- 4 - uiteraard blij is dat de VVD-fraktie deze motie op tafel legt, want als wij ons goed herinneren, dan is het met name de VVD die in haar verkiezingsprogramma altijd onomwonden vóór kernenergie geweest is en ook een voorstander is om nog een kerncentrale op de Moerdijk te bouwen en ik vind het op z'n minst gezegd frappant, dat er nu een bijzondere bezorgdheid ook weer uitgesproken is, die ik overigens deelmaar ik zou daar toch wel even aandacht ook voor willen vragen. Overigens wil ik u ook meedelen, voorzitter, dat de PvdA momenteel bezig is met de voorbereiding van een aantal vragen rondom de situatie in Doel en ik denk dat die vragen zowel naar onze Tweede Kamerfraktie doorgespeeld worden als wellicht ook op gemeentelijk nivo misschien behandeld kunnen worden, maar daar moeten we nog verder over spreken. De heer BOLSIUS: De heer de Jongh, voorzitter, wees al op het bijzonder frappante van de VVD-fraktie, de enige landelijke partij die zich altijd onomwonden heeft verklaard vóór de uitbreiding van een aantal kerncentrales en bovendien een partij die kennelijk pas na een ongeluk wakker wordt en erkent dat er bezwaren zitten aan een verdere toepassing van kernenergie. Ik denk ook dat in de motie, zoals de tekst voor mij ligt, een paar hele leuke dingen zitten. Namelijk, "mochten de huidige plannen niet toereikend zijn", welnu ik vraag me af, wie heeft er dan de afgelopen vier jaar een milieu-portefeuille beheerd? en mochten die huidige plannen niet toereikend zijn, waarom zijn ze dan niet toereikend en waarom is daar de afgelopen vier jaar niets aan gebeurd. Ik vind het bovendien, zoals u al eerder zei, een kompleet "open deuren intrappen". Landelijk zijn er ten aanzien van dit onderwerp al maatregelen genomen, ik vind het alleen leuk dat de bezorgdheid van de VVD op dit moment komt. De heer WESTERHOFVoorzitter, inhoudelijk hebben we geen moeite met deze motie. We zijn het met u eens dat het eigenlijk een vrij overbodige zaak is, maar wij willen niet zo beroerd doen om niet vóór deze motie te stemmen. Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Voorzitter, ik maak bezwaar tegen de opmerking van de heer de Jongh en de heer Bolsius, dan hebben ze de motie niet goed genoeg gelezen. Wij hebben het over te nemen maatrege len bij kalamiteiten en nergens anders over en die maatregelen die ge nomen moeten worden bij kalamiteiten, zijn in de portefeuille van onze voorzitter, want dat zijn de rampenplannen en dat is iets heel anders dan nu een uitspraak doen over verdere uitbouw van kernenergie of wat dan ook De VOORZITTER: Andere leden van uw Raad? Dan zou ik nog een tekstuele opmerking kunnen maken maar ik vind dat sop allemaal, eerlijk gezegd, deze kool niet waard. Als het dan in mijn portefeuille zit, is het natuurlijk toch onjuist om te zeggen dat het College bij hogere overheden op andere maatregelen moet aandringen want er spreekt dan tenminste enige verbazing uit, of wellicht ook een oordeel, dat het niet, of in onvoldoende mate zou zijn geschied de afgelopen vier jaar. Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Voorzitter, mag ik u heel even in de rede vallen, hij had het over de portefeuille Milieu en dat is iets anders. - 5 - De VOORZITTER: Ik heb geen behoefte aan dat soort diskussies. Natuurlijk is er een brede verantwoordelijkheid voor dit vraagstuk. Ook in de afgelopen vier jaar is daar aan gewerkt en zowel op lokaal als ook op provinciaal en landelijk nivo. De thans voorliggende motie, waarin het beleid wordt ondersteund, is niet altijd overbodig, althans ik ervaar deze motie en het doel wat daarmee gediend wordt, zeker niet als overbodig. Ik heb dan ook duidelijk getracht dat woord niet te gebruiken want zou ik dat vinden, dan zou ik dat woord wel gebruikt hebbenWel, alle initiatieven die op dit terrein genomen worden en uw belangstelling daarvoor, ervaar ik en ervaart het College vast en zeker als positief, ook uiteraard een vraag die de fraktie van de PvdA hierover en in deze eri in andere richting wil stellen. Mag ik ervan uitgaan dat deze ondersteunende motie door de gehele Raad ondersteund wordt en mag ik aannemen dat u dientengevolge geen hoofde lijke stemming vraagt? Dan zullen wij overeenkomstig handelen en u bij gelegenheid daarvan verslag doen. 4Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Streekqe- west Westelijk Noord-Brabant en tot aankoop van een zogenaamd D-aandeel ten behoeve van de oprichting van en deelname in het Regionaal Werkgelegenheids Instituut. (Verzameling 1986, nr. R0/104). De heer DE JONGH: Onze fraktie steunt het voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling St reekgewest Westelijk Noord- Brabant en tot aankoop van een zogenaamd D-aandeel ten behoeve van de oprichting van en deelname in het Regionaal Werkgelegeneids Instituut. De PvdA heeft in heer verkiezingsprogramma gepleit voor de oprichting van het RWI. Wij danken dan ook de wethouder van Economische Zaken voor diens voortvarendheid om zo snel in deze nieuwe periode één van de verkiezings-programmapunten te kunnen verwezenlijken Overigens, voorzitter, achten wij het nu voorliggende voorstel, een bescheiden aanzet en wij spreken de wens uit dat met grote voortvarendheid verdere voorstellen gedaan zullen kunnen worden. De heer VAN DER KALLENMeneer de voorzitter, ook de Bergse Sociaal Demokraten zijn blij met de totstandkoming van dit Regionaal Werkgelegenheids instituut. Beperkt van opzet, maar het is er dan toch. Desondanks moet het ons van het hart, dat wij het droevig vinden dat vele regio's ons zijn voorgegaan voordat men ook hier, in West-Brabant, tot de konklusie kwam dat dit soort samenwerking een goede zaak is voor de werkgelegenheid in de regio. De BSD heeft de indruk dat men als variatie op "de eersten zullen de laatsten zijn" gedacht heeft, waarom die haast, "de laatsten zullen immers de eersten zijn". Moge het zo worden, dan zullen de Bergse Sociaal Demokraten de eersten zijn om het College met de huidige, ons inziens te late start, alsnog te feliciteren. De heer VAN KEMENADE: Voorzitter, ook de VVD-fraktie steunt van harte het voorstel zoals dat voorligt. Ik ben het volstrekt eens met de heer de Jongh die zegt, het is een bescheiden aanzet. Wat de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 106