VOORZITTER: Mevrouw Noorman, wij zullen dat in het geheel van de evaluatie meenemen- Wij hebben natuurlijk ook aandacht besteed aan de brief van de heren Nijpels en Gorrissen. 20. Voorgesteld wordt het volgende stuk voor kennisgeving aan te nemen en adressant hi e rvan bericht' te zend en: Schrijven van Het Komitee Verontruste Eigenaren Onroerend Goed te Bergen op ^nzake gemeentelijke pnformatie onroerend-goed- belastingen. 21. Brief van het dagelijks bestuur van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant van 16 januari"l 986, waarbij toegezonden wijzigingen van de begrotingen 1985 Tï^wi JzIgiHgTen 1986 (1 't/m 6e wijziging). Voorgesteld wordt te berichten dat: - geen bezwaar zal worden aangetekend tegen de voormelde begrotingswijzigingen - de op basis van de primitieve begroting berekende gemeentelijke bijdrage zal worden verhoogd. 22. Brief van het dagelijks bestuur van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant ^FjT2TliHÏIiFrT9867"waarbij toegezonden de ontwerp-jaarrekening 1984. Voorgesteld wordt te berichten dat: - geen bezwaar zal worden aangetekend tegen de ontwerp-jaarrekening 1984 - de op basis van de eindcijfers berekende aanvullende gemeentelijke bijdrage betaalbaar zal worden gesteld c.q. verrekening zal plaatsvinden. 23Ter fine van advies in handen van burgemeester en wethouders Beroepschrift van J.G. van Niftrik inzake aanschrijving tot het treffen van voorzieningen aan het pand Eikstraat 26. Zonder hoofdelijke stemming en zonder beraadslaging worden de voorstellen 20 tot en met 23 aangenomen. AANVULLINGSAGENDA 1. Voorstel tot verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen aan de Jacob Öbrechtlaan "lTöiir"ËriimüiTaanaan Wilhelminapark Onroerend Goed C.V. te Bilthoven. (Verzameling 1986, nr. RO/42) De VOORZITTER: De heer Hauer zal bij dit punt aantekening worden verleend. Wensen andere leden van Uw raad hierover het woord te voeren, over dit betrekkelijk historische besluit, Onder aantekening dat de heer Hauer geacht wenst te zijn tegen te hebber, gestemd wordt aldus besloten. 2. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst betreffende pachtontbiriding öp~ün~përcëël grond, gelegen in de Augustapolder met de heren A.P.C.M. Bogers^L.JJ.M. Sogers en H.P.J. Bogers te Woensdrecht. (Verzameling 1986, nr. BJZ/21 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 44