- 32 - De heer NIJPELS: De behoefte is er, dat is zeker. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Die behoefte wordt op het moment bij ons nader onderzocht. U weet ook dat er op een andere lokatie ook een projekt, mag ik het noemen, beschermd wonen, aangevraagd is en dat zullen wij moeten bekijken en ik denk dat een en ander ook in samenhang zal moeten plaatsvinden met collega Dekkers die expliciet de Bejaardenzorg in portefeuille heeft. De huisvesting van bejaarden, het hoe en waar, kwantitatieve zin en kwalitatieve zin, zal zeker de komende tijd aandacht krijgen. De heer NIJPELS: Uw stelling, die u indertijd per brief hebt medegedeeld aan de bewuste persoon, daar staat in dat een bebouwing, een te dichte bebouwing, wat ik dan bedoel, dat dat geen voorkeur zou hebben bij het College en van dat standpunt zou ik u af willen brengen, want het is wel waar. Mensen willen wel bij el kaar wonen, ze willen in het centrum wonen. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Akkoord, dat is duidelijk. De Lweede opmerking, betreffende de veiligheid. Het gaat te ver om dat in dit akkoord op te nemen. Ik kan u zeggen dat wij een aantal aanleunende straten, Mosselstraat en ik meen ook de Klaverstraat op dit moment in het herbest ratingsprogramma hebben opgenomen en ik zal daar nog eens naar laten kijken. De heer NIJPELS: Het gaat niet over herbestrating, ik heb het nou over aanleunwoningen. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Over de aanleunwoningen ben ik nu uitgesproken, uw tweede vraag was de veiligheid van voetgangers en met name bejaarden en ro1stoe1 patiëntenMet name de entree's naar het Catharinaplein en zeker de entree aan de achterzijde van het Catharinaplein in de Klaverstraat. U hebt daar gelijk in. Dat is op dit moment een buitengewoon moeilijke situatie en we moeten eens zien of we dat kunnen oppakken en dat betekent dat je dan de trottoirs ter hand zult moeten nemen en daar zal ik naar kijken, binnen de middelen die er zijn en daar krijgt u van mij ook zeker bericht over. De heer NIJPELS: Dit is dus een toezegging. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Ja, dat is een toezegging. Dan, voorzitter, dacht ik dat op mijn terrein niet meerdere opmerkingen gemaakt zijn. Het is duidelijk. Het is een regeerakkoord CDA/PvdA waar vele partijen zich in kunnen vinden minus één partij. Ik vind dat een belangwekkende konstatering en een goede leidraad voor de komende jaren. Voor de rest zal ik me niet laten verleiden tot verdere diskussie. De heer BAKX, wethouder: Meneer de voorzitter, één opmerking. Op pagina 15, daar waar de VVD sprak over "na 10 jaar zouden wij pas streven naar andere vormen van afvalverwerking", ik denk dat de passage die daar twee alinea's onder staat, erg duidelijk is, waar duidelijk gesproken wordt over een eerder tijdstip, als dit - 33 - technisch en financieel verantwoord is, dus met andere woorden, het College zal wel degelijk in overweging nemen dit niet over 10 jaar maar al misschien zelfs al in deze periode ter hand te nemen. De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk, voorzitter, dat ik kennis heb genomen van alle opmerkingen die zijn gemaakt. Ik denk dat het een goede zaak is dat dit stuk er is en dat we dat in konstruktieve sa menwerking met vele vertegenwoordigers in deze Raad hebben opgesteld en we hadden dat graag nog met meerdere gedaan, ik wil dat toch even opmerken en wellicht waren dan vanavond wat opmerkingen wat anders van toonzetting geweest. Ik ben het, wat dat betreft, in belangrijke mate met de heer Bolsius eens. Er zijn een paar vragen specifiek gesteld door de heer Nijpels ten aanzien van het ouderenbeleid. Ik denk dat het ouderenbeleid wel degelijk hier genoemd is. Er is op gewezen van de zijde van de VVD-fraktie waar de aandacht is onder het stuk Maatschappelijk Werk, weliswaar is er geen specifiek hoofdstukje opgeschreven, maar De heer NIJPELS: Maar dat is belangrijk. In dit stukje maakt u zich daar met een paar regels van af De heer DEKKERS, wethouder: Nee, nee, het belangrijkste onderwerp, meneer Nijpels, waar u naar gevraagd hebt, vindt u onderaan pagina 12 waar uitdrukkelijk staat "hetzelfde moet gesteld worden (en dan hebben we het over de huisvestingsproblematiek in de wijken Noordgeest en Oost ten aanzien van sociaal kultureel werk in belangrijke mate) ten aanzien van de huisvestingsmogelijkeden van ouderen in de recreatieve sfeer, welke ons met grote zorg vervult. In goed overleg met betrokkenen zal naar oplossingen worden gezocht". Ik denk dat we dan toch wel wat neergeschreven hebben in hetgeen waar u zich voor sterk meent te moeten maken samen met ons en wij hopen dat we daar in deze zittingsperiode ook het een en ander aan zouden kunnen doen. De heer NIJPELS: Kunt u enige toezegging doen? De heer DEKKERS, wethouder: Meneer Nijpels, het is niet mijn gewoonte om toezeggingen te doen die ik niet waar kan maken dus ik houd me voorlopig aan deze uitgangspunten dat wij ons er alles aan gelegen laten liggen om ook dat aandachtspunt tot realisering te brengen, en toezeggingen, dan zou ik thans een konkreet voorstel moeten hebben met de financieringsmogelijkheden er bij, die heb ik niet en overigens stellen we ons voor dat we samen met de betrokkenen daarna kijken en u zult zich kunnen voorstellen dat het niet in de mogelijkheid heeft gelegen om in de eerste maand van dit College met iedereen al om de tafel te gaan zitten om alle in en outs te bespreken en het is ook niet zo dat alles wat in deze vellen papier staat, de eerste maand van ons College zal kunnen worden gerealiseerd. Het is nog zeer de vraag of het allemaal in de komende vier jaar zal kunnen worden gerealiseerd, laten we daar ook geen misverstand over laten bestaan en daarvoor verwijs ik u nadrukkelijk naar de eerste pagina van dit verhaal, daar waar wij

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 120