- 22 - vlamuitbreiding plaatsvindt. Het zand sluit het grootste deel van de brandbare kunststof graslaag af van het vuur en voorkomt tevens de voor brand noodzakelijke zuurstoftoetreding aan de bedekte onderste laag. De oppervlakte blijft echter wel degelijk brandbaar en zal derhalve na brand, schroei- of brandplekken vertonen. Maar de brandbaarheid, meneer de voorzitter, was slechts één onzer bezwaren. De eerder door de VVD naar voren gebrachte bezwaren als het gevaar van infekties en de kans van brand- en schaafwonden bij vallen, hebben ons mede doen besluiten tégen kunstgras en vóór rub ber tegels in dit verband te zijn. Ik wil hierbij wel graag aantekenen dat, als die rubber tegels zou betekenen dat het voorstel niet doorgaat, wij toch wel graag vóór het voorstel zouden stemmen omdat wwe de wijk Oost niet graag dit speelveldje zouden willen ontnemen. De VOORZITTER: U bent eigenlijk vóór alle voorstellen. Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Voorzitter, de VVD-fraktie vindt het herinrichtingsplan er prima uitzien op één punt na, inderdaad het gebruik van kunstgras op een gedeelte van het speelterrein. In onze brief van februari hebben wij reeds gesteld dat het gevaar voor schaaf- en brandwonden, verontreiniging en infektie niet onderschat moest worden. Inmiddels, en datheeft de heer van der Kallen nogmaals gezegd, is aangetoond dat ook de brandbaarheid van kunstgras niet onderschat moet worden. Toegezegd was dat alle alternatieven onderzocht zullen worden. Wij willen graag dat die alternatieven nogmaals in de commissie terugkomen, dat wil niet zeggen dat we deze begrotingswijziging tegenhouden omdat er al te lange tijd verwachtingen zijn verwekt - daar hebben we het weer bij de bewoners en het werk zo snel mogelijk zal moeten worden uitgevoerd. De VVD pleit nadrukkelijk voor een goede en vooral veilige kinderspeelplaats ook al zou de konsekwentie zijn dat de totale kosten meer zullen bedragen dan nu is voorzien. Nogmaals, wij keuren deze begrotingswijziging goed, met dien verstande dat de VVD-fraktie vooralsnog tégen het gebruik van kunstgras op speel plaatsen is. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Voorzitter, ik denk dat ik heel duidelijk geweest ben» Het College heeft zich uitvoerig laten informeren, ik heb u dat net nog medegedeeld. Talloze voorbeelden in den lande zijn er. Het gaat er om dat er diverse soorten kunstgras zijn en het is met name zo dat, waar vooral gesproken is over het gebruik van kunstgras, men spreekt over de toepassing op trapvelden en sportterreinen en dat is een soort die volstrekt anders van karakter is dan het soort kunstgras in samenhang met het groffe zand wat toegepast gaat worden op het speelterreintje van de Lorkstraat. Vandaar dat wij zeggen dat het alleszins verantwoord is. Met name de NSF is toch een gezaghebbende organisatie, de gemeente Rotterdam, met een dichte bebouwing en een veelheid aan speelterreinen, die stellen zeer nadrukkelijk dat het verantwoord is en op basis daarvan menen wij dat dat een goede zaak is. Ik ben blij dat de heer van der Kallen dat ook opmerkt, we moeten daar verder. Er zijn niet alleen verwachtingen gewekt naar de bewoners van de Lorkstraat, wij vinden gewoon dat daar het terrein - 23 - opgeknapt moet worden en dat kan nu en graag nog vóór de zomer. Dus ik zou willen vragen aan de Raad toch akkoord te gaan. De heer WESTERHOF: Voorziter, ik denk dat het betoog van de wethouder op grond van ingewonnen adviezen, wat beloofd was, wel zo duidelijk is dat wij op dit moment geen moeite hebben met de toepassing van dat kunstgras en uiteraard dus ook voor het hele krediet stemmen. De VOORZITTER: Mevrouw Noorman nog niet helemaal overtuigd? Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Nee, voorzitter, ik wil dat graag zelf nog onderzoeken en daar in de commissie eventueel op terugkomen. Intussen kan de begrotingswijziging, wat mij betreft, doorgaan, maar wij stemmen vooralsnog, zoals ik al eerder gezegd heb, tegen het gebruik van kunstgras. Mevrouw VAN DE PUTTE-VREEDENBURGH: Voorzitter, ik ben het helemaal eens met datgene wat mevrouw Noorman heeft gesteld over het kunst gras. Er zijn inderdaad een aantal soorten kunstgras maar met name het kunstgras met zand gevuld geeft zeker de nadelen die daarnet zijn opgesomd. Ik zou het College willen voorstellen om eens een keer te vallen op het Tempogras. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Dan moet het me toch van het hart, er is nu al zoveel gesproken over het kunstgras, we zijn overal te rade gegaan, enige tijd geleden is er een behoorlijke investering voor een kunststofgrasveld van een hockeyvereniging aan de orde geweest, toen heb ik amper de diskussie gehoord wat daar mogelijk ook voor problemen zouden zijn. Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Voorzitter, ik maak hier bezwaar tegen.Er is één keer in de commissie over gesproken. De brief van ons was in februari al gesteld. In de commissie is gezegd dat door de wethouder nadere alternatieven zouden komen en die horen wij nu op de raadsvergadering. Ik wil daar graag in de volgende commissie vergadering nog een keer over spreken. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Het rapport van de Dienst Gemeentewerken geeft, ik meen op pag. 3 en 4 aan, de mate van verontreiniging van kunstgras en op wat voor moment die zich voordoen en waar. Een uitgebreid advies van de Dienst Gemeentewerken. Tijdens de commissie heb ik u toegezegd, aanvullende informatie te doen inwinnen. Mocht blijken dat het inderdaad die nadelen zou hebben dan zou het College er niet over peinzen om deze lijn door te zetten, maar het moet me wel van het hart dat over het kunstgras van een klein speelterreintje toch wel heel wat uitgebreider gesproken wordt dan over het kunstgras van een terrein enige maanden geleden. De VOORZITTER: Dames en heren, mag ik de diskussie die wij nu over dit interessante onderwerp in vier termijnen gevoerd hebben, be sluiten. Wenst één uwer mondelinge stemming, wenst één uwer aante kening?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 115