- 10 -
Bergse Sociaal Demokrater) naar aanleiding van dit rapport zeer
verdriet, is dat men hierin niet konkludeerde dat buiten de
effekten van de zure regen, de circa 40grotere wateronttrekking
aan de Mondaf, die men in 1981 doorvoerde, aan de vooravond van de
snelle pH daling, mogelijk mede de oorzaak kan zijn van de snel
veranderde pH en de samenstelling van het op deze diepte
aangetroffen grondwater. De Bergse Sociaal Demokraten verzoekt het
College dan ook deze mogelijke verbanden in het komende onderzoek
mee te nemen
De heer BOLSIUS: Ja, voorzitter, met als eerste opmerking dat het
KIWA-rapport, waar de heer van der Kallen het over had, absoluut
onleesbaar is en ik eigenlijk verwacht zou mogen hebben dat een
Gemeentelijke Dienst, die de opdracht geeft tot een onderzoek, uit
eindelijk er in zou slagen om in een wat verstandelijke taal aan
ons te informeren over de resultaten van dat onderzoek. De heer van
der Kallen gebruikte net één afkorting, het rapport is absoluut
onleesbaar door alleen al alle afkortingen.
Verder voorzitter, is het zo dat er in het rapport terecht gewezen
wordt op een aantal zaken die niet alleen in Bergen op Zoom spelen
maar tevens landelijke ontwikkelingen zijn. Er wordt gewezen op
allerlei zaken buiten de regio Bergen op Zoom en ik denk, dat het
daarom niet onverstandig is, en dat is dan ook de reden waarom wij
als Df66 fraktie dat hebben besloten, om één exemplaar van dit
rapport op te sturen naar onze landelijke kamerfraktie waar een
milieudeskundige zit, die ik graag zou willen vragen, om deze zaken
in breder verband te willen bekijken omdat ik bang ben dat wij in
Bergen op Zoom niet op een eiland leven, wat dat betreft, maar dat
die invloeden ook elders zich zullen afspelen.
De onrust van de heer van der Kallen ten aanzien van het extra op
pompen van water, deel ik en ik denk dan ook dat we niet kunnen
uitstellen wat er nu wordt voorgesteld, namelijk om de kwaliteit
van ons drinkwater in de toekomst niet in gevaar te brengen maar
dat we zeker ten aanzien van het extra oppompen en de effekten
daarvan, om een vervolgonderzoek mogen vragen.
De heer AERTSSEN: Ik wilde er in het kort nog iets aan toevoegen.
Wij hebben in de commissievergadering daar uitgebreid over
gesproken. De heer van der Kallen heeft daar ook zijn technisch
verhaal afgestoken. Het was inderdaad ook erg lastig om het rapport
te doorgronden, dat is ook mijn ervaring geweest. Duidelijk was,
voor de fraktie van de PvdA, in ieder geval dat er verontreini
gingen zijn aangetroffen door dat onderzoek in de bovenste grondla
gen van de waterwingebieden. Dat lijkt op zich niet verontrustend
omdat in die lagen nog geen water wordt gewonnen, althans, dat is
ons in de commissievergadering duidelijk medegedeeld. Het is echter
wel zinnig om voor de toekomst die zaak zeer goed in de gaten te
houden, reden temeer dat de PvdA ook van mening is dat, in belang
van de volksgezondheid, je inderdaad een krediet moet uittrekken om
die kontróle te gaan uitoefenen, waarbij ik aanteken dat het zeer
wel mogelijk is dat die bedragen in de toekomst nog meerdere keren
gevraagd zullen worden om die kontróles ook verder uit te oefenen.
- 11 -
De PvdA steunt dus ook deze kredietaanvraag.
De VOORZITTER: Dames en heren, dit rapport is inderdaad in de
commissie voor de Bedrijven uitgebreid aan de orde geweest. Wij
zouden daar natuurlijk ook wel met u hebben kunnen en willen
spreken over de moeilijke leesbaarheid en aldaar tekst en uitleg
geven, als u daar althans aanwezig was geweest en degenen die er
wel waren, daar hebben wij die uitleg dan ook aan gegeven. Ik denk
dat het probleem van dit soort technische rapporten toch altijd een
wat gekompliceerde leesbaarheid met zich zal brengen en ik heb het
ook meer dan één keer moeten lezen en nog eens verschrikkelijk hard
moeten nadenken hoe het ook al weer zat met de scheikunde vroeger,
maar ik heb het natuurlijk ook wel gevraagd.
Ik denk dat het verder goed is om thans een tweetal hoofdlijnen
vast te stellen. Dat is door sommige sprekers ook gedaan en ik
sluit mij daarbij aan.
Het drinkwater, wat thans geleverd kan worden is, uit een oogpunt
van Volksgezondheid, goed drinkwater en wordt ook voortdurend
gekontroleerd. Maar niet alleen deze generatie wil over goed en
bruikbaar drinkwater kunnen beschikken, ook volgende zullen dat
doen en over enige tijd, en welke tijd dat zal zijn weten wij niet,
kun je verwachten dat de koncentraties vervuilende stoffen, die in
de bovenste lagen aangetroffen zijn, wellicht ook in de diepere
lagen, waaruit gewonnen wordt, zijn aangekomen. Dat mag natuurlijk
bij drinkwater, wat een Volksgezondheidsprodukt is, niet voorkomen
en daarvoor moet thans reeds gezocht en onderzocht worden wat de
konsekwenties kunnen zijn op langere termijn.
Ik denk, nu wij in de commissie al zo uitgebreid over de zuurgraad,
de ph, gesproken hebben met de vertegenwoordiger van de Bergse So
ciaal Demokraten, dat wij thans in herhaling zouden vallen als ik
dat nog eens zou kunnen doen. Wij hebben in die commissie ook heel
in het bijzonder gesproken over de veronderstellingen en een konklu-
sie past eenvoudigweg niet in de fase waarin het onderzoek thans
verkeerd is. Wel zijn in het onderzoek een aantal hypothesen,
vóórveronderstellingen opgenomen die onderzocht zullen gaan moeten
worden. Om daar, zoals de heer van der Kallen, een mogelijke
konklusie aan toe te voegen, is, denk ik, vanuit een oogpunt van
logisch redeneren, niet een juiste zaak. Hetgeen niet wil zeggen,
dat wij annex zeker met het probleem, wat hij aanduidt, te maken
zullen krijgen en daar rekening mee zullen houden.
Op zichzelf, geloof ik, is dit rapport een openbaar stuk en als de
fraktie van D166 behoefte heeft dat naar hun Kamerfraktie te
sturen, vind ik dat goed, voorzover ik op dat terrein iets goed te
vinden heb, want het is, zoals ik al zei, een openbaar stuk maar
het probleem zal natuurlijk aldaar al lang bekend zijn want het is
een probleem wat bij de grondwaterwinningen, bij diepere winningen,
niet alleen hier, maar ook elders zich voordoet en waar ook in de
vaste commissie voor de Volksgezondheid in de Tweede Kamer wel een
aantal keren over gesproken is.
Ik deel tenslotte uiteraard de mening van de fraktie van D'óó dat
wij niet moeten uitstellen, maar thans moeten besluiten. Het is
jammer dat u het zo ondoordringbaar vindt, de materie, maar ja, het