10 - Mag ik ervan uitgaan dat Uw vragen thans voldoende zijn beantwoord. U wenst geen stemming of aantekening Dan is aldus besloten. 4Voorstel tot opheffing gemaanschappelijke regeling M.W.B. (Verzameling 1986, nr. PZ/37) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 5Voorstel tot het vaststellen van een privacy-verordening (Verzameling 1986, nr. BJZ/40.) De VOORZITTER: Hier verdient de redactie van artikel 14 voorkomend op blz. 131 een wijziging. Ik verzoek U in lid 1 van artikel 14 de woorden "de laatsten" te schrappen en te vervangen door "allen" en de woorden "en uit de raad" even eens te schrappen. Op deze wat merkwaardige omissie werd ik opmerkzaam gemaakt door de heer Van der Stoel die artikel 14 wel heel zorgvuldig had gelezen en zei "het is te begrijpen dat de vier leden door en uit de raad worden benoemd maar hoe komt die commissie aan een voorzitter nu daar niet in andere wijze in wordt voorzien". Mijnheer van der Stoel daar heeft U gelijk in. Mag ik U vragen of U de commissie zoals die voorgesteld is op blz. 126 zoudt willen benoemen of wilt U daar nog discussie over. U kunt dan instemmen met deze verordening, de wijzigingen in het eerste lid van artikel 14 daarbij begrepen U wenst geen stemming of aantekening Dan is aldus besloten. 6. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van f. 5.900.000,- voor "realisering van het raccordementsspoor (Verzameling 1986, nr. R0/33). De VOORZITTER: Ik wil naar aanleiding hiervan U ook een mededeling doen De mededeling is de volgende. De 1e fase van het raccordementsspoor is zoals U weet gerealiseerd en definitieve oplevering daarvan zal binnenkort kunnen plaats vinden. Voor de tweede fase is de stand van zaken nu als volgt: De plannen zijn volledig uitgewerkt en wij kunnen tot een definitieve prijsvorming komen van de aanleg van een aarden baan, het maken van een steunwand langs de wijk Fort Zeekant, de aanleg van de bovenbouw, dat is het spoorwerk met de materialen, en ander werk wat door de Nederlandse Spoorwegen moet geschieden. Vanmorgen is de aanleg van de aarden baan aanbesteed en zoals het zich thans laat aanzien zal dit werk mogelijk worden gegund aan een locale aannemer zoals dat ook het geval was bij het maken van de aarden baan in de eerste fase. Over ae gunning zullen wij ons dinsdag beraden. Tenslotte kan ik U nog mededelen dat de uitkomst van de besteding van morgen dusdanig is dat het nu beschikbaar te stellen krediet van f. 5.900.000,- gelet op de ook eerder bekende feiten en de geraamde kosten,naar wij stellig hopen en verwachtenvoldoende zijn om de uitvoering van het totale raccordementsspoor te realiseren. Tenslotte deel ik U nog mee dat de Minister van Economische Zaken op 10 maart a.s. een officieel startsein zal geven bij de aanleg van de tweede fase van het raccordementsspoor. U zult daarvoor nog een uitnodiging ontvangen. De bijeenkomst begint op 14.00 uur in de Raadszaal. Wenst een van U over deze kredietverlening nog het woord te voeren Wenst U stemming of aantekening Zo niet, dan is aldus besloten. -11- 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een tweetal werkkredleten ad._ f. 100.000,- t.b.v. het gas- en waterleidingbedrijf. (Verzameling 1986. nr. Fin/29) Zonder beraadslaging en. zonder hoofdelijke stemming wordt dir voorstel aangenomen 3. Voorstel tot het verlenen van een krediet van f180.000,- van het Warmte- bedrijf (Verzameling 1986, nr. Fin/28) De heer VAN DE WATER: In de vorige raadsvergadering is er een motie aange nomen om geen verderekredieten goed te keuren voor het warmtebedrijf tot dat de notitie over het warmtebedrijf behandeld was. Dat is tot nog toe niet gebeurd, dus vinden wij het een beetje vreemd dat deze kredieten toch op de agenda staan. De heer P.M.L. Franken: Naar aanleiding van dit agendapunt wil ik toch een paar opmerkingen maken namens onze fractie. Ten eerste lokatie De Kragge heeft door zijn ligging beperkte mogelijkheden om stortgas in de naaste omgeving af te zetten. Het beleid van Gasunie en VEGIN heeft maar beperkte mogelijkheden om alter natieve energie op economisch verantwoorde basis te gebruiken. Immers als van aardgas overgegaan wordt op een andere energiedrager worden vraak extra kosten in rekening gebracht om het leidingennet in stand te houden. Gelet op deze zaken zouden wij als CDA-fractie duidelijk willen stellen dat- wij dit haalbaarheidsonderzoek uitdrukkelijk willen uit laten komen op de optie om stortgas op te werken tot aardgaskwaliteit en deze zaak in het ge vraagde haalbaarheidsonderzoek speciale aandacht te geven om In ieder geval in de toekomst over goede cijfers te kunnen beschikken om over de zaak te kunnen oordelen. Als de toezegging komt dat inderdaad het opwerken naar aardgas uitdrukkelijk de voorhand krijgt bij het onderzoek, dan zal onze fractie daar geen moeite mee hebben. De heer VAN KEMENADE, wethouder: De heer Van de Water wijst erop dat er een motie was aangenomen om zolang het warmtebedrijf niet is afgerond, althans de discussie daarover, geenkredieten te verstrekken ten behoeve van het warmtebedrijf. Ik wil de heer Van de Water erop wijzen dat dit na tuurlijk niet specifiek een kredietverlening voorhet warmtebedrijf of ten bate of ten behoeve van het warmtebedrijf is. Het krediet is een krediet om haalbaarheidsonderzoek in te stellen om te beki jken of er mogelijk stor t™ gaswinning kan plaatsvinden op De Kragge. Het is nog maar helemaal de vraag natuurlijk: of je dat ooit annex maakt aan het warmtebedrijf of anderszins een oplossing zoekt om als je dat al kunt winnen het af te zetten. Ik denk dus niet dat U het moet zien als een specifiek krediet voor het warmtebedrijf. Wat betreft de opmerking van de heer Franken denk ik dat deze volstrekt juist en terecht is. Hij begint met te zeggen dat de mogelijkheden in de nabijheid van De Kragge om daar - zeker grote - hoeveelheden stortgas af te zetten problematisch kunnen zijn. Hij zegt je zou daar voorrang aan moeten, geven aan het bekijken van het winnen van het gas en het dan al of niet kun nen opwerken tot aardgaskwaliteit. Ik vraag rne af of het verstandig is om daar voorrang aan te geven want dan zou je kunnen concluderen: onderzoek dan andere dingen maar niet meer. De bedoeling van het haaxbaarheidsonderzoek is nu juist om alle mogelijkheden en eventueel onmogelijkheden op een rij te zetten. Ik kan de heer Franken zonder meer toezeggen dat ook het eventueel opwerken tot aardgaskwaliteit daar zeker onderdeel van uitmaakt. Dat zou best eens heel belangrijk kunnen zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 34