- 8 - Als we op een gegeven moment in tijdnood komen moet het niet zo zijn dat je uitsluitend daarom voor de datum 1 januari kiest. Ik denk dat ik alle vragen beantwoord heb. We zullen wel enig verschil van mening over de waardering van de brief van de Minister van Economsiche Zaken over dit onderwerp blijven houden, maar de Minister heeft ook niet aan ons geschreven, zodat wij hem ook niet behoeven te antwoorden. Ik constateer dat U voor het overige instemt met de nota. Ik dank U zeer daarvoor. Dan is de zaak aldus vastgesteld. 12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van kredieten t.b.v. het electrici- teits- en waterleidingbedrijf. (Verzameling 1986, nr. Fin/142) 13. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. het gas bedrijf. (Verzameling 1986, nr. Fin/141) 14. Voorstel tot 10e wijziging van de "Tarievenregeling 1984 van de Gemeente bedrijven van Bergen op Zoom" per 1 juli 1986. (Verzameling 1986, nr. Fin/143) 15Voorstel tot 11e wijziging van de "Tarievenregeling 1984 van de Gemeente bedrijven van Bergen op Zoom" per 1 juli 1986. (Verzameling 1986, nr. Fin/144) 16Diverse voorstellen betreffende onderwijsaangelegenheden. (Verzameling 1986, nr. AZ/140) 17. Voorstel tot het vaststellen van het huisvestingsoverzicht basisonderwijs 1987 t/m 1990. (Verzameling 1986, nr. AZ/139) De voorstellen 12 t/m 17 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 18. Voorstel tot onderzoek van herbestemming van de H. Maagdkerk tot schouwburg. (Verzameling 1986, nr. AZ/132) De heer MULLER: De gedetailleerde behandeling van dit voorstel in de onder scheidene commissies geeft ons geen aanleiding meer hier op deze plaats uitgebreid hierop in te gaan. Vandaar dat ik namens de CDA-fractie vrij kort kan zijn. Dit voorstel geeft een uitgebreide verhandeling over de stedebouwkundige aspecten van onderhavige lokatie in relatie tot de bestemmingsmogelijk heden van deze kerk. Eenieder zal het duidelijk zijn dat de eerste verant woordelijkheid over de invulling bij het gemeentebestuur komt te liggen, als gevolg van het feit dat de kerk in de handen van de gemeente komt, ge heel in overeenstemming met de zog. intentieverklaring als afgesproken met het kerkbestuur van de binnenstadsparochie. De Minister van W.V.C. heeft vooralsnog gemeend om zijn moverende reden geen gevolg te moeten geven aan artikel 14 en verder van de Monumentewet om dit gebouw van de momumenten- lijst te moeten schrappen. Deze beslissing heeft, hoe je het ook wendt of keert, zijn konsekwenties en daardoor het vrij zijn in het doen of laten met dit gebouw in deze lokatie beperkt. - 9 - Uitdrukkelijk heeft de Minister wel de mogelijkheid opengelaten om niet in een dwangbuissituatie te geraken en zinvolle invulling met daaraan gekoppeld gepast gebruik tot de mogelijkheden te doen houden. Naast deze externe factor hebben wij tevens te maken met de gemeentelijke interne factor. U bent er, zo is de mening van de CDA-fractie, uitstekend in geslaagd te beschrijven de mogelijkheden en wenselijkheden en datgene wat niet als wenselijk voor onze binnenstad opgeld doet. In dit verband mogen wij u erop wijzen dat er naar onze mening een overduidelijke relatie bestaat met de beleidsvoornemens, geformuleerd in het Beleidsplan Binnen stad, hetgeen door de Raad is geaccordeerd. Het CDA konstateert dan ook met genoegen dat de door U getrokken conclusies ten aanzien van een mogelijk toekomstige bestemming geheel niet in strijd zijn met het Beleidsplan Binnenstad. Wij zijn met U van mening dat de ont moetingsfunctie die de Grote Markt in dit beleidsplan is toebedeeld nog beter tot haar recht kan komen indien de H.Maagdkerk een sociaal-culturele bestemming krijgt. Hiermede wijzen wij alle andere mogelijkheden als be- winkeling af. Zalen-problematiek houdt de gemoederen gedurende een tiental jaren bezig en schreeuwt om een oplossing. De CDA-fractie hecht eraan deze problematiek daadwerkelijk in de eerste helft van deze zittingsperiode tot een goed einde te brengen. Bovendien konstateren wij dat de gebruikers en bezoekers van het gemeente lijk theaterseizoen hier naar onze mening recht op hebben. Willen wij deze burgers niet in de kou laten staan, dan zal een definitieve oplossing op een zo kort mogelijke termijn voorhanden moeten zijn. Het globale onderzoek van de dienst Gemeentewerken waarin zij aantonen dat ruimtelijk de capaciteit aanwezig is middels bouwkundige aanpassingen stemt ons hoopvol. Inventiviteit, creativiteit en bestuurlijke wil zijn dan ook vereist om deze kwestie tot een goed einde te brengen. De CDA-fractie stemt dan ook in met het gevraagde krediet van f. 85.000,- om een architect/constructeur in te huren om een haalbaarheidsonderzoek te doen verrichten tot het realiseren van een toneel- c.q. concertzaal. Het zal duidelijk zijn dat de CDA-fractie kiest voor een gerichte opdracht, namelijk een haalbaarheidsonderzoek voor het realiseren van een toneel- c.q. concertzaal, waarbij zij aangetekend dat wij volstrekt geen behoefte hebben andere zaken in dit onderzoek te betrekken. Tot slot nemen wij aan dat U alles in het werk zult stellen die subsidie kanalen aan te boren die mogelijk zijn. Te denken valt aan een mogelijke terugploegregeling. Ook de Minister van W.V.C. heeft door het ingenomen standpunt ten aanzien van handhaven van dit gebouw een morele verplichting op zich geladen en zal dit naar onze mening in financiën tot uitdrukking moeten brengen. De heer VAN WIJK: Ik wil me bepalen tot het voorliggende voorstel en zaken die betrekking hebben op mogelijk latere invulling van betrokken locatie niet aanroeren. Het is duidelijk dat er met de H.Maagdkerk begin volgend jaar wat moet gaan gebeuren. Met het gebouw doelloos te laten staan is nie mand gebaat. Wat gaan we doen met dat stukje "hart" in deze stad Uiteraard een onderzoek instellen. Veel achterstallig groot onderhoud is tijdens een oppervlakkig onderzoek geconstateerd. Globaal noemt U een be drag van 1 tot 1,5 miljoen gulden. Het constateren van mankementen en zeker als het om zulke forse bedragen gaat, rechtvaardigt alleen al een gedegen onderzoek, temeer daar de mi nister het gebouw voor sloop wil behoeden. Een voor de hand liggende vraag aan Den Haag zou zijn; Wat heeft U er dan -voor over als het gebouw intact blijft Twee bestemmingen komen in het vizier. Een commerciële en een sociaal- culturele. Een economische bestemming wordt in Uw prae-advies niet wense lijk geacht. Het is duidelijk en vanzelfsprekend dat belangstelling van derden een noodzakelijk gegeven dan is. Signalen van een dergelijke be langstelling worden niet gegeven, ergo ze zijn er blijkbaar niet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 135