- 24 -
gelopen maand gevolgd is. Na de vergadering van 19 december, toen besloten
is om alles nog eens een maand uit te stellen en in de kommissie EZ er
op terug te komen, had ik eigenlijk verwacht dat wij ter voorbereiding
op deze kommissievergadering een uitvoerig stuk zouden krijgen waarin
ook een historisch overzicht gegeven zou worden wat er nu vanaf 1978
allemaal plaats gevonden heeft, want daar werd in de vorige vergadering
nogal veelvuldig gebruik van gemaakt, van de besluiten die toen genomen
zijn. Ter voorbereiding van deze vergadering, de vergadering zelf heb ik
overigens door omstandigheden niet bijgewoond, heb ik de stukken wel be
studeerd maar helaas moest ik konstateren dat vrijwel dezelfde stukken er
lagen als voor de vergadering van 19 december. Ik heb toen kontakt ge
zocht met het ambtenarenapparaat onder andere omdat ik de wethouder op
dat moment ook niet bereiken kon, en gevraagd, is het niet mogelijk om
een historisch overzicht te krijgen. Nou dat werd dan alsnog de kommissie—
.1 eden ter hand gesteld, maar ik voelde me toch verdrietig worden toen ik
dat historisch overzicht las, hetgeen slechts één A4-tje besloeg met in
hoofdzaak de ontwikkelingen van de laatste 2/3 jaar. Dat vond ik toch wel
jammerKortom ik blijf bij de mening dat ik vind dat de procedure niet
hexder geweest is, dat^we geen volledige opening van deze zaken gehad
heboenmaar dat staat in de motie verwoord, en ik deel nog wel mede dat
de fraktie van de PvdA de motie handhaaft.
De VOORZIIiER: Dames en heren, ik breng nog eens in herinnering de motie
van de fraktie van de PvdA, waarvan u vorige keer besloot de behandeling
op te schorten. De motie heeft de volgende inhoud:
De Gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op
donderdag 19 dec. 1985 en donderdag 30 januari 1986
overwegende dat
- in diverse rapporten (ETIN, VDB) er gesproken wordt over het feit
dat in Bergen op Zoom overbewinkeling plaatsvindt,
- dat de Dienst Gemeentewerken konstateert dat de mate van overbe
winkeling tot 1990 zal toenemen,
- dat de Kamer van Koophandel momenteel een onderzoek instelt naar
de mate van overbewinkeling,
- men voornemens is in het plan Noordgeest een supermarkt van 1000 m2
op te zetten,
- vragen van o.a. de fraktie van de PvdA gesteld over de gevolgde
procedure m.b.t. deze materie (juli 1985) nog niet schriftelijk
beantwoord zijn
- in het verleden minstens bepaalde verwachtingen zijn gewekt bij de
heer Gabrie'ls (Spar),
- momenteel de gevolgde procedure m.b.t. de realisering van het
winkelcentrum en het beheer ervan volstrekt ondoorzichtig is
spreekt als haar mening uit
a. dat het College van B&W de Raad volledige opening van zaken geeft
in deze, met name in de gevolgde procedure,
b. dat het College van B&W in overleg treedt met de direkt-betrokkenen,
de middenstand in tuinwijk en Meilustteneinde ook voor hen een
acceptabele oplossing te kreeren,
c. er vooralsnog in Noordgeest een supermarkt gevestigd wordt met een
oppervlak van 600 m2, welke op termijn kan uitgroeien,
d. dat het College van B&W ter oplossing van de geschetste problema
tiek op zo kort mogelijke termijn een zorgvuldige en voor alle
betrokkenen doorzichtige procedure hanteert
en gaat over tot de orde van de dag.
- 25 -
De motie was ondertekend door de leden van uw Raad van DamDirkerParel
en de Jongh en maakt dan ook thans weer deel uit van uw beraadslagingen.
De heer G0RRISSEN: Meneer de voorzitter, ik begin met te protesteren tegen
de onzorgvuldigheid waarop het onderwerp 'supermarkt' vanavond op de
agenda is gekomen. Gisteravond om 23.00 uur wisten de CDA-wethouders nog
niet of het wel of niet op de agenda van vanavond zou komen en tevens is
het in onze fraktie ook niet besproken en spreek ik dus op persoonlijke
titel.
Ondertussen is mijn twijfel, over de zorgvuldigheid betreffende de ge
volgde procedure, nog groter geworden na de kennisname, vanuit allerlei
richtingen van diverse informaties en cijfers waarop deze informaties
steunen alsmede op de behandeling in de kommissie EZ. Eén zaak is duide
lijk, er is een grote tegenstrijdigheid tussen deskundigen van Gemeente
en de winkeliers met hun deskundigen.
Wat is het knelpunt? Om ieder misverstand te voorkomen het gaat niet om
wel of geen supermarkt, zoals sommige denken, zoals ook in de kommissie
EZ bleek, het gaat om een juiste of onjuiste grootte van de supermarkt.
Dit in verband met de zogenaamde overbewinkeling. M.O.B. en Gemeente
werken adviseren B&W een supermarkt van 1000 mvloeroppervlak maar
B.O.V., St. Olof, Vakcentrum, V.D.B., ETIN en winkelbedrijven in omgeving
Noordgeest adviseren 600 m2 vloeroppervlak. Zes adviezen voor 600 m2 en
twee adviezen voor 1000 m2Slechts twee duswel iets om over na te
denken! In alle adviezen, van beide partijen, wordt gebruik gemaakt van
koopkrachtomzet en koopkrachtbinding uit de food-sektor alsmede uit de
non-food en deze cijfers komen uit de praktijk van de food-verkoopbedrij-
ven. Een neutrale lezer denkt bij zichzelf, hoe kan dat nou? De adviseurs,
die het College als meest geloofwaardig beschouwt, verdienen mijn inziens
evenveel twijfel als de zes anderen. Door de kommissie EZ werd het ver
zoek gedaan om een neutrale instelling beide cijferopstellingen nog eens
te laten toetsen om zodoende op één lijn te kunnen komen. Daarvoor is het
te laat, werd gezegd. We kunnen niet meer terug, er zijn konsekwenties.
Meneer de voorzitter, ik vind dat een foutieve gedachtengang. Want, meneer
de voorzitter, het staat vast dat van de zijde van de zes adviseurs voor
600 m2 een beroep ingesteld zou worden en ook het College kan niet garan
deren aan de Raad dat zij dit beroep zou winnen. Punt 24 b. van vanavond
laat zoiets zien en wanneer in zo'n beroepsprocedure de Raad terugge
floten wordt dan zal het teruggedraaid moeten worden. Waarom dit risiko
nemen? Zo'n onderzoek kan in korte tijd uitgevoerd worden.
Mijn indruk is dat de in 1978 ontwikkelde planologie van dit gebied een
te zware rol heeft gespeeld bij de afweging voor een grote supermarkt en
te weinig de bedrijfsekonomische en sociale faktoren van anderen. Meneer
de voorzitter, de aanwezige winkelbedrijven in het Noorden van Bergen op
Zoom hebben bijvoorbeeld ook 50 arbeidsplaatsen. Door vestiging van een
supermarkt van 1000 m2 zullen hierdoor een aantal winkelbedrijven geen
bestaansgrond meer hebben. Gevolg: verlies van arbeidsplaatsen van werk
nemers en zelfstandigen. In de krant staat dat ook de supermarkten het
niet volhouden in dit gebied en dan ontstaat de situatie, géén buurt-
winkels en géén supermarkt. Zoiets mag ook wel eens overwogen worden,
We moeten ook niet te licht denken over het verlies van arbeidsplaatsen.
We proberen met man en macht kleine ondernemers te steunen in het op
richten en in stand houden van kleine bedrijven maar we moeten bestaande
bedrijven niet op onzorgvuldige wijze helpen afbreken.