- 14 Het standpunt van de Minister dat de kerk op de momumentenlijst blijft staan Wij moeten wel meer doen van de minister en daar krijgen we dan vaak niet de financiën bij. Wij hebben ook een zendmachtiging gekregen van hem maar hij heeft daar niet het geld bij gegeven. Goed, BRTO dan, maar die kregen ook geen geld. De heer VAN WIJK: Ik kan even kort zijn. Naar aanleiding van hetgeen mevrouw Van der Putte gezegd heeft wil ik opmerken dat er nogal een be duidend verschil ligt tussen een bedrag wat zij noemt van f. 16.000,- en het nu gevraagde krediet van f. 85.000,- Ik zou U wel willen verzoeken om een gedegen onderzoek te laten instellen. Beter nu een wat groter be drag uitgeven voor onderzoek dan later erge financiële pijn. De vraag ten aanzien van de keuze van de architect. U heeft daar een mede deling over gedaan. Hier kan ik het bij laten, voorzitter. De heer CATS: Voorzitter, ik heb begrepen dat om een beroep te kunnen doen op het rijksbudget voor monumenten voor de jaren vanaf 1990 dat daartoe de gemeenteraad voor 1 september a.s. bij de minister een meerjarenpro gramma restauratie momumenten moet opstellen met daarop in elk geval de rijksmonumenten. Om nu te laten blijken dat het ons ernst is met de bij drage zoals wij die hopen van het rijk te krijgen in verband met de res tauratiekosten van de H.Maagdkerk kunt U dan in verband hiermee op basis van die rijkssubsidie-verordening toezeggen dat we in de raadsvergadering van augustus het meerjarenprogramma met daarop de H. Maagdkerk kunnen vast stellen zodat wij in ieder geval de minister kunnen laten blijken dat het ons ernst is daarmee. De heer V.D.KALLEN: Naar aanleiding van de opmerking van de geachte porte feuillehouder aan mijn adres wil ik gaarne het volgende opmerken. Cultuureducatie staat of valt mijns inziens niet met de bouw van een cul tuurcentrum. Mijns inziens kan ergens geld voor over hebben ook iets anders zijn dan bijv. f. 5.000.000,- aan een theater uitgeven. De B.S.D. wenst aantekening tegen dit voorstel te zijn. Mevrouw AMBAGTS: Ik heb een vraag gesteld over het termijn van het onder zoek en ik heb daarop geen antwoord gehoord. De VOORZITTER-Dank U wel, dan krijgt U dat alsnog. Dat was de tweede ter mijn, dames en heren Mijnheer Cats, het antwoord is ja. Het woord is aan wethouder Dekkers. De heer DEKKERS, wethouder: Ik heb in eerste termijn al genoteerd dat som mige leden van de raad tegen waren. Daar behoort zeker de BSD bij heb ik begrepen. Mevrouw v.d. Putte zegt: Wij zijn voor een bedrag van f. 16.000,- en de heer Van Wijk constateert een aanzienlijk verschil tussen f. 85.000,- en f. 16.000,- Ik denk dat dat juist is. Ik dacht dat ik in eerste ter mijn voldoende had aangegeven dat het geenszins ia het voornemen ligt van ons om op voorhand te zeggen dat wij de f. 85.000,- uitgeven. De architect heeft ons toegezegd dat hij voor een eerste idee ons een offerte zal maken. Wij kunnen dan bekijken of wij voor een bepaald bedrag dan voldoende krijgen om Uw raad wellicht nader te informeren en anders zullen we daar nog eens overleg over moeten plegen. Dat zal zeker in eerste instantie niet gaan in de richting van het volledige bedrag. Ik heb U echter aangegeven dat er nogal wat voetangels en klemmen zitten zo hier en daar en dat maakt het noodzakelijk dat, willen we geen vertragingen tussentijds oplopen in de voorbereidingsfase, een wat royaler krediet beschikbaar moet zijn en ik heb gevraagd wat dat betreft vertrouwen in het college te hebben. U hebt jaren geleden in een andere samenstelling f. 100.000,- beschikbaar gesteld. Daar van heeft net college op eigen initiatief ooit f. 16.000,- uitgegeven voor het onderzoek van de Stoelemat en om redenen van werkzaamheden die wij ge- 15 - vraagd hebben voor iemand die ons een plan heeft ingediend heeft Uw raad besloten die zaak te honoreren met een bedrag van ongeveer f. 60.000,- als ik mij niet vergis. Wat dat betreft denk ik dat het college duidelijk heeft aangetoond dat zij tracht te opereren met zo min mogelijk financiële middelen maar toch met een zo optimaal mogelijk resultaat om U nader inzicht te ver schaffen in de mogelijkheden en onmogelijkheden. Dan de termijn. Ik denk dat dat toch nog een beetje moeilijk is. Het enige wat wij van morgen min of meer hebben afgesproken is dat wij elkaar naar verwachting op 14 augustus wederom ontmoeten, d.w.z. de architect en leden van het college van B W en andere mensen die aan die besprekingen deelnemen. Misschien kunnen wij U daarna wat gerichter een termijn noemen. Ik vind het nu gevaarlijk en al te voorbarig om te zeggen wij reiken U het eind resultaat van de studie dan en dan aan om de doodeenvoudige reden dat allereerst het belangrijkste moet worden onderzocht, namelijk of het voor nemen wat wij in dit stuk aan U presenteren uitvoerbaar is. Als dat is vastgesteld denk ik dat we nadrukkelijk met U kunnen praten en trachten een termijn aan te geven waarin dan die uitvoerbaarheid op al zijn details nader is uitgewerkt, zodat er besluitvorming kan plaats vinden. Ik zou het daarbij willen laten. De VOORZITTER: De fracties van D'66 en de B.S.D.hebben, evenals de heer Nijpels, mededeling gedaan dat zij tegen het financiële onderdeel van dit voorstel zijn. De heer NIJPELS: Als ik even mijn stem mag verklaren. De wethouder zegt Wij zullen dat geld niet allemaal opsouperen. Ais hij dat op zo'n manier interpreteert dat het ook niet gebeurt U gaat nu investeren op een subsidie, subsidie aanvragen om dan de rest van de subsidie te investeren voor een nieuw onderzoek ergens in Bergen op Zoom. De heer DEKKERS, wethouder: Wij vragen een werkkrediet van f. 85.000,- kort samengevat om iets te onderzoeken waarvoor wij zekerheid willen hebben dat het te realiseren is. Ik heb getracht te zeggen, dat hebt U goed begrepen, dat wij dat trachten te doen voor zo weinig mogelijk geld. Als dat, bij wijze van spreken, voor f. 1000,- gedaan kan worden zouden wij dat doen en dan houden we f. 84.000,- over. Zo extreem zal het niet liggen natuurlijk. De VOORZITTER: Dan begrijp ik dat D'66 en de B.S.D. geacht worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De heer Nijpels daarentegen stemt voor het voorstel van het college. Geen van de andere leden van de raad wenst aantekening Dan is aldus besloten. 19Voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening 1985 van de Stichting_0pen- bare Bibliotheek "Erasmus". (Verzameling 1986, nr. AZ/145) Zonder hoofdelijke stemming en zonder beraadslaging wordt dit voorstel aangenomen 20. Voorstel tot uitbreiding van de kleedaccomodatie op het sportpark Rozen- oord (bij veld 9. thans het kunstgrashockeyveldmet twee grote kleed lokalen, Tweë scheidsrëdhtërsruimten en berging. (Verzameling 1986, nr. AZ/147) De heer MULLER: Het nijpend tekort aan kleedkameraccomodatie en de roep van het verenigingsleven om deze problematiek adequaat tot een oplossing te brengen hebben U tot dit voorstel van de kredietaanvraag gebracht.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 138