- 38 - voorzitter, wat ze daar precies mee bedoelen. Voorzitter, exakt dan zijn we, als ik de laatste woorden van de heer Bolsius aanhaal "zet het ter kennisname op de commissieagenda", net zo ver als hij bedoelde te gaan, in laatste instantie. De heer BOLSIUS: Er zit een verschil in grondhoudig, ook al kan het resultaat hetzelfde zijn, voorzitter. De VOORZITTER: Ik denk dat hier aan een belangrijk aspekt voorbij gegaan wordt. Als het onderdeel uitmaakt van een commissievergadering kan iedere inwoner van deze stad daarover het woord voeren, bij de rondvraag is hij daarvan uitgesloten, maar ik denk dat dat, uit een oogpunt van spreiding van een diskussie, daarover een belangrijk verschil is. De heer DEKKERS, wethouder: Stukken "ter kennisname" staan niet ter diskussie voor het publiek. De VOORZITTER: Nee, maar de bedoeling was, om het op de agenda te plaatsen en daar in de commissie over te spreken zodat een ieder in die commissie zou kunnen participeren. Toegezegd was om het aan alle burgerleden toe te zenden, ik begrijp dat de CDA-fraktie niets voor een diskussie voelt, u voelt daar klaarblijkelijk heel duidelijk wel voor. Natuurlijk is er bij de rondvraag allerlei diskussie uit te lokken en alles en nog wat.Ik denk dat u natuurlijk ook eens een enkel principieel uitgangspunt zou kunnen innemen of u dat wilt of niet en de heer Westerhof is daar heel duidelijk in geweest dat dat een taak is die tot de gekozenen beperkt zou moeten blijven. De heer DE JONGH: Voorzitter, als ik even mag, ik heb geen fundamentele uitspraak gedaan, ik heb alleen de vragen, die de heer Bolsius aangaf, enigszins gemodificeerd. Ik moet u zeggen dat dus mijn fraktie konstateert dat de politieke burgerleden die, vanuit de PvdA ook naar voren geschoven zijn, over dit stuk reeds gediskussieerd hebben binnen ook onze eigen fraktie, dus dat betekent dat, ook weer pragmatisch gezien, de PvdA niet zit te springen om een diskussie binnen de verschillende commissies. De VOORZITTER: Ik weet niet wat we precies moeten konkluderen, in ieder geval dat we het toezenden en dan verder hoop ik dat een ieder daar tot een wat principiële stellingname kan komen, waartoe ik een vermoeden had nu de heer Bolsius het monistische stelsel te voorschijn haalde als een onderdeel van deze diskussie. Het monistische stelsel beperkt zich natuurlijk tot de gekozenen dunkt mij. Ik denk, dames en heren, dat ik mag samenvatten dat het stuk aan de burgerleden wordt toegezonden. Dan zullen wij ons beraden over het "nee" beleid als ik dat zo mag uitdrukken, meneer Westerhof en u daar later over informeren. Het "nee" beleid doet zich ook op andere terreinen voor en dat bereikt u ook niet altijd dus het vraagt toch wel iets meer studie dan alleen ideeën om hier of daar huizen te bouwen of grond voor een ander doel te gebruiken, nz. enz. U heeft de commissie EZ en Fin. - 39 - genoemd. Er zijn nog 2923 andere onderwerpen waarover wel eens een "nee" beleid gevoerd wordt en die niet in de commissie komen, op allerlei terreinen. We zullen daar onze gedachten over laten gaan. Dames en heren, mag ik voorstellen dit stuk dan verder voor kennisgeving aan te nemen. n De heer VAN DER KALLEN: Meneer de voorzitter, verbaasd was ik, toen ik bij de raadsstukken inzake dit agendapunt, een brief aantrof van een burger aan een andere burger. Het is naar mijn weten niet gebruikelijk dat een brief aan de heer Zevenbergen ter inzage wordt gelegd aan de Raad. De brief van de heer Stalman was niet gericht aan de Raad, niet aan B W, niet aan de burgemeester, maar aan de heer Zevenbergen, zonder nadere aanduiding, dus naar ik aanneem, als privépersoon. Gaarne zou ik van de heer Zevenbergen, hier aanwezig, willen weten: a. waarom hij het nodig vond om deze brief ter inzage te leggen voor de Raad; b. of de burger in de toekomst mag verwachten of, en niet mag uitsluiten dat, zijn schrijven aan de heer Zevenbergen openbaar, zoals nu, wordt afgedaan. Ik heb het dus over de brief van de heer Stalman aan u. DE VOORZITTER: De woonplaats van de heer Zevenbergen is Bolwerk Noord 77 en niet Grote Markt 1, Bergen op Zoom. Daar woont namelijk diezelfde persoon waar hij tevens de funktie van burgemeester uit oefent Rjl De heer BOOGAARTMeneer de voorzitter, de fraktie van de PvdA heeft kennisgenomen van het schrijven van de werkgroep De Generaal. Zij willen de Raad benadrukken hetgeen in de commissie voor Volkshuisvesting en Milieu is gesteld door de wethouder inzake de naleving van de regels. Zij vertrouwt dat deze wethouder in staat zal zijn om hetgeen in de commissie gesteld is, door de wethouder te realiseren. De heer VAN ES: Voorzitter, naar aanleiding van de brief van De Generaal en uw antwoord er op, zou ik graag een aantal gebeurtenissen van de afgelopen 8/9 maanden op een rijtje willen zetten Na een lange reeks van problemen met daarop volgende toezeggingen, die slechts gedeeltelijk gestand werden gedaan, konden we begin ok tober 1985 in het Brabants Nieuwsblad lezen, "Fri-d'Or de wacht aangezegd". Uit het artikel "Een onderhoud met de wethouder Milieuzaken" blijkt dat Fri-d'Or op dat ogenblik 3 maanden de tijd krijgt orde op zaken te stellen. Ondertussen zijn de wijkcommissies Meilust, Tuinwijk en Noordgeest aktief in het verzamelen van hantekeningen tegen de voortdurende overlast. Deze handtekeningen (1200 stuks) worden in dezelfde periode als waarin het artikel

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 123