- 18 - niet in op zijn vraag en het is eigenlijk een nietszeggend antwoord, dus ik zou eigenlijk het College willen verzoeken een overlegsituatie met deze man op te starten om te kijken of er dan wel een oplossing mogelijk is. De heer NIJPELS: Dit stuk heb ik terdege goed gelezen. Ik vind het ook weer spijkers zoeken op laag water, meneer Bakx, want er ligt een be hoorlijke brief van B&W aan die meneer en de inhoud van die brief, ik kan het niet letterlijk citeren, die voldoet aan alle beleefheid en beleefd heidsnormen van het College. In de laatste alinea van de brief hebben ze geschreven dat in de toekomst die verkeerssituatie nog aangepast moet wor den. De heer BAKX: Als men vraagt om een gesprek en men gaat er niet op in en men zegt inderdaad, dan zal ik het wel citeren, het buurt VCP te zijner tijd zullen we dat evalueren, dan vind ik dat een nietszeggend antwoord. Er wordt gewoon gevraagd, is er een overleg, kan er gesproken worden. Nou daar wordt niet op ingegaan. De VOORZITTER; Dames en heren, mogen wij weer trachten de diskussies cen traal te laten verlopen. De heei vAN DER VELDEN, wethouder: Gezien de naam van de briefschrijver zou je hem zeker dezer dagen niet alleen hoeven toe te spreken maar toe zingen zelfs, dat zou mogelijk zijn, maar dat terzijde. De heer Bakx maakt de opmerking van een persoonlijk gesprek. Ik denk dat het College nooit te beroerd is om, wanneer nodig en ook nuttig, in gesprek te geraken met diegenen die er om vragen, maar dan denk ik ook dat je daadwerkelijk dan ook iets te berde moet brengen. Dan moet je ook perspektieven hebben om te zeggen, het is ook de moeite waard om daarover van gedachten te wisselen. Ik geloof dat ik met de man, in het gesprek, niet tot andere zaken zou kunnen geraken en daarom denk ik, en dat ben ik met de heer Nijpels eens, dat er toch sprake is van een uiterst korrekt antwoord. Geen enkel probleem om meneer Joosen nog een keer te ontvangen, maar nog maals dan moet ik er wel een nieuw element aan kunnen toevoegen en ik denk dat dat wat overbodig is. Er bereiken ons talloze verzoeken daarover en wij proberen er zo korrekt mogelijk mee om te gaan, maar ik geloof dat dit dan wat overmatig is, maar mogelijk kunnen we dat nog eens apart netjes vermelden aan de betreffende man. De VOORZITTER: De deur die staat hier altijd open om mensen te ontvangen. Het lijkt mij, de rest van de tekst van het lied kennend, dat wij meneer Joosen dan maar moeten toespreken en niet toezingen, anders biedt die ont moeting ook weinig perspektieven, denk ik. Ik mag de Raad verder vragen om toch dit soort kleine, tot de huishouding van B&W behorende zaken, voor zover mogelijk, aan ons over te laten. w. De heer HAUEK: Meneer de voorzitter, de gemeente Deventer heeft dus andere Nederlandse Gemeenten uitgenodigd om een motie aan te nemen inzake de sociaal-economische boycot van Zuid-Afrika. U tekent daarbij aan, dat ook u de voortdurende schending van mensenrechten, waar ook ter wereld en ik neem dan aan ook in Zuid-Afrika, verafschuwt, maar dat u het niet op de weg van de gemeentelijke overheden vindt liggen om daar uitdrukkelijk melding van te maken. Een uitzondering is wethouder van der Velden. Ik wil daar het volgende op zeggen. Kijk, u kunt natuurlijk wel zeggen, dit is toch meer een zaak van landspolitiek en als wij als gemeente ons met landspolitiek gaan bezig houden, waar blijven we dan, ik ben van mening 19 dat het hier niet om landspolitiek gaat. Het is iets wat in elke gemeente, in elke stad, elk dorp speeltWanneer wij hierals Raad van de gemeente Bergen op Zoom een signaal zouden geven, waarin we duidelijk het apart heidsbei eid van Zuid-Afrika afkeuren en oproepen tot een sociaal-econo mische boycotdan richten we dat signaal niet alleen naar Den Haag, maar ook naar de Bergse ondernemingen en naar de Bergenaren die op de een of andere manier kontakten onderhouden met Zuid-Adrikakultureelsportief, economisch. Ik denkdat wanneer wij zo'n motie zouden aannemendat die dan ook in de eerste plaats bestemd is voor de ondernemingen en de burgers hier in Bergen op Zoom zelfIk zou er dan ook warm voor willen pleiten om deze motie hier alsnog in de Raad in stemming te brengen en aan te nemen. De heer BOLSIUSEen korte aanvulling voorzitter. De algemene motie, zoals die eerst in de Gemeenteraad van Deventer ter bespreking lag en die het bezwaar had dat die zo algemeen gesteld wasdat het argument zou kunnen worden gebezigddit is een landelijke zaak, daar hebben wij als gemeente niet over te praten, is juist tijdens die raadsvergadering aangevuld met een zodanige tekst dat die puur slaat op lokale kontakten met Zuid-Afrika. Vandaar dat ik van mening ben dat deze motie door deze Raad overgenomen zou moeten worden als een duidelijk bewijs en een blijk van medeleven met diegenen die daar dagelijks te zuchten hebben onder die apartheid. De heer NIJPELS: Voorzitter, misschien mag ik er nog iets aan toevoegen bij de heer Bolsius, die is nog niet helemaal goed ingelicht. Vanmiddag zat ik in mijn auto, ik kwam van Amsterdam afen toen hoorde ik dat Minister van den Broek, Minister van Buitenlandse Zaken, kontakt heeft opgenomen met de ambassadeur in Afrika om onderhandelingen aan te gaan om te kijken hoe het blanke en zwarte regime tot elkaar kunnen komen. Dat is de laatste boodschap, meneer Bolsius, dat had u moeten weten,dat komt uit Den Haag. De lieer BAKX: Meneer de voorzitter, de motie gelezen hebbend van de ge meente Deventer inzake de sociaal-economische boycot van Zuid-Afrika, heeft de meerderheid van uw College geen behoefte aan deze motie. Schrij nend is evenwel te konstateren dat dezelfde meerderheid van uw Col lege het geen gemeentelijke taak vindtOok het VNG acht zich niet bevoegd zich hierover uit te sprekenWij betreuren dit ten zeerste en vinden, in tegenstelling tot de meerderheid van uw Col lege, dat deze motie wel de gelijk ondersteund dient te worden door de Gemeenteraad. Wij zullen dan ook vóór deze motie stemmen en wat dat betreft kan ik me bij mijn voor gangers de heer Bolsius en de heer Hauer volkomen aansluiten. De heer PAREL: Ik zal me niet konfirmeren met de motie, voorzitter. De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, de problemen met de motie, die dan blijkbaar ook nu in Bergen op Zoom wordt ingediendheb ik begrepen, is, dat als je tegen die motie zou stemmen je de indruk zou wekken alsof je vóór de situatie in Zuid-Afrika bent. Dat vind ik het vervelende van het indienen van dat soort moties die in die zin gesteld zijn. Namens mijn fraktie wil ik uitdrukkelijk verklaren dat wij tégen de motie zullen stemmen, om die reden, dat we vinden dat in de Gemeenteraad van Bergen op Zoom niet over zaken moet worden gepraat die niet direkt van belang zijn voor een Gemeenteraad in de gemeente Bergen op Zoom. Ik zou me zelfsvoor alle duidelijkheid, in kunnen denken dat wij als fraktie of als partij hier in Bergen op Zoom, als afdeling in Bergen op Zoom, een verklaring zouden ondertekenen ergens vóór of ergens tegen maar dat we toch zullen zeggen, maar dat bespreken we niet in de Raad van Bergen op Zoomwant in de Raad van Bergen op Zoom hebben wij ons bezig te houden

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 14