- 2 - aan de heer Henricus Cornelis Joannes Stalpers. Wenst u daarover het woord te voeren? Als dat niet het geval is dan zal aan de heer Stalpers dit ontslag worden verleend. 3 Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan Ir. J.H. van de Water, adjunkt-direkteur der gemeentebedrijven, met ingang van 1 juli 1986. (Verzameling 1986, nr. PZ/114). De VOORZITTER: De heer Johannes Hendricus van de Water, adjunkt-direkteur van gemeentebedrijven heeft u om ontslag ge vraagd. Het College stelt zich voor dat ontslag te verlenen. Wenst u daarover het woord te voeren? Wenst u stemming of aantekeningzo nietdan is aldus besloten. De VOORZITTER: Dames en heren, ik heb althans op mijn plaats aange troffen een motie van de VVD-fraktie, ondertekend door voldoende leden van uw Raad, om onder de werkingssfeer van artikel 12 van het reglement van orde te vallen. Heeft mevrouw Noorman nog behoefte om de motie toe te lichten? Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Nee, voorzitter, maar misschien is het wel verstandig om de rest van de Raad mede te delen da|. de laatste alinea veranderd is. Verder spreekt het voor zich, denk ik. De VOORZITTER: De motie spreekt, u hoort dat van de VVD, voor zich. In de laatste alinea wordt echter een wijziging aangebracht. Die laatste alinea luidt - mochten de huidige plannen niet toereikend zijn, het College bij de hogere overheden dient aan te dringen op adekwate plannen terzake; De achtergrond van deze wijziging is tweeërlei aard. Zoals u weet, worden de internationale kontakten bij Grondwet aan de Regering voorbehouden en ook hogere overheden hebben dientengevolge op dit terrein een verantwoordelijkheid. Ten aanzien van de motie zou ik nog dit willen opmerken, dat naar aanleiding van het ongeval, wat in Tsjernobyl heeft plaatsgevonden, er uiteraard op verschillend nivo over deze zaak gesproken is en nagegaan is, of nagegaan zal worden, of dit deel van ons land wellicht nog meer in het bijzonder bekeken zal moeten worden, immers dicht gelegen bij zowel de kerncentrale in Doel, maar uiteraard eveneens op relatief korte afstand van de kerncentrale in Borssele. Over beide aangelegen heden waren in het verleden een aantal kontakten opgestart. Wel, een dergelijke gebeurtenis leidt er natuurlijk toe dat sommige van die kontakten recent wat geïntensiveerd zijn en in zoverre bevestigt deze motie het beleid wat tot nu toe op dat terrein ondernomen is. Ik denk dat wij het niet uitsluitend als een gemeentelijke aangelegenheid moeten bezien, immers nu de nieuwe brandweerwet en de rampenwet een feit geworden zijn zullen wij ook op het nivo van de regionale brand weer daar zeker ook aandacht aan moeten schenken. Wat u vraagt, wordt op zichzelf reeds ondernomen, een, hoe zal ik zeggen, onderstreping van dat beleid kan op zichzelf geen kwaad maar het is niet zo dat wij - 3 - naar aanleiding van die mot ie allerlei aktiviteiten extra zullen gaan ondernemen, die waren immers, ik vertelde u dat al, al begonnen. De tekst van de motie luidt: De Gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 29 mei 1986 OVERWEGENDE DAT: - naar aanleiding van het ongeluk dat plaatsvond in de kerncentrale te Tsjernobyl in de Sovjet-Unie, de openbare discussie over kerncentrales en veiligheidsmaatregelen is opgelaaid; - de discussie in de Tweede Kamer der Staten Generaal over oorzaak en gevolgen van het ongeluk in de Sovjet-Unie dient te worden afgewacht - Bergen op Zoom op korte afstand is gelegen van centrales in Doel (België) en Borssele, en op relatief korte afstand van andere centrales in België, Frankrijk en West-Du itsland SPREEKT ALS ZIJN MENING UIT DAT: - het College van B. W. in overleg met de Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Brabant dient te bezien of en in hoeverre aanwezige plannen in een bevredigende mate voorzien in door de overheden te nemen maatregelen bij calamiteiten; - mochten de huidige plannen niet toereikend zijn, het College bij de hogere overheden dient aan te dringen op adekwate plannen terzake EN GAAT OVER TOT DE ORDE VAN DE DAG e De motie is ondertekend door de leden van uw Raad C.E.H.M. van Kemenade, C.H.E. Krijger-Ooms, F. Noorman-van Leeuwen, A.W.Th. Smits en A.G. van der Stoel. Wel, ik weet niet of andere leden van uw Raad naar aanleiding De heer NIJPELS: Voorzitter, ik zou er toch wel wat van willen zeggen. Het is natuurlijk zo dat de regering Lubbers, laat ik het zo maar even stellen, tot nu toe op hoog nivo al maatregelen heeft genomen die in deze motie staan en u zegt het zelf al, eigenlijk is deze motie een beetje achterhaald. Nou zou ik voor mezelf persoonlijk willen stellen dat, als deze motie in de Raad komt, dat ik er beslist vóór ben, maar u zegt het zeer juist, ik geloof dat het een beetje overbodig is. Mevrouw NOORMAN-VAN LEEUWEN: Voorzitter, ik denk dat het aannemen van een dergelijke motie door de Raad de haast, waarmee adekwate plannen of tafel moeten komen, alleen maar onderstreept en dientengevolge wens ik de motie toch wel graag door de Raad aangenomen of verworpen te zien. De heer DE JONGHIk moet u zeggen, voorzitter, dat onze fraktie VBÏlaoo®®®

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1986 | | pagina 105